Meer onderwijsassistenten en duidelijke regels voor contact met ouders helpen tegen stress bij basisschoolleerkrachten. “Want dan weet iedereen waar hij aan toe is. Dat haalt zoveel stress weg,” ervaart lerares Loes van Dijk. Die verlichting is hard nodig, want uit nieuwe CBS-cijfers blijkt dat basisschoolleerkrachten tot één van de meest gestreste werknemers van Nederland behoren.
Na herhaalde waarschuwingen en het ontwijken van papierpropjes wordt het eindelijk rustig in groep 7 van de Van Heemstraschool in Hattem. “Even tien minuten niks hoor,’’ zegt lerares Loes van Dijk zuchtend, terwijl de kinderen lezen of tekenen. De rust is van korte duur en wordt verbroken door een groepje 10-jarige jongens dat joelend voorbij komt rennen. Tegenwoordig zijn er binnen een klas veel diagnoses, vertelt Van Dijk: “De één heeft autisme, de ander ADHD en weer iemand anders is hoogbegaafd.” Met al die kinderen en hun ouders moet ze rekening houden en gesprekken voeren. “Dat is best wel vermoeiend en zorgt vaak voor stress.”
Uit onderzoek van het CBS blijkt dat 1 op de 6 werknemers hun baan als stressvol ervaart. Bij leerkrachten van het basisonderwijs is dit meer dan het dubbele, om precies te zijn 38,5%. De Nederlandse Organisatie voor Toegepast-Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO) concludeert dat 49% van de leerkrachten de bestaande maatregelen tegen stress onvoldoende vindt.
Hoge verwachtingen van ouders en inspectie
Fred Zijlstra hoogleraar Arbeids- en Organisatiepsycholoog, legt uit dat stress ontstaat wanneer mensen het gevoel hebben dat ze meer werk moeten doen dan ze aankunnen. Als dat gevoel een langere tijd aanhoudt, ontstaat er stress. “Lesgeven en omgaan met kinderen is de hoofdzaak bij leerkrachten, maar er komen allerlei taken bij,” vertelt Zijlstra. Hij noemt bijvoorbeeld administratie bijhouden, rapportages maken en contact houden met ouders. Volgens Zijlstra zorgen niet alleen die extra taken naast het lesgeven voor stress. “Met name het feit dat ouders alleen maar veeleisender zijn geworden, zorgt voor problemen.” Dat ouders veeleisender zijn geworden komt volgens Zijlstra doordat ouders willen dat leerkrachten net zo bezorgd zijn om hun kinderen als zij zelf. “Maar een leerkracht heeft er twintig of dertig in de klas en niet twee of drie zoals de ouders thuis,” licht hij toe.
Naast de stress die ouders met zich mee kunnen brengen zorgt ook de inspectie voor stress volgens Rianne Strijker, directrice van de Van Heemstraschool in Hattem. Vanuit de inspectie worden steeds hogere normen gesteld die de scholen moeten halen. “Soms hebben wij het idee dat de overheid graag wil dat iedereen havo of vwo advies krijgt.” Maar dat is volgens Strijker niet realistisch. “Toch worden we daar als school op afgerekend en is er een constant gevoel dat we moeten presteren,” vertelt ze.
Complexe klassen
Basisschoolleerkracht Loes van Dijk die ook op de Van Heemstraschool werkt is het met beide oorzaken eens. Daarnaast vertelt ze ook dat de klassen tegenwoordig complexer zijn geworden. Dat komt doordat er tegenwoordig inclusief onderwijs bestaat waarbij zoveel mogelijk kinderen mee moeten draaien met een normale klas. Van Dijk vindt het goed bedoeld maar geeft aan dat het moeilijk uitvoerbaar is. “Alle kinderen die vroeger naar speciaal onderwijs gingen, zitten nu allemaal hier,” vertelt ze. Die complexiteit zorgt voor extra stress bij Van Dijk. “Het is drukker dan we kunnen doceren en dat zorgt voor frustratie,” verklaart ze. Aan het einde van de dag had ze graag meer aandacht aan bepaalde kinderen in de klas willen geven, maar door alle verschillende diagnoses heeft ze daar simpelweg geen tijd voor. “Die frustratie levert op lange termijn stress op,” vertelt Van Dijk vermoeid.
Onderwijsassistent
Om weer meer focus te kunnen krijgen op de hoofdzaak: het les geven, zou Van Dijk een onderwijsassistent als een verademing zien. Zowel Zijlstra als Strijker zien een onderwijsassistent ook als een goed werkende maatregel. Op de Van Heemstraschool zijn ze daar al mee bezig. Strijker legt uit dat ze momenteel één collega hebben die een ochtend de klas overneemt zodat de leerkracht tijd heeft voor administratieve taken. “Dat werkt heel fijn, maar het is per leerkracht maar één ochtend per week,” licht Strijker toe. Volgens Zijlstra zou een assistent goed werken als die er elke dag van de week zou zijn. “Het verlicht niet alleen het werk, het heeft ook een sociaal effect zodat je iemand hebt om mee te sparren,” aldus Zijlstra.
Een onderwijsassistent