
Kinderen spelen steeds minder buiten: “Het schermpje is een concurrent van het buitenspelen”
DEVENTER – De afgelopen jaren is het aantal buitenspelende kinderen verder gedaald, blijkt uit onderzoek van Jantje Beton. Met de jaarlijks terugkerende Nationale Buitenspeeldag wil de organisatie, die zich inzet voor betere speelruimtes, aandacht vragen voor het belang van buitenspelen. Buitenspelen biedt veel gezondheidsvoordelen, maar factoren zoals mediagebruik en zorgen over veiligheid zorgen ervoor dat steeds minder kinderen buiten ravotten.
Op het speelveld aan de Gildenburg in Deventer is het een drukte van jewelste. Tientallen kinderen rennen rond, springen over klimrekken, vliegen over springkussens en duiken in de zandbak. Tot ze vallen, een pleister halen voor hun geschaafde ellenboog, en weer doorgaan. Veel kinderen zijn samen met hun ouders naar het festijn gekomen. De ouders kijken vanaf bankjes toe hoe hun kind aan het buitenspelen is, terwijl ze een praatje maken met de andere buurtbewoners. Het is namelijk Nationale Buitenspeeldag en dat pakken ze aan de Gildenburg groots aan met springkussens, een barbecue en een dj. “De mooiste dag van het jaar”, noemt Martijn Mulder het. Hij is namens welzijnsorganisatie Raster, een organisatie die zich bezighoudt met het versterken van buurten in Deventer, betrokken bij de totstandkoming van deze lokale invulling van de buitenspeeldag.
Ondanks de drukte van vandaag, merkt Mulder, die jongerenwerk doet in de wijk, dat kinderen steeds minder buiten zijn: “Ze zijn steeds meer bezig met sociale media.” En dat terwijl buitenspelen erg leerzaam is. Mulder vervolgt: “Als kind leer je heel veel tijdens het buitenspelen: grove motoriek, fijne motoriek, maar ook een sociaal stuk, bijvoorbeeld samenspelen. Dan is zo’n dag waarin alles samenkomt heel mooi.”
Buitenspelen in cijfers
“Het aantal uur dat kinderen gemiddeld per week buitenspelen op school, BSO en in de vrije tijd is met 2,5 uur afgenomen sinds 2022”, schrijft Jantje Beton in het recentste Buitenspeelonderzoek. 53 Procent van de kinderen geeft wel aan meer buiten te willen spelen. Ook ouders waarderen buitenspelen, gemiddeld geven ze buitenspelen een 8,8 als rapportcijfer, blijkt uit het onderzoek. Lisette Dammers, die als ouder aanwezig is bij de buitenspeeldag merkt dat haar achtjarige zoon zijn energie kwijt kan als hij buiten speelt: “Het is goed om een beetje vies te worden, te rennen en actief bezig te zijn.”
Oorzaken van minder buitenspelen
Toch wordt er minder buiten gespeeld dan ouders en kinderen lijken te willen. Daar zijn meerdere oorzaken voor, ziet Tessa ten Tije, onderzoeker bij het Mulier Instituut. Een van de oorzaken is verstedelijking: “In grote steden die helemaal volgebouwd worden is er voor kinderen minder plek om veilig te spelen.” Ook de hoeveelheid vrije tijd die een kind heeft speelt een rol: “Bijvoorbeeld huiswerk, wat door een hogere prestatiedruk meer tijd in beslag neemt. Andere kinderen besteden meer tijd aan sport, wat ook heel goed is, maar wat er wel voor zorgt dat kinderen minder tijd hebben om buiten te spelen.”
Schermtijd
Het groeiende gebruik van digitale media vormt ook een bedreiging voor de tijd die gespendeerd wordt aan buitenspelen. Dat merkt Dammers ook aan haar zoon: “Als hij de kans krijgt, zal hij meestal kiezen om te gamen.”
Kinderen tussen de 7 en 12 jaar oud maken volgens het Nederlands Jeugdinstituut gebruik van verschillende media-apparaten. Hierbij is de televisie, waar 86 procent van de kinderen gebruik van maakt, het meest gebruikte apparaat, op plek twee staat de smartphone met 76 procent, gevolgd door game-apparaten, met 72 procent. 7 Tot 12-jarigen spenderen de meeste tijd achter een scherm aan gamen. Ze zijn daar gemiddeld 48 minuten per dag mee bezig. Ook YouTube kijken is een populair tijdverdrijf, daaraan spendeert een kind gemiddeld 44 minuten per dag. De Nederlandse regering scherpte recent nog het advies omtrent schermgebruik aan. Het nieuwe advies: geen mobiele telefoons voor groep 8 en geen sociale media onder de 15.
Ten Tije merkt dat schermtijd zeker “een grote concurrent” is geworden van het buitenspelen, maar benadrukt dat het niet de enige oorzaak is van de vermindering.
De perfecte speelplek
Om buitenspelen aantrekkelijker te maken zijn goede faciliteiten erg belangrijk. Daar komt een hoop bij kijken, legt Ten Tije uit: “Je kan niet van een speelplek zeggen: deze is fantastisch. Dat komt omdat kinderen andere behoeftes hebben. het ene kind speelt liever met zand en water, een ander gaat liever steppen en weer een ander wil voetballen.” Kinderen kunnen ook wisselen in hun behoeftes. Daarom is een variatie van speelplekken in een buurt of wijk essentieel, zodat er ruimte is voor alle speelvormen en leeftijden. Daarnaast zijn speelplekken ook niet altijd uitdagend genoeg. “Veel kinderen vinden speelplekken saai, omdat er geen uitdaging is”, vertelt Ten Tije.
Het totaalplaatje van een wijk is ook belangrijk voor informele speelplekken. Dat zijn plekken die niet expliciet bedoeld zijn als speelplek; bijvoorbeeld de stoep. Hierbij speelt verkeersveiligheid, voor met name de ouders, een grote rol, om kinderen niet op bepaalde plekken buiten te laten spelen. Maar veiligheid is niet alleen iets waar ouders zich soms zorgen over maken. “Ook kinderen geven aan dat ze, bijvoorbeeld als er ergens hangjongeren zijn, ze het niet prettig vinden om ’s avonds naar zo’n speelplek te gaan”, legt Ten Tije uit.
Volgens de onderzoeker is het verbeteren van speelplekken vooral iets wat je bereikt door de dialoog aan te gaan: “Als je buitenspelen wil stimuleren is het heel belangrijk dat je met de ouders en kinderen in gesprek gaat en dat je de belemmeringen die ervoor zorgen dat kinderen niet buitenspelen ophaalt.”

Geef een reactie