“Je voelt je toch altijd een beetje buitenlander’’

Door Luna Raap

“Ben je geadopteerd?” Het was een vraag die Moesha Pruijt als kind vaak te horen kreeg wanneer ze samen met haar moeder was. Haar moeder is Nederlands en haar vader werd geboren op Curaçao, maar woont het grootste deel van zijn leven in Nederland. Zelf is Moesha geboren in Groningen en groeide ze op met vooral Nederlandse gewoontes. Toch werd haar afkomst nog vaak in twijfel getrokken. “Je voelt je toch altijd een beetje buitenlander, terwijl je gewoon Nederlands bent.’’

Kan je kort wat vertellen over jouw achtergrond?
“Mijn moeder is volledig Nederlands, afkomstig uit Amsterdam, en mijn vader is geboren op Curaçao. Hij woonde vanaf zijn zevende in Suriname bij een tante en woont sinds zijn veertiende in Nederland. Voor mij voelt mijn achtergrond daardoor vooral Nederlands, maar het is ook een beetje een mix met Surinaams en Antilliaans.”

Houd je je nog regelmatig bezig met de Surinaamse en Antilliaanse cultuur?
“Eerlijk gezegd niet heel veel. Mijn vader heeft nooit echt geprobeerd om zijn taal of cultuur intens door te geven. Hij spreekt Papiaments en Surinaams, maar ik kan dat niet. Soms hoor je het op verjaardagen of als we op Curaçao zijn, maar dat is het dan ook wel. Eten, verhalen of tradities komen af en toe voorbij, maar het was nooit een groot deel van mijn dagelijks leven. Het is dus iets dat af en toe aanwezig is, maar verder geen constante factor in mijn opvoeding.”

Hoe ervaar jij het om in Nederland te wonen als iemand met een gemixte achtergrond?
“Het zijn bij mij vaak kleine dingen. Ik heb zelf nog nooit echte agressie meegemaakt, maar mensen stellen wel vragen zoals ‘Waar kom je vandaan?’, waarbij het meteen duidelijk is dat ze eigenlijk willen weten waarom ik niet blank ben. Vooral als kind viel dat heel erg op en voelde het extra ongemakkelijk. Als ik met mijn moeder was, werd ik vaak gevraagd of ik geadopteerd was, simpelweg omdat mijn moeder blank is en ik niet. Ook op school kwamen er opmerkingen voorbij zoals ‘Ga terug naar je eigen land’ of ‘Je hebt te lang onder de zonnebank gelegen’. Het zijn van die momenten die je het gevoel geven dat je er niet helemaal bij hoort, terwijl je gewoon Nederlands bent en hier bent opgegroeid.”

Wat vind je het meest lastig of vervelend aan de manier waarop mensen op jou reageren in zulke situaties?
“Wat mij vaak stoort, is dat mensen in Nederland niet altijd kunnen accepteren dat wat ze zeggen misschien kwetsend of ongepast kan zijn. Als je aangeeft dat iets vervelend of ongemakkelijk is, krijg je vaak reacties zoals: ‘Ja maar zo bedoelde ik het niet’ of ‘Het valt toch wel mee’. Mensen gaan dan meteen in de verdediging, in plaats van even stil te staan bij hoe hun woorden bij iemand overkomen. Dat constante ‘ja maar’ is echt vermoeiend en kan soms frustrerend voelen. Ik heb ook altijd het gevoel dat Nederlanders denken dat we in Nederland het ultieme progressieve, perfecte land zijn, met zonneschijn en regenbogen overal, maar in de praktijk willen ze vaak niet horen dat er nog dingen beter kunnen of dat er nog ruimte is voor verbetering.”

Zou jij dan ook zeggen dat Nederlanders soms misschien wat te onwetend zijn?
“Ja, gewoon wat onwetend en onhandig. Soms moeten mensen even rustig nadenken en niet meteen hun mond opentrekken. Hoe zou jij je voelen als klein kind wanneer iemand zomaar vraagt of je geadopteerd bent? Het zijn van die dingen die eigenlijk helemaal niet nodig zijn om te vragen, maar die wel impact kunnen hebben. Nederlanders hebben soms het gevoel dat ze constant hun mening moeten delen over alles wat ze zien of denken, maar soms is het beter om even stil te staan en na te denken of iets echt gezegd moet worden, of dat je het misschien gewoon voor jezelf kunt houden.”

Jij zit nu in Japan voor een exchange. Merk je daar dat mensen op jou reageren op een manier die anders is dan in Nederland, of is het vergelijkbaar?

‘’Ja, ik merk wel dat het hier anders is dan in Nederland. Soms heb ik wel een het gevoel dat ik bekeken word, al denk ik dat dat soms ook wel een beetje aan mijzelf ligt. Mensen zijn hier vaak nieuwsgierig naar mijn afkomst, maar dat komt niet doordat ik donker ben, maar simpelweg omdat ze niet zo vaak westerse mensen tegenkomen. Over het algemeen valt het echter mee. Vooral in steden merk ik dat mensen niet meteen aannames maken over wie je bent. Ze praten soms wel even met je, zeggen bijvoorbeeld ‘hoi’ of vragen waar je vandaan komt. Als ik zeg dan dat ik uit Nederland kom, accepteren ze dat gewoon en daar blijft het dan meestal ook bij.’’

Wat kunnen Nederlanders dan volgens jou beter doen om hun onwetendheid of onhandigheid te verbeteren?
“Het begint bij nadenken. Voordat je iets vraagt, moet je jezelf afvragen: is dit iets dat ik echt moet weten, of is het gewoon mijn nieuwsgierigheid? En zou ik deze vraag ook stellen aan iemand die er net zo uitziet als ikzelf? Als het antwoord ‘nee’ is, laat het dan gewoon achterwege. Het gaat om bewustwording. Niet alles wat je wilt weten, is ook relevant om te vragen. Soms is het gewoon goed om even stil te staan bij de impact van je woorden en na te denken over hoe het overkomt bij de ander. Het vereist helemaal niet veel moeite, alleen dat je even bewust stilstaat bij wat je zegt en hoe je het zegt.”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *