Problemen met fans in San Siro: ‘Supporter moest naar de hulpdiensten’

Paolo Furnari is cateringmanager bij het San Siro stadion in Milaan. Hij merkt dat er in sommige gebieden van het stadion problemen ontstaan met fans uit het oosten en fans uit het buitenland. Zo moest een van de thuisfans uiteindelijk naar de hulpdiensten worden afgevoerd, door een geëscaleerde situatie. Bij ‘gevaarlijke wedstrijden’ gaat Furnari in overleg met de veiligheidsafdeling en de voetbalteams Inter Milaan en AC Milan.

Paolo Furnari is werkzaam bij het San Siro stadion in Milaan, de thuisbasis van Inter Milaan en AC Milan. Hij is manager en is verantwoordelijk voor de 200 cateringmedewerkers, die verspreid zijn over de 29 cateringlocaties in het stadion. Furnari merkt dat er bij sommige gebieden van het stadion problemen ontstaan: ‘In de gebieden waar iedereen staat is het een beetje gevaarlijk. De fans uit het oosten en de fans uit het buitenland veroorzaken problemen. Met de thuisfans hebben we geen problemen.’

PSG-fans

Furnari licht dit toe: ‘Een voorbeeld hiervan is dat er tijdens een wedstrijd tegen PSG, fans uit het uitvak achter de bar gingen. Zij pakten daar alles op en gooiden flessen naar onze lokale fans. Dat was dit seizoen. Ze probeerden om een bierflesje naar te gooien. Uiteindelijk moest een supporter van een van de thuisteams naar de hulpdiensten worden afgevoerd, omdat het bierflesje op zijn hoofd brak.’

Omgaan met problemen

Furnari probeert in dit soort situaties de problemen op een rustige manier aan te pakken, door te zeggen tegen de betreffende personen dat zij kalm moeten blijven. ‘Zodra er teveel problemen zijn, proberen wij de bar te verlaten. Het is niet onze taak om er iets tegen te doen. Bij dit soort situaties, informeren we de stewards en de teams.’

Gevaarlijke wedstrijden

Deze problemen komen volgens hem niet voor bij elke wedstrijd. ‘Bij wedstrijden waarbij er heel veel fans aanwezig zijn, lopen de situaties vaker uit de hand en escaleren ze. Dit komt door de hoeveelheid fans: als er zoveel fans zijn, is het moeilijk om toezicht te houden. Als wij merken dat er een ‘gevaarlijke wedstrijd’ is, praten wij met de veiligheidsafdeling en de teams.’

‘Soms ben ik een beetje moe door de drukte, maar ik vind mijn werk wel heel leuk,’ benadrukt hij, ‘Elke wedstrijd is weer anders.’