“Iedereen verdient een tweede kans” Harm Post over zijn werk als gevangenisbewaarder

Na berichten over bedreigingen en aanvallen op gevangenispersoneel vertelt oud-bewaker Harm Post over zijn jaren in de gevangenis van Veenhuizen. Hij weet als geen ander hoe spannend en veeleisend het werk kan zijn, maar ervaart ook de voldoening die erbij hoort. “Het gaat erom mensen een tweede kans te geven en ze de juiste richting op te helpen,’ zegt hij.”

Harm begint zijn loopbaan in 1967 in militaire dienst. Daarna werkt hij bij de luchthavenpolitie op Schiphol. In 1971 ziet hij een advertentie voor een functie in Veenhuizen. “Toen ik dat las, dacht ik meteen: dat is wat voor mij,” vertelt hij. “Ik werkte toen in het westen, maar ik kom uit Noordwolde, en ik wilde graag terug naar het noorden, terug naar huis. Op 1 mei, de Dag van de Arbeid begint hij als gestichtswacht.

Het terrein is enorm, meer dan twaalfhonderd hectare groot en volledig afgesloten. In het begin loopt hij vooral buiten rond, als een soort terreinwacht, later werkt hij binnen. Zijn functie groeit mee, van schaal C2 naar C3. “Dat betekende gewoon loonsverhoging,” legt hij uit. “Je kreeg wat meer verantwoordelijkheden en dus ook wat meer betaald. Dat hoorde bij het doorgroeien, en dat voelde goed.”

Dagelijks komt hij in contact met de mannen die er vastzitten. Dat werk is pittig, maar ook waardevol. “Je kunt niet overal meteen op reageren,” zegt hij. “Dan raak je overspannen. Ik ben van nature rustig. Eerst laat ik het zakken, dan zoek ik het gesprek.” Wanneer er spanningen zijn in een cel, laat hij de situatie eerst kalmeren. Daarna gaat hij praten. “‘Waarom doe je dit nou? Kan het ook op een andere manier?’ Zo bereik je veel meer dan met schreeuwen.”

Toch loopt het soms uit de hand. Dan moet hij ingrijpen, soms letterlijk tussen twee vechtende gevangenen in. “Ik heb wel eens in een cel gestaan en gedacht: dit wordt link voor mij. Dan knijp je hem wel hoor. Dat is menselijk.” 

Bedreigingen hoort hij af en toe, vooral als er drugs in het spel zijn. “Cocaïne, heroïne, hasj, dat vond je allemaal. Dan riep er eentje: ‘Ik weet je te vinden hoor.’ Maar ik maakte me er niet druk om. Ik heb het nooit gemeld, ik dacht: ik zie het wel.” Buiten werktijd voelt hij zich zelden onveilig. Ook niet wanneer hij een oud-gedetineerde tegenkomt in zijn dorp. “Een praatje maken kan altijd, maar ik vertel niks over mezelf. Die grens stel ik.”

Zijn vrouw Annie voelt zich nooit bang door zijn werk. “Helemaal niet,” zegt ze. “We hebben zelfs volleybal gespeeld met gedetineerden. Dat was hartstikke leuk. Zij vonden dat ook prachtig.” Thuis houdt Harm het werk bewust buiten de deur. “Ik praatte nooit over wat er in de gevangenis gebeurde. Dat deed ik expres. Als je de problemen van daar meeneemt naar huis, is het foute boel.”

De mentale druk is groot. Altijd alert zijn, mensen kunnen lezen, spanningen aanvoelen, het hoort bij de baan. “Je moet kunnen zien wat er achter iemands gedrag zit,” legt hij uit. “Soms lijkt iemand boos, maar eigenlijk is hij bang of verdrietig,” zegt hij. “Als je dat begrijpt, kun je pas echt helpen. Veel mannen hebben spijt van wat ze hebben gedaan. Ze hebben fouten gemaakt, maar dat betekent niet dat ze geen goed mens meer kunnen worden. Iedereen verdient een tweede kans, maar je moet ook de gevolgen van je daden dragen. Anders leer je er niets van. Dat vind ik het mooie aan dit werk: mensen een beetje verder helpen.”

Harm en zijn collega’s staan er niet alleen voor: er is begeleiding en de mogelijkheid om met een psycholoog te praten. Harm heeft zelf nooit met een psycholoog gesproken, al deden collega’s dat wel.

Sport speelt een belangrijke rol, voor zowel personeel als gedetineerden. Harm begeleidt basketbal, volleybal en tennis. “Dat klinkt misschien raar,” zegt hij, “maar dat was het mooiste onderdeel van het werk. Zodra we gingen sporten, viel de spanning weg. In de gevangenis hangt toch altijd een druk, mensen zijn opgesloten, emoties zitten hoog. Maar tijdens het sporten was dat even allemaal weg. Ik was dan spelleider, floot de wedstrijden, maakte een grapje tussendoor. Dan zag je mannen lachen die je anders nooit zag lachen. Het was een soort uitlaatklep, niet alleen voor hen, maar ook voor mij. Even een leuk spel spelen, de energie eruit, alles van je afslaan met een bal.”

Toch zijn er dagen die hem bijblijven. “Soms had je van die harde dagen,” vertelt hij. “Veel ruzie, mensen die niet luisteren, spanning in de lucht. Dan kwam ik thuis en dacht ik: pfff, dit was geen leuke dag. Maar dan had je ook van die dagen dat alles liep zoals het moest, iedereen deed zijn werk, geen gezeur, een beetje lol maken. Dan dacht ik: kijk, zo mag het vaker.”

Zijn kijk op het vak blijft onveranderd. “Een goede bewaker is stabiel, rechtvaardig en eerlijk. En als je zelf een fout maakt, moet je dat ook toegeven. Dat waarderen ze. Je moet niet de baas spelen, maar wel duidelijk zijn.” Die houding, kalm, menselijk, zonder opsmuk, houdt hem veertig jaar overeind in een omgeving waar spanning nooit ver weg is. Na 39 jaar werken in Veenhuizen gaat Harm met pensioen. Eén ding maakt hem extra trots: “Ik ben in al die jaren geen dag ziek geweest,” zegt hij met een glimlach. “Geen één. Mijn baas zei nog toen ik wegging: ‘Daar mogen we trots op zijn, Harm.’ En dat was ik ook. Het zegt iets over mijn doorzettingsvermogen, denk ik. Als ik ergens aan begin, maak ik het af.”Zijn kleindochter Kyra glimlacht als ze over hem praat. “Opa is altijd bezig,” zegt ze. “In de tuin, aan het klussen, op de fiets. Hij kan niet stilzitten. Maar wat ik vooral bijzonder vind, is hoe rustig hij altijd blijft. Als er iets misgaat, zegt hij nooit ‘zie je wel’, maar altijd: ‘ach, komt wel goed.’ Dat heeft hij van zijn werk, denk ik. Hij heeft geleerd om niet te snel te oordelen, eerst kijken, dan pas wat zeggen.” Het werk was moeilijk, maar voelde zinvol. “Iedere dag probeerde ik iets goeds te doen,” zegt hij. “Soms lukte dat, soms niet. Maar ik heb altijd geloofd dat iedereen een tweede kans verdient. Als je mensen die kans geeft, kunnen ze je nog eens verrassen.”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *