
Één gesprek veranderde zijn hele toekomst: ‘Vwo was voor mij te theoretisch’
ZWOLLE – Luc Kolkman (19) is een tweedejaarsstudent student civiele techniek op het Windesheim. Hij groeide op in het centrum van Deventer. Hij is nu heel blij met zijn keuze, maar dat was niet altijd vanzelfsprekend. Na een moeilijke periode op het vwo en veel twijfels over welke richting hij moest inslaan, gaf een advies van een scheikundedocent hem het duwtje in de juiste richting. Een keuze maak je het beste vanuit je hart, maar soms kan een ander perspectief je nét in de juiste richting wijzen. Bovendien leidt een keuze vaak tot nieuwe mogelijkheden—zo overweegt hij om straks verder te studeren.
Wanneer begon je na te denken over je toekomst?
‘’Dat begon toen ik de havo had afgerond. Ik dacht vwo wordt het helemaal, maar dat bleek toch vies tegen te vallen. Het was voor mij te theoretisch. Het kostte me te veel tijd en ik had gebrek aan motivatie. Ik had al een diploma op zak dus ik had geen stok achter de deur. Als ik zou stoppen, zou dat betekenen dat ik een half jaar vrij had, iets waar ik eigenlijk wel naar uitkeek. Even mijn hoofd leeg maken en kunnen nadenken. Maar daarna zou ik dan echt moeten beslissen wat ik wil doen en dat baarde mij zorgen. Toch heb ik de keuze gemaakt om te stoppen.
Stoppen met het vwo was niet moeilijk. Het enige lastigste was dat ik mijn vrienden minder vaak zag. Voor mij was vwo meer een test om te kijken hoe het beviel, maar ik was niet gedreven om het diploma te halen. Toen ik stopte, voelde ik me vrij om iets te gaan doen waar ik echt enthousiast van word.’’
Hoe heeft jouw gezin en opvoeding jouw interesse in techniek beïnvloed?
‘’Techniek zit in mijn DNA. Mijn opa was aannemer en mijn vader werkt al jaren met liften. Als kind zat ik vaak aan hun lippen gekluisterd wanneer ze verhalen vertelden over bouwprojecten of technische uitdagingen. Dat maakte echt indruk. Mijn vader heeft ook een technische studie gevolgd, dus het zit gewoon in de familie – de appel valt duidelijk niet ver van de boom.
Al van jongs af aan hield ik van rekenen en wiskunde. Dat waren echt mijn favoriete vakken op school. Thuis was ik altijd bezig met LEGO, urenlang bouwen en dingen ontwerpen. Het was nooit zomaar spelen; het ging om iets creëren, iets bouwen wat ik in mijn hoofd had. Die vroege fascinatie voor het maken en ontwerpen heeft eigenlijk de basis gelegd voor mijn technische interesse.’’
Wanneer wist je dat je voor civiele techniek wilde kiezen?
‘’Een scheikundedocent met wie ik al jaren een goede band had, ging met mij in gesprek. We praatten wel vaker, ik voelde mij op mijn gemak bij hem. Tijdens dat gesprek heeft hij mij tot een keerpunt gebracht, al was het maar met één simpele opmerking. Hij zei: “Je moet civiele techniek gaan studeren.”
Op dat moment had ik geen enkel idee wat civiele techniek precies inhield. Het gesprek was niet op een dwingende toon, maar hij liet me wel relativeren. Hij zei dat ik echt iets moest gaan doen, iets met mijn handen en dat ik dat hier op het vwo liet liggen. Ik was meer praktisch ingesteld, hij zag dat in mij.
Toen ik halverwege het jaar stopte met vwo, bleef dat gesprek door mijn hoofd spoken. Ik besloot verschillende studies te onderzoeken. Ik vind eigenlijk dat er te veel keuzes zijn in technische studies. Ze lijken allemaal op elkaar, maar zijn toch ook weer verschillend. Daarom denk ik ook dat het animo voor technische studies afneemt. Je ziet door de bomen het bos niet meer. Ik heb meeloopdagen gedaan en opendagen bezocht. Uiteindelijk kwam ik toch weer bij civiele techniek uit.’’
Waar word je blij van bij de opleiding?
‘’Mechanica is mijn favoriete onderwerp. Dat is rekenen met constructies: je berekent of gebouwen, bruggen of wegen de krachten die erop werken, aankunnen. Het is echt de basis van de bouw en dat fascineert mij. Ik vind het fijn als dingen kloppen. Met mechanica kan je dingen precies berekenen zoals ze in de werkelijkheid zijn en dat interesseert mij.’’
Heb je er ooit over na gedacht om te stoppen, aangezien er steeds minder aanmeldingen zijn voor technische studies?
‘’Ondanks dat ik het naar mijn zin heb, heb ik ook wel momenten gehad dat ik wilde stoppen. Na een half jaar vrij, bevalt die vrijheid natuurlijk heel erg in tegenstelling tot elke dag weer naar school gaan. De knop ging om toen ik een gesprek had met mijn vader. Ik weet dat nog heel goed, dat was thuis aan de keukentafel. Mijn vader is een nuchtere man en drukte mij met de neus op de feiten. Zijn boodschap was kort maar krachtig: ‘’Je doet het ergens voor en kijk naar de toekomst en wat je er allemaal mee kan. Als je nu stopt heb je niks en als je doorgaat heb je een baan en kan je nog altijd wat anders gaan doen. De rest komt vanzelf wel.’’ Dit zette mij aan het denken.
Dit motiveerde mij ook om door te gaan, omdat ik besefte wat ik er allemaal mee kon bereiken. Ik hou van reizen en je kan met deze studie zeker over de wereld dus dat is voor mij wel echt belangrijk. Overal in de wereld is infrastructuur van belang en altijd nodig. Tot de dag van vandaag sleept deze motivatie mij door de opleiding heen.’’
Wat zijn je toekomstplannen?
‘’Civiele techniek heeft mijn kijk op de wereld veranderd. Ik ben blij dat mijn scheikundedocent mij het inzicht heeft gegeven om civiele techniek te gaan studeren.
Overal waar je komt zie je bruggen wegen en hoe belangrijk die zijn. Ik ben bezig met hoe constructies in elkaar zitten, juist ook als ik in het buitenland ben. Daar is de infrastructuur niet altijd zo goed geregeld dan hier en dat intrigeert mij. Ondanks dat ik duurzaamheid niet altijd het leukste vak vind, ben ik door deze studie daar veel meer mee bezig. Eerst had ik daar geen enkel idee van.
Werken in de bouw of in de watersector dijken bouwen, zijn projecten waar ik aan bij wil dragen. In ieder geval echt iets doen en het verschil kunnen maken. Ik wil dingen zien, ik hou van buiten zijn. De hele dag achter een computerscherm zitten, is niets voor mij.
Na mijn studie heb ik ook nog het plan om architectuur te gaan studeren. Dit jaar ben ik er eigenlijk achter gekomen dat mijn interesse meer ligt bij gebouwen dan bij infrastructuur. Ik ga nu zeker niet stoppen, het is een goede basis. Maar later wil ik huizen gaan ontwerpen tot mooie woonruimtes. Dat ik tijdens de les altijd aan het tekenen ben, valt nu wel een beetje op zijn plek. Ik ben er niet al te goed in vind ik zelf, maar ik wil er graag verder in doorleren.’’
Foto: Luc Kolkman
Geef een reactie