Yoeri de Groote (23) groeit op in Rotterdam-Zuid met zijn moeder en twee zussen. Yoeri zijn vader overleed toen hij nog baby was. Toen zijn moeder ook kwam te overlijden als gevolg van een spierziekte vond hij houvast bij de jeugdbrandweer. Hij wist zijn verleden om te zetten in hoop en zorg voor dementerende ouderen.
Yoeri de Groote (23) woont in Apeldoorn, maar hij spreekt vol trots over dat hij uit Rotterdam-Zuid komt, Vreewijk om precies te zijn. ‘’Het mooiste gedeelte van de Randstad,’’ lacht hij. Ondanks dat hij hierom lacht is zijn jeugd allesbehalve makkelijk geweest. Yoeri zijn vader overleed toen hij baby was, waardoor hij samen met zijn twee zussen en moeder overbleef. ‘’Mijn moeder had een spierziekte, en als de stroom uitviel ging haar beademingssysteem over op de accu. Daar kwam de brandweer dan altijd voor, en zo is het balletje eigenlijk gaan rollen.’’ Yoeri vertelt daarna dat zijn moeder als gevolg van haar spierziekte is overleden in zijn armen toen hij negen was. Vanaf toen werd hij van instelling naar instelling geplaatst.
Discipline
‘’Toen ik uiteindelijk twaalf was, was ik eigenlijk nog te jong om te starten bij de jeugdbrandweer. Maar ik kon toch terecht bij de jeugdbrandweer in Rotterdam, en met elke verhuizing ben ik gaan kijken of daar een jeugdbrandweer in de buurt was,’’ vertelt Yoeri vol trots. De jeugdbrandweer gaf hem voldoening door te helpen in noodsituaties, wat hij bij zijn moeder had gezien, maar hij vertelt ook dat hij daar een stuk discipline heeft geleerd. ‘’Mijn vader was al weg toen ik baby was, ik heb twee oudere zussen en ook geen grote broer waar ik tegen op kan kijken. Omdat ik alleen met vrouwen ben opgegroeid mis je die discipline wel echt thuis.’’
Door een incident bij de brandweer moet Yoeri stoppen. In de tussentijd heeft hij verschillende baantjes gehad, ‘’Van belastingambtenaar, tot vuilnisman. Dus ik heb echt veel diversiteit gehad. Maar ik wilde toch mensen helpen zoals bij de brandweer. Dus ik dacht, ik ga een verpleeghuis in met bejaarden die dementerend zijn.’’
De overstap en omgeving
Yoeri vertelt dat hij zeker wist dat hij de zorg in wilde op zijn tweede werkdag en begint nog voordat hij het verhaal vertelt te glunderen. ‘’Een bewoner van ons is twee meter, en we waren hem een keer kwijt. Na lang zoeken vonden we hem uiteindelijk onder de bank! Het feit dat die lange man onder zo een kleine bank lag en niet wist wat hij deed gaf mij de motivatie om er echt voor die mensen te zijn.’’ Ook Paula, een collega van Yoeri, ziet deze motivatie en oprechte zorgzaamheid terug in Yoeri. ‘’Hij staat dag en nacht voor iedereen klaar. Niet alleen voor de bewoners, maar ook voor zijn collega’s. Dat is gewoon wie Yoeri is.’’
Niet iedereen in Yoeri’s omgeving dacht dat hij de zorg zou kiezen. ‘’Tot nu toe doe ik het al ruim een jaar. En is het eigenlijk het leukste wat ik tot nu toe ooit heb gedaan.’’ Een van de mensen die er minder vertrouwen in had was Keith, een goeie vriend van Yoeri. ‘’Door zijn verleden met zijn moeder en de nare dingen die hij in de jeugdzorg heeft gezien leek het mij een te grote stap voor hem. Maar als ik nu hoor hoe hij over zijn werk vertelt support ik hem alleen maar en zie in dat dit werk juist voor hem is gemaakt.’’
De impact van het verleden
Yoeri heeft bewust voor ouderen met dementie gekozen. ‘’Over het algemeen kan je nog een gesprek voeren. Je hebt ook mensen die somatisch zijn, dus iets lichamelijks hebben, dan ga je toch meer richting de kant van mijn moeder op, wat ik niet ga trekken.’’ Hij zucht en vertelt dat het aan zichzelf ligt. ‘’Ik moet accepteren dat die persoon niet hetzelfde is als mijn moeder en ook niet mijn moeder is. Ik denk dat het moment dat ik die stap zet, er wel overheen kan komen.’’ Op de vraag waarom hij nog niet op dat punt is blijft het even stil. Daarna antwoord hij: ‘’Omdat ik dan bang ben dat ik mijn moeder vergeet.’’
Op de vraag of zijn jeugd invloed heeft gehad op de manier waarop hij met cliënten omgaat schiet hij in de verdediging. ‘’Nee, bewoners.’’ En zegt dat dit een bewuste keuze is, mede door zijn jeugd. ‘’Als ik terugkijk naar de jeugdzorg, dan was ik een casus, een cliënt. Heel zwart-wit gezien zijn ze ook een casus. Maar zolang ik ze als mens blijf zien zijn het gewoon bewoners en geen cliënten.’’
Toekomst en advies
Zijn zware jeugd en baan houden Yoeri niet tegen om meer doelen te willen realiseren. ‘’Over vijf jaar hoop ik op een huisje met een vrouw, echt een familie stichten en dat ook behouden. En professioneel wil ik nog een gespecialiseerde opleiding doen en in het ziekenhuis gaan werken.’’
Aan het eind van het gesprek kijkt Yoeri bedenkelijk en vertelt dat hij wel nog graag iets wil meegeven aan mensen, iets wat hij vanuit zijn werk ziet. ‘’Je ziet op straat regelmatig verwarde bejaarden. Vaak zijn deze mensen niet verward maar dementerend. Als je je geroepen voelt om ze te helpen kan je altijd helpen met bijvoorbeeld oversteken. Wees vooral lief tegen elkaar, en help elkaar in deze lastige tijd.’’