
Aantal thuiswonende jongeren dat een woning zoekt is verdubbeld – nu ook in Groningen
Meer dan een kwart van de thuiswonende, zoekende jongeren in Nederland heeft moeite met het vinden van een huis, blijkt uit een onderzoek van het CBS. Dat was in 2021 nog 13%. Eerst speelde dit probleem vooral in de Randstad maar nu trekt het ook naar studentensteden als Groningen, waar studenten zoals Josephine Nagtegaal (20) al maanden hospiteren. ‘’Erg demotiverend,’’ geeft ze aan. Wat betekent dit voor zo’n studentenstad?
De eerste hospi. Met knikkende knieën sta je voor de deur met een goedkope fles wijn of een ander klein cadeautje in je hand. Je mogelijke nieuwe huis en huisgenootjes hangen allemaal af van de kennismaking. Er worden verschillende vragen gesteld, zoals: ‘’Welk verkeersbord zou jij zijn?’’ en ‘’Hou je van uitgaan?’’
Na een huistour en een drankje is het weer tijd om te gaan. Je hebt de hele avond enthousiast, extravert en gezellig gedaan; toch zeggen ze de volgende dag dat ze voor iemand anders hebben gekozen. Josephine heeft acht hospiteeravonden gehad en heeft het gevoel dat ze niet meer wordt gekozen. ‘’Het voelt erg demotiverend. Alsof je een beetje opzij wordt gezet.’’
Stijgend percentage
Uit onderzoek van het CBS is duidelijk dat 26% van de thuiswonende jongeren in Nederland moeite heeft om een woning te vinden. Dit probleem is, naast de Randstad, nu ook in de rest van Nederland te vinden, zoals in Groningen. Groningen is een relatief jonge stad; er wonen 76.034 jongeren van 18 tot 29 jaar, en 25,6% van de thuiswonende jongeren kan geen woning vinden.
Peter Boelhouwer, hoogleraar TU Delft gespecialiseerd in de woningmarkt, benoemt ook die druk van jongeren die in de stad willen wonen. ‘’Als de prijzen zo hoog blijven en als het aanbod zo schaars blijft, dan zijn jonge huishoudens de eersten die de stad verlaten,’’ aldus Boelhouwer. Volgens hem zijn die groepen het cement van de samenleving. Hij vindt dat zij levendigheid en sociale cohesie brengen, en die dreig je dan kwijt te raken. ‘’Dat is voor een stad heel bezwarend.’’
Josephine woont in Groningen bij haar ouders en is al bijna een jaar op zoek naar een woning. Ze staat ingeschreven op verschillende websites en kijkt wekelijks op Kamernet en Facebook, maar niks lukt. Ze vertrouwt soms de foto’s niet of ze voldoet niet aan de vereisten van de verhuurders. De grootste uitdaging is het geld. Josephine: ‘’Het is echt superduur, dat kan ik gewoon niet betalen.’’ Nu ze twintig is, vindt ze het tijd om uit huis te gaan, aangezien ze nu rekening moet houden met haar ouders. ‘’Als je met huisgenootjes van je eigen leeftijd woont, snappen zij dezelfde soort leefstijl wat meer. Als ik een keer om twee uur thuis kom, vinden mijn ouders dat niet zo leuk,’’ vertelt ze.
Woningtekort
Zij is niet de enige: het verwachte tekort in Groningen in 2025, is volgens een OIS Groningen-onderzoek ongeveer 10.000 woningen. Er zijn veel verschillende doelgroepen die tevreden gehouden moeten worden. Liesbeth Weusten, beleidsadviseur Wonen van gemeente Groningen, geeft aan dat de gemeente probeert zoveel mogelijk nieuwe woningen te bouwen voor jongeren. ‘’We zetten in op voldoende aanbod, kwaliteit, betaalbaarheid, het welzijn van de jongeren en het houden van de controle,’’ vertelt Weusten over de samenwerking met woningcorporaties, onderwijsinstellingen en studentenvertegenwoordiging.
Het tekort is al langer een probleem; landelijk is er een tekort van 300.000 woningen. ‘’Jongeren zijn natuurlijk degenen die de woningen zoeken, dus die hebben daar het meeste last van,’’ zegt Boelhouwer. De grootste oorzaak is dat de bevolking sneller groeit dan dat er woningen worden toegevoegd. Ook speelt de huurbevriezing een rol, die het kabinet en de regeringscoalitie recentelijk hebben besloten. Woningcorporaties kunnen hierdoor twee jaar lang €49 miljard minder investeren. ‘’Je krijgt twee groepen: een lagere inkomensgroep die in de sociale huursector wil wonen, maar die moeten gewoon lang wachten. En een groep met hogere inkomens, die vindt zijn weg wel. Die tweedeling wordt dan steeds groter,’’ vertelt Boelhouwer.
Toekomst
In Groningen zijn recentelijk studentenwoningen bijgebouwd zoals Xior bij Reitdiep, Helix, Libertas, Woldring en Proxima. Proxima is een tijdelijke studentenhuisvesting van tien jaar, die is geplaatst op de Zernike Campus in Groningen. Er is plek voor ongeveer 400 studenten, maar tijdens een piek kunnen er door dubbele bezetting wel 800 studenten in. De gemeente heeft samen met de Rijksuniversiteit Groningen en Hanzehogeschool Groningen de woningen geïnitieerd. ‘’Dat is wel iets moois, iets waar we heel trots op kunnen zijn,’’ vertelt Weusten. Zo wordt de aantrekkelijkheid van de campus versterkt volgens Weusten voor niet alleen studeren en sporten maar ook wonen.
‘’Heel goed,’’ is de reactie van Boelhouwer op de Proxima huisvesting. ‘’Tijdelijk gaat sneller en het is makkelijker om locaties voor te vinden.’’ Naast tijdelijke woningen denkt Boelhouwer dat het vooral neerkomt op nieuwbouw en het beter inzetten van de voorraad. ‘’Er is niet één oplossing, dat maakt het ingewikkeld. Er zijn meerdere knoppen waar je aan moet draaien,’’ vertelt Boelhouwer. Hij vindt dat er al veel aandacht voor is bij gemeentes. Weusten: ‘’Het is een uitdaging om betaalbare woningen te realiseren. Ik zet me er graag voor in. Uiteindelijk wil je werken aan een stad waar ruimte is voor iedereen, dus ook jongeren.’’
Of het percentage van de thuiswonende jongeren dat een huis zoekt zal verminderen, is voor hoogleraar Boelhouwer nog maar de vraag. ‘’Dat ga ik niet meer meemaken, dat we dat oplossen. Dat gaat nog wel even duren,’’ vertelt hij.
Weusten is daarentegen wel optimistisch. ‘’We zien wel het aantal studenten afnemen in de toekomst, dat heeft met de bevolkingsontwikkeling te maken,’’ aldus Weusten. Wanneer het probleem daadwerkelijk zal verminderen, durft ze niet te zeggen.
Josephine hoopt een betaalbare woning te vinden, maar weet niet of het gaat lukken. Haar leven gaat dan wel veranderen, denkt ze. ‘’Ik denk dat ik me een stukje vrijer ga voelen. Dat ik iets meer mezelf kan zijn. Ik kijk er wel naar uit, om mijn eigen kamer te hebben,’’ vertelt Josephine.
Geef een reactie