De prinsen en adjudanten zijn weer bekend. En dat is niet alleen in Brabant, maar ook in Twente wordt carnaval gevierd. Elke vereniging heeft haar eigen hoogheden gekozen. En iedereen doet het weer anders en volgens carnavalshistoricus Rob van de Laar zie je dat overal. “Carnaval heeft veel lokale verschillen. Je kunt het niet over een kam scheren. Maar één ding hebben ze wel gemeen: de bekendmaking is altijd spannend.”
De zaal bij Kottink Geesteren (Ov.) zit vol, de blauwe steken – hoeden met fazantenveren – zitten op het hoofd en velen hebben de buttons op de verenigingsjas gespeld. De mensen staan allemaal te praten “Hé haal jij weer even bier.” zegt er een. Anderen staan rustig te wachten tot de nieuwe prins uit de pappot komt. De pappot staat symbool voor de papsleef’n. Uit de muziekboxen komt een stem, de spreekstalmeester begint, “Ja beste mensen we gaan nu weer over in ons 56 regeringsjaar van de papsleef’n met onze 54 sleutelprins van de gemeente Tubbergen. Pap’n en nat hoal’n bloas hem de’r in.” Het is in een keer stil. Pap’n en nat hoal’n – de fanfare – begint te spelen, het publiek klapt vrolijk mee en de pappot wordt zo naar binnen gedragen. De grote pot met een aangebrande onderkant en blauwe en witte strepen zit op slot, met daarop drie klappende dansmariekes, ook allemaal in het blauw en wit. De pappot wordt opengemaakt door de oud-hoogheden en daar is dan een nieuwe vorst. Normaal komt de prins eruit, maar hij is dan nog de spreekstalmeester, dus staat hij ernaast met een grote glimlach op zijn gezicht.
Nadat de vorst en de prins zijn omgekleed, onder begeleiding van de fanfare, gaat het weer verder. Onder gejuich komt de kersverse prins binnenlopen, “ik zal het kort houden, want de meeste kennen mij al en voor wie mij nog niet kent, ik ben Leon Oosterik.” Onder Born in the U.S.A. van Bruce Springsteen komt dan nog iemand uit de deur. Het is de adjudant. Na zijn bekendmaking gaat er een schok door de zaal en zeker onder de kinderen, omdat zij en niemand anders het hadden verwacht. Het is namelijk Jeroen Weghorst. Het feest begint en de tap stroomt rijkelijk.
Carnaval is een feest dat in Brabant en Limburg, maar ook in Twente wordt gevierd. Tijdens carnaval verkleden de mensen zich. Hiermee draaien de feestvierders de maatschappelijke rollen om. Dat is ook de reden dat er een prins carnaval is, de rol van bestuurder komt in handen van een prins en die is voor meerdere dagen de symbolische baas. In sommige plaatsen is het carnaval veel langer, vaak vier dagen. Dan zijn de prins en adjudant de baas in de carnavalssteden en -dorpen.
Bij carnavalsvereniging de Papsleef’n zijn de hoogheden van 2025 prins Leon Oosterik en adjudant Jeroen Weghorst. Zij hebben niet het gevoel dat zij macht hebben in hun functie. “Wij zien die macht als symbolisch, als sarcastisch. Naar onze mening kan iedereen prins of adjudant worden. Daarom verkleden mensen zich ook, iedereen wordt als gelijken gezien en de klassen verdwijnen.”
En toch zijn er wel enige klassenverschillen. De hoogheden mogen boven in de prinsenwagen staan en daar kijken ze beiden wel naar uit. “We staan beiden al jaren onder in de wagen. Nu mogen we eindelijk boven in de wagen, in de paplepel staan. Dat is wel iets heel speciaals.”, zeggen ze met een grote glimlach op hun gezicht.
Als ze straks tijdens de optochten in de paplepel staan, voeren zij in Geesteren de optocht aan. En volgens de hoogheden is dat niet de enige plek waar zij als aanvoerder worden gezien. “Als Hoogheid ben je ook degene die vooroploopt in de polonaise en hem begint.”, aldus Leon. De beide hoogheden gaan carnaval nu heel anders beleven. “We waren eerder wel betrokken als vorst (red.: voorzitter, Leon) en lid van de raad van elf (red.: Jeroen), maar wij maken alles nu zelf voor de eerste keer mee.” Met alle veranderingen blijven er ook nog een aantal dingen hetzelfde. “Als carnavalsvierder en helemaal als hoogheid moet je natuurlijk nog steeds aan de normale fatsoenregels houden. Je moet nog steeds normaal doen, want het slechte onthoud je.”
En dat beaamt Rob van de Laar. Hij is carnavalshistoricus. Volgens hem hebben mensen een verkeerd beeld over carnaval gekregen. “Carnaval is niet alleen meer veel drinken en lang leve de lol. Het is nog steeds een feest waar de normale fatsoenregels gelden.”
“Carnaval is nog steeds een feest waar de normale fatsoensregels gelden.”
En dan is er nog de symbolische macht. “Het is eigenlijk voor de bühne”, aldus Rob.
Volgens Rob hebben de hoogheden geen macht, maar hebben zij wel een andere taak. “De prins is als het ware degene die het carnaval aanvoert, dit is vooral met optochten en andere carnavalsactiviteiten. Dat is iets wat in elke carnavalsstad of -dorp voorkomt. En het is één van de weinige dingen die ze allemaal gemeen hebben.”
Met de functie van hoogheid word je ook een lokale bekendheid. “Ik werd vandaag nog erop aangesproken en gefeliciteerd hier in de supermarkt, dat is wel iets leuks. Ook al werden we al drie weken geleden bekend” aldus Jeroen. “Ja, dat heb ik ook.”, zegt Leon, “je wordt sneller herkend, ook zonder pak en steek.”
Volgens Hubert Voshaar, lid van de raad van 11 van de Papsleef’n, snapt hij wel waarom de hoogheden sneller herkend worden. “Als ik ergens ben voor carnaval, dan is gelijk de eerste vraag, ‘Wie zijn bij jullie de prins en adjudant?’ Daaruit zie je maar weer, dat de prins en adjudant als het ware het boegbeeld van de carnavalsvereniging zijn. En dat is niet alleen bij deze, maar dat is bij elke prins al zo geweest. Ze zijn de voorlopers in het feest maken.”
Daarnaast is volgens Hubert de samenwerking met de raad van 11 heel intensief. “De leden van de raad regelen eigenlijk alles voor de hoogheden. En ditmaal hebben wij twee hoogheden die wel weten wat zij moeten doen, maar wij hadden er vorig jaar twee, die moesten nog wegwijs worden met activiteiten.”
“N’ goei’n Papsleef blif bloazen.”
Nadat de hoogheden bekend zijn geworden, wordt ook de lijfspreuk van de prinsen bekendgemaakt. “n’ goei’n Papsleef blif bloazen.” Letterlijk vertaald staat er ‘een goede Papsleef blijft blazen.’ En Leon vindt dat het goed bij hen past. “De Papsleef’n staan bekend als blazers (pochers, red.) en de leus geeft aan dat als je iets goed voor elkaar hebt, mag dat uitdragen. En dat gaan wij dit jaar zeker doen.”