
Hoe haar eetstoornis de weg naar haar droom tegen zat: “Als je iets écht wil lukt het uiteindelijk wel”
Jennifer de Leer (23) kreeg op jonge leeftijd anorexia nervosa, waardoor ze op haar 15e moest stoppen met school en haar grote passie: dansen. Al sinds ze 6 jaar oud was droomde ze ervan dansjuf te worden, maar die droom leek plotseling onbereikbaar. Tijdens haar herstel kreeg ze de opdracht een mindmap te maken met redenen om beter te worden. Haar papiertje bleef vrijwel leeg, op één krachtige reden in het midden na: ‘Ik wil dansen’.
Op een gegeven moment stopte je met school, hoe ging dat?
“Ik werd opgenomen toen ik 15 was, daardoor had ik geen keuze en moest ik stoppen. Mijn opname was eerst in het ziekenhuis en daarna in een kliniek en vervolgens naar de gesloten jeugdzorg. Daar mocht ik niet naar school. Eerst omdat ik fysiek te zwak was en daarna moest je school verdienen en dat verdiende ik niet, want ik at niet. Heel krom, maar ik kon dus niet naar school omdat ik te ziek was. In het ziekenhuis snap ik het ook wel hoor, ik bedoel: ik was bezig met mezelf in leven houden dus op zich had ik andere prioriteiten.”
Hoe zag zo’n dag in de jeugdzorg er eigenlijk uit?
“Iedereen had dagbesteding, ik mocht af en toe naar het klaslokaaltje in het gebouw zelf. Hier kon je met school bezig. Ze hadden alleen maar mavo boeken en ik hoorde VWO te doen dus was daarmee werken nogal saai. Als je het niet deed werd je gestraft, dus je moest wel. Op een gegeven moment was ik zo bezig met mezelf en het ziek zijn dat ik echt een beetje als een vaatdoekje op die stoel zat en dacht: die staartdelingen kunnen me echt een worst wezen. Wat ga je mij nou weer staartdelingen laten maken als ik doodga, doei.
Verder moesten we van die moodboards maken en dan moest je in een soort mindmap de redenen dat je wilt herstellen opschrijven. Iedereen had echt complete mindmaps gemaakt. Mijn witte papiertje was helemaal leeg en in het midden stond er: ‘Ik wil dansen’.”
Heb je iets écht gemist in je herstelproces?
“Vooral een knuffel, want de begeleiders waren heel streng en van de harde aanpak, dat hielp totaal niet mee. Ik was al zo streng voor mezelf en dat bevestigden ze. Ik wilde me gehoord voelen, gewoon een: ‘Hey, het is oké en het komt ook wel weer goed’. Alleen was het heel koud, ze zeiden dat het mijn eigen schuld was, dat ik het verdiende en het niet waard was. Heel naar en negatief. Er waren eigenlijk twee soorten medewerkers: de een knuffelde en de ander mishandelde je. Er zat niks tussenin en dat vond ik gewoon jammer dat ik denk: oh, ik snap dat je niet met iedereen even goed door de deur kan, maar wees gewoon even menselijk. Als de behandeling wat zachter was geweest was het ook niet zo ver gekomen, denk ik.
Ook mocht ik geen contact met de buitenwereld, daardoor zag ik mijn moeder maar om de week. Ik miste op dat moment het contact met de buitenwereld en familie. En ik mocht natuurlijk niet dansen. Na een tijdje mocht ik weer een telefoon, mocht ik mijn moeder zien en mocht ik op dansles en dat heeft me geholpen om te herstellen. Toen ik dat niet had, zag ik geen reden om te herstellen.”
Je zei net dat je geen reden zag voor herstel, wat hielp je uiteindelijk?
“Je kan niet herstellen als er geen mogelijkheid is. Later in mijn opnametijd mocht ik weer op dansles. Ja, dan weet je waar je het voor doet, want dan moet je wel eten. Dansen was letterlijk mijn reden: waarom zou ik eten? Oh ja, ik moet naar dansles dus moet ik me wel 6 van de 7 dagen aan mijn eetlijst houden. Je moet iets hebben wat je motiveert, want je moet het zelf gaan doen. Niemand anders doet het voor je.”
Is er iets wat je je jonge zelf had willen zeggen?
