
“Het is nog maar een druppel”, flexwoningen bieden tijdelijk thuis aan studenten en statushouders in Zwolle
Sinds eind april zijn de 42 flexwoningen op het campusterrein van hogeschool Windesheim in Zwolle, vlak achter gebouw A, bewoonbaar. De tijdelijke woningen, een initiatief van de gemeente, Windesheim en woningcorporatie Openbaar Belang, zijn bedoeld om iets te doen aan het aanhoudende woningtekort in de stad. Hoewel dit soort initiatieven goed bedoeld zijn, dragen ze nauwelijks bij aan het oplossen van het grotere probleem. “We willen graag meewerken om iets tegen het woningtekort te doen,” zegt Ingrid Smit, adviseur huisvesting Windesheim (60).
Op elkaar gestapelde bruine blokken, aan de rand van het Windesheim-terrein. Een ijzeren trap slingert zich langs de zijkant omhoog, de meeste ramen zijn dicht, gordijnen gesloten, alsof de bewoners zich nog moeten settelen. Binnen in een van de woningen echoot elk stemgeluid door de kamer. Het piepschuim van de verpakking ligt verspreid, naast een lege doos van een waterkoker en een paar boodschappentassen op de grond. In de hoek leunen een dweil en een emmer tegen de houten wand. De kamer ruikt naar nieuwbouw, hout en verf. Zonder meubels voelt de ruimte nog onwennig. Aan het hagelnieuwe keukenkastje hangt Surafiel zijn jas op.
Surafiel (19) heeft ruim anderhalf jaar moeten wachten op een kamer en wilde de hoop bijna opgeven. “Als ik deze kamer niet had gekregen, dan zou ik helemaal stoppen met zoeken.” Surafiel werd zes jaar geleden vanuit Eritrea herenigd met zijn familie in Nederland. Hij woonde met zijn ouders in Steenwijk, maar studeert ICT-support bij Deltion Zwolle.
Flexwoningen schieten de laatste jaren als paddenstoelen uit de grond in Nederlandse steden: tijdelijke woonoplossingen voor groepen die in de knel zitten, zoals studenten en statushouders. Ook in Zwolle wordt daarmee geprobeerd het nijpende kamertekort te verlichten. Maar hoe tijdelijk is tijdelijk? En bieden deze woningen een echte oplossing, of verdoezelen ze vooral het structurele gebrek aan betaalbare huisvesting?
Flexwoningen zijn snel inzetbare, tijdelijke woningen die vaak uit modules bestaan. Ze kunnen makkelijk verplaatst worden en staan doorgaans tussen de vijf en vijftien jaar op een locatie. Ze zijn bedoeld voor zogeheten ‘spoedzoekers’, zoals studenten, statushouders en arbeidsmigranten. In theorie vullen ze direct een urgent woningtekort, maar in de praktijk blijven ze vaak veel langer staan dan gepland.
Volgens de Platform31-publicatie Aan de slag met flexwonen! (2019) zien gemeenten flexwoningen steeds vaker als een structurele noodoplossing in plaats van een echt tijdelijke schakel, een manier om tijd te winnen terwijl permanente woonruimte achterblijft. Het succes hangt sterk af van de locatiekeuze, heldere vervolgplannen, en consistente samenwerking tussen overheden, corporaties en opleverende partijen.
“Het draagt wel bij, maar uiteindelijk is het nog maar een druppel,” zegt Ingrid Smit. “Dan zouden er nog meer studentenhuisvestingen gerealiseerd moeten worden.” Ook Joris van Eijck, woordvoerder van SSH, is het hiermee eens: “Natuurlijk is dit niet de oplossing, dan zouden er nog veel meer woningen geplaatst moeten worden.”
De kamernood onder studenten is geen lokaal probleem. Volgens de Landelijke Monitor Studentenhuisvesting van Kences (2023) is er in Nederland een tekort van ruim 27.000 studentenkamers. Zonder ingrijpen kan dat aantal oplopen tot 45.000 in 2030. De druk is het grootst in steden als Amsterdam, Utrecht en Groningen, maar ook in kleinere studentensteden zoals Zwolle loopt de spanning op. De stad telt ruim 40.000 studenten, terwijl bijna dertig procent van de inwoners jonger is dan 25 jaar. Vooral studenten van buiten de regio hebben moeite om woonruimte te vinden.
Wat er na tien jaar met de flexwoningen gebeurt, is nog niet precies bekend. “Het gaat weg of het wordt verplaatst,” zegt Ingrid Smit. “Maar dat is een project van de gemeente; zij zullen bepalen wat er uiteindelijk mee gebeurt.” De woningen zijn zo ontworpen dat ze relatief eenvoudig op een andere plek neergezet kunnen worden.
Hoewel de toekomst van de flexwoningen onzeker is, biedt het tijdelijke onderdak voor bewoners zoals Surafiel nu duidelijk hoop. Een eigen keuken met vaatwasser, een eigen badkamer en wc, alles is er om écht te kunnen wonen. Alleen het meubilair ontbreekt nog. Surafiel kijkt tevreden rond in zijn nieuwe woning.
“Uiteindelijk was het het wachten waard.”

Geef een reactie