
Tot zijn 30e in een sekte: ‘Ik moet overal de controle hebben’
DEVENTER – Hans groeide op in Rotterdam, in een huis waar de dagen werden ingekleurd door geloof en gehoorzaamheid. Zijn ouders hadden zich vol overtuiging aangesloten bij een hechte geloofsgemeenschap, een wereld waar de Bijbel niet zomaar een boek was. Vanaf zijn vijftiende woonde hij intern bij de leidster, het begin van zijn verhaal.
Sekte
Dat het een sekte was waarin ze geleefd hebben, dat besef kwam pas veel later toen de groep al uit elkaar was. Het was voor hen een normale manier van leven. Er werd nooit gesproken over sektevorming of controle – integendeel, de groep volgde het juiste pad. Pas een jaar later na de breuk van de groep zag Hans een televisieprogramma over sektes, en ineens vielen alle puzzelstukjes op hun plaats. Het gebrek aan vrijheid, de manipulatie, de sociale controle… alles klopte, zegt hij met een zucht.
Hans (63) opent de deur met een open blik op een koude avond in de binnenstad van Deventer. De huiskamer is knus en gevuld met een nostalgische sfeer. De muren zijn wit gekleurd, en op een houten kastje naast Hans staat een retroradio. Het toestel heeft een glanzende houten behuizing en een grote, ronde afstemknop – een tastbare herinnering aan iets wat hij vroeger niet had. Hans draagt zachte sloffen en laat zich rustig zakken op een gele bank, zijn houding ontspannen.
Hij glimlacht kort en vouwt zijn handen in elkaar.
Het gevaar buiten de deur
De ‘Kring’ is de naam van deze sektarische geloofsgemeenschap in een wijk van Rotterdam, alles draaide om controle. En die controle lag bij Jopie. Een oudere vrouw die iedereen overtuigde van haar waarheid, ongeacht de werkelijkheid. Er waren geen officiële regels, maar er bestonden onuitgesproken codes. Televisie en radio waren verboden en contacten buiten De Kring waren uit den boze. Ze lazen bijna dagelijks de Bijbel in groepsverband. Alles stond in dienst van de groep, zelfs welke opleiding je volgde of welke sport je deed. Jopie bepaalde of iets “goed” of “fout” was. Studeren werd bijvoorbeeld ontmoedigd, omdat te veel kennis gevaarlijk zou kunnen zijn.
Jeugd
De kinderen die opgroeiden in De Kring hadden geen normale jeugd. Het was een benauwde manier van leven, er hing altijd spanning in de lucht. Ze leefden in een statig huis met veel kunst aan de wanden. Muren waren doorbroken, huizen aaneengeschakeld waardoor privacy niet bestond.
Hans heeft altijd op eieren moeten lopen. Soms, tijdens de groepsbijeenkomsten, kon Jopie ineens iemand aanspreken: “Jij bent de laatste tijd zo stil. Waarom is dat?” Als je daar geen goed antwoord op had, dan werd je beschuldigd van geslotenheid. En als je gesloten was, dan kon je niet groeien in het geloof. Dat betekende vaak dat je in een isolement terechtkwam. Mensen negeerden je volledig totdat je erkende dat je fout zat. Soms duurde dat dagen, soms weken. Niemand sprak met je. Je wás er, maar je bestond niet.
Het leven op school was eenzaam. Vrienden buiten De Kring waren er niet. Dingen die voor andere kinderen normaal waren—zoals samen televisie kijken en over popcultuur praten—bestonden niet. Gepest worden was dagelijkse kost. Zijn haar moest extreem kort zijn, want Jopie vond dat jongens geen lang haar mochten hebben. Maar in de jaren ’70 was lang haar juist de norm. Je stond meteen met 1-0 achter, ze zagen er niet werelds uit.
De breuk van de sekte kwam rond Hans zijn 30e levensjaar. Hij is inmiddels getrouwd met zijn partner uit de groep en woont in een straat waar bijna alle andere gezinnen uit de gemeenschap ook wonen. Jopie, de leidster overleed door een auto-ongeluk. De nieuwe leiders probeerden de controle te behouden, maar het werkte niet op dezelfde manier. Mensen begonnen langzaam dingen in twijfel te trekken. Opeens verschenen er televisies in verschillende huizen en sommige vrouwen droegen ineens broeken.
Vaak vallen er stiltes, lang nadenken om het antwoord zo duidelijk mogelijk te formuleren. Hans praat in jaartallen, gebeurtenissen koppelen aan jaren en maanden in het verleden. Zijn manier van vertellen is beheerst, alsof hij een tijdlijn voor zichzelf uitzet.
De vlucht
Hans en zijn vrouw spraken met iemand van buiten de groep, die zei: “Jullie moeten hier weg, dit is geen gezonde situatie.” Dat was het duwtje dat ze nodig hadden. Ze namen hun spullen en vertrokken, eerst naar een hotel, want ze hadden nog geen andere plek om naartoe te gaan. Het voelde alsof ze van de ene op de andere dag in een compleet andere wereld stapten.
Het was beangstigend. Ze hadden geen idee hoe de ‘echte’ wereld werkte. Ze werden altijd gewaarschuwd dat als je de groep verliet, je ten onder zou gaan. Dat geloofde hij diep van binnen nog steeds. Maar langzaam begon hij te ontdekken dat dat niet waar was.
Hans en zijn vrouw bouwden al snel een nieuw leven op in Rotterdam. Een paar jaar later kregen ze hun eerste dochter. Die opvoeding hebben ze bewust anders aangepakt. Geen druk, geen verwachtingen. In de groep werd eten opgedrongen. Ze werden overvoed tot aan braken toe. Hans ontwikkelde zelfs een eetstoornis, hij was altijd misselijk. Overgeven na het eten was dagelijkse last. Dat nooit meer, zijn drie dochters hebben een vrije opvoeding gehad, precies zoals zij het wilden.
Zijn dochters beschrijven hem als een introverte, weloverwogen en rationele man, maar lastig in vertrouwen. Het vertrouwen in mensen was vooral in de beginfase van zijn nieuwe leven één van de moeilijkste dingen. De angst dat iemand weer zoveel invloed zou hebben op zijn leven. Dat wilde hij absoluut niet meer. Eigenlijk is dat vertrouwen in mensen buiten de familie nooit meer terug gekomen.
Er is een omslagpunt geweest in zijn persoonlijkheid. Hij was een open persoon en een gemakkelijke prater, dat is er helemaal uitgeslagen. Hij is naar binnen gekeerd en zo gevormd door de groep. Hij was een te trots persoon, maar ze hebben dat uit hem gekneed en hem een flink minderwaardigheidscomplex aangepraat.
Een lange stilte volgt, het tikken van de klok aan de muur gaat zachtjes door op de achtergrond.
Hij leeft naar zijn eigen zeggen met een handrem op het leven, voluit leven doet hij niet. Er moet altijd enige vorm van controle zijn. Gehecht aan vaste patronen waar hij liever niet van afwijkt. Tien jaar na de vlucht zocht hij hulp, beter begrijpen wat het met hem heeft gedaan. Er zijn trauma’s en die zullen niet verdwijnen, maar hij heeft geleerd om er beter mee om te gaan. Sociale verbanden gaat hij niet uit de weg, toch blijft Hans voorzichtig. Hij is gevormd door de groep en dat heeft zijn stempel gedrukt.
Foto: Marlies Bakker
Geef een reactie