“Ja en het is zo cliché, maar wat ik zou zeggen is dat het écht goed komt! Voor elk probleem is er wel iets wat het verdraagbaar maakt. De artsen en ik waren heel erg bang dat ik het niet zou overleven, dus doodgaan was mijn enige angst toen. Ik zou ook willen zeggen: je overleeft het en je gaat daarna ook leven! Je bereikt je doel en je kan weer genieten van kleine dingetjes. Het leven valt eigenlijk wel mee……soms. Het leven is echt niet altijd leuk, hoor. Ik vind het leven best kut maar ja, je moet iets!”
Hoe voelde de weg naar je droom? Heb je ooit het gevoel gehad dat het onbereikbaar was?
“Ja en nee. Ik ben begonnen aan de dansacademie, toen was ik zo goed als hersteld van mijn eetstoornis, nou hartstikke fijn, maar toen werd ik chronisch ziek. Ik had elke dag zoveel pijn en ik was zó ziek. Daardoor ben ik gestopt met de dansacademie omdat het gewoon fysiek niet haalbaar was. Toen dacht ik echt van oké, shit: ik ga geen dansdocent worden zonder opleiding. Ik heb niet eens een middelbareschooldiploma. Maar ook toen alles zo tegenzat voelde het nooit écht onmogelijk, want ik ben er echt van overtuigd dat als je iets écht wil dat het uiteindelijk wel lukt. Misschien moet je er wel 6 keer zo hard voor werken. Maar ja, dat is dan maar zo
Na een tijdje thuiszitten ben ik gewoon naar een dansschool gegaan en ben ik gaan bluffen. Ik ben met mazzel aangenomen en toen hebben ze me eigenlijk gewoon ingewerkt. Zo verliep het een beetje en nu heb ik mijn droombaan!”
Op wat voor manier heeft deze periode jouw kijk op het leven verandert?
“Ik denk nu: je lichaam is écht sterker dan je denkt. Iedereen dacht dat ik dood zou gaan en dat is niet gebeurd. Je lichaam is zó ontzettend sterk en dat is écht bizar. Ik ben nog steeds ziek en heb allemaal orgaanschade. Mijn lichaam is kapot, maar het functioneert! Dan denk ik wel echt wow, je lichaam doet het nog! En ook weer super cliché: dat je écht dankbaar mag zijn met de dingen die je hebt en die je kan, want je beseft dat je pas veel te laat.
Toen ik opgesloten zat mocht ik niet mijn bed uit, want ik had bedrust. Dan ga je pas genieten van dat je alleen naar de wc mag, dat je überhaupt je bed uit mag en dat je kan lopen. Tijdens mijn opname kon ik niet meer lopen, dat moet je weer leren. Sindsdien sta ik best wel stil bij de kleine dingen zoals: je kan lopen of je kan gewoon lekker naar buiten of je kan eten, ik dan niet, maar nu kan ik bijvoorbeeld genieten van de geur van het eten van mijn vriend. Het feit dat ik leef ben ik gewoon ontzettend blij mee en dat sommige dingen niet kunnen is heel erg vervelend, maar er zijn genoeg dingen die wel kunnen!”
Je benoemt dat je niet kon lopen, hoe ben je van dat punt weer tot het dansen gekomen?
“Ja het was echt raar. Ik voelde mijn benen niet meer. Toen na een tijdje moest ik weer leren lopen, opnieuw mijn spierkracht opbouwen. Stap voor stap leerde ik meer: trappen lopen, een bord tillen, want dat kon ik niet meer en ook mijn concentratie moest ik opbouwen. Eigenlijk word je opnieuw geboren. Ik kon praten, maar al het fysieke moest ik leren. Om uiteindelijk weer te kunnen dansen heeft echt ontzettend veel tijd en wilskracht gekost, maar het is me wel gelukt uiteindelijk.”
Het klinkt alsof dansen je er echt door heen heeft gesleept, is dat zo?
“Ja, dat was de reden voor herstel. Het klinkt heel hard, maar familie heb ik niet echt, want ik ben uit huis geplaatst door mijn moeder toen ik 15 was. Ik had geen vriendinnetjes en ook het nieuws had ik niet dus ik wist niet wat er speelde. Ik had alleen mezelf en de mensen die slecht met mij omgingen. Er was geen reden voor herstel. Ik had geen woonplek, geen familie, ik kon niet lopen. Er is een begeleider geweest en zij zei tegen mij: “Als jij van de sondevoeding af bent en een gezond gewicht hebt en je 6 van de 7 dagen aan de eetlijst houdt mag jij op dansles”. Nou, dat gesprek heeft mij laten herstellen. ”
Geef een reactie