Het verhaal van Sem (19) over verslaving, herstel en opnieuw beginnen.
In Gorredijk vertelt Sem zijn verhaal. Hij is negentien en volgt een opleiding tot verpleegkundige. Maar het afgelopen jaar zag zijn leven er heel anders uit. “Ik dacht dat ik gewoon plezier maakte,” zegt hij. “Tot ik merkte dat ik elke dag gebruikte.”
Hoe het begon
Het begon allemaal vrij onschuldig. “De eerste keer dat ik drugs gebruikte was op 1 april 2023,” vertelt Sem. “Ik was met vrienden, we dronken wat en ik dacht: ach, één keer proberen kan geen kwaad.”
Dat ene moment werd het begin van iets groters. In het begin gebruikte hij alleen in het weekend, maar al snel werd het standaard. “Of we nou in de kroeg zaten of gewoon bij iemand thuis, ik moest drugs hebben.”
Thuis ging het niet goed. Zijn ouders waren gescheiden en hadden veel ruzie. “Bij mijn moeder hoorde ik wat mijn vader verkeerd deed, en bij mijn vader precies andersom. Ik voelde me er altijd tussenin staan,” zegt hij.
De drugs gaven hem rust. “Als ik gebruikte, voelde ik niks. Geen stress, geen druk. Even mezelf zijn. Tenminste, dat dacht ik.”
Zijn vader, Jeroen, herinnert zich die periode nog goed. “Ik zag hem wegglippen, maar als ouder denk je eerst: het valt wel mee. Totdat je doorhebt dat het niet zomaar pubergedrag is. Toen brak er echt iets bij me.”
Van af en toe naar elke dag
Langzaam veranderde het gebruik in een gewoonte. “Je kunt het een beetje vergelijken met een skippybal die je onder water probeert te houden,” legt Sem uit. “Zolang je kracht hebt, lukt het. Maar als je moe wordt, schiet hij omhoog. Zo ging het bij mij met mijn problemen. Als ik nuchter werd, kwamen ze keihard terug.”
Hij werkte bij de Albert Heijn en de Primera en liep stage in de thuiszorg. Maar door het gebruik ging het steeds slechter. “Ik kwam te laat, meldde me ziek of kwam gewoon niet opdagen. En elke keer dacht ik: als ik me slecht voel, helpt gebruiken wel weer even.”
Totdat het echt fout ging. Op 12 juli 2024 kwam hij midden in de nacht thuis na een avond stappen. “Mijn moeder had de deur op slot gedaan. Ze was het zat. Ik moest het huis uit.”
Dieptepunt
Sem ging bij zijn vader wonen, maar dat werd alleen maar erger. “Ik gebruikte toen zoveel dat ik het niet meer kon betalen. Op mijn werk bij de Primera kon ik bij het geld in de kluis. Op een gegeven moment pakte ik geld om mijn drugs te betalen.”
Toen hij werd betrapt, zag hij de camerabeelden van zichzelf. “Ik herkende mezelf niet. De Sem die ik ben, zou dat nooit doen. Ik ben een zorgzame jongen, maar ik zag iemand die alles kwijt was.”
Zijn vader zegt daarover: “Het deed pijn om te zien hoe ver hij was afgezakt, maar ergens was ik ook opgelucht. Eindelijk konden we niet meer doen alsof het goed ging. Dit was het moment dat het moest veranderen.”
Na dat moment wist Sem dat het niet zo verder kon. “Ik ben ontslagen, mijn moeder was in tranen, en toen heb ik hulp gezocht. Ik heb een verslavingskliniek gebeld en gezegd dat ik echt hulp nodig had.”
De stap naar hulp
Tijdens de intake vroegen ze hem of hij dacht dat hij ooit nog kon drinken. “Ik zei dat ik wel twee of drie biertjes kon drinken. Toen zeiden ze: dan ben je hier nog niet klaar voor,” vertelt hij.
Een paar dagen later belde hij terug. “Ze hadden gelijk. Ik drink er nooit twee of drie, het worden er altijd meer.”
Vier weken later mocht hij beginnen in de kliniek. “De eerste dag kwam ik op de detox. Ik zag daar mensen van vijftig, zestig jaar, helemaal kapot van de drank en drugs. Toen besefte ik pas echt wat verslaving doet.”
In de weken daarna leerde hij veel. “Ik dacht altijd dat ik goed kon praten over mijn gevoel, maar eigenlijk praatte ik er altijd overheen. Daar leerde ik om rustig te worden en echt te voelen wat ik voelde. Blij, boos, bang of verdrietig dat leerde ik pas daar.”
Leven in een safehouse
Na de behandeling ging Sem naar een safehouse in Zuid-Limburg. “Dat is een plek waar je leert om weer te leven in de maatschappij. In het begin mocht ik de eerste drie weken niet alleen naar buiten. Daarna moest ik het stap voor stap weer leren.”
Tien maanden woonde hij daar. “Elke dag begon met een dagstart, we praatten over hoe het ging en deden dingen zoals therapie of creatieve opdrachten. Dat gaf structuur. Ik werd daar echt volwassener. Ik leerde dat ik niet alles alleen hoef te doen.”
Zijn goede vriend Alec bezocht hem een keer in het safehouse. “Ik was zenuwachtig, want ik wist niet of ik de oude Sem nog zou zien. Maar toen ik hem zag, wist ik meteen dat het goed zat. Hij keek me weer recht aan. Dat had ik lang niet gezien.”
Terugval
Toen hij terugkwam in Friesland, ging hij begeleid wonen in Heerenveen. “Ik wilde niet meer bij mijn ouders wonen, ik wilde het zelf doen,” zegt hij.
Maar dat bleek moeilijk. “De anderen mochten drinken en blowen. Ik voelde me vaak alleen. En toen ging het mis.”
Hij gebruikte opnieuw, één dag. “Ik wist meteen dat het fout was. Ik probeerde de urinecontrole te ontwijken, maar uiteindelijk moest ik. Toen kwam het uit. Mijn moeder was verdrietig, mijn vader zei: ‘Nu moet jij laten zien wat je geleerd hebt.’ Dat motiveerde me om het weer op te pakken.”
Opnieuw beginnen
Sindsdien woont Sem weer bij zijn vader. “Dat werkt veel beter. Hij ziet het als het niet goed gaat, en ik durf nu om hulp te vragen. Dat kon ik eerst niet.”
Hij heeft een nieuwe vriendengroep, gaat nog steeds naar meetings en richt zich op zijn opleiding. “Ik wil gewoon mijn school afmaken en een normaal leven opbouwen. En ik weet dat ik nooit meer drugs kan gebruiken. Dat is duidelijk.”
Zijn vriend Alec zegt: “Vroeger was Sem er altijd bij, maar nooit echt aanwezig. Nu is hij juist degene die vraagt hoe het met jou gaat. Dat is knap, na alles wat hij heeft meegemaakt.”
Over de toekomst praat Sem rustig en nuchter. “Verslaving gaat nooit echt weg. Het blijft iets waar ik mee moet leven. Maar ik weet nu wat ik moet doen om niet terug te vallen.”
Hij glimlacht even. “Iedereen in het dorp weet het inmiddels. Dat is eigenlijk wel fijn, want niemand biedt me meer wat aan. En ik schaam me niet meer. De verslaving zal altijd blijven, maar ik leef weer.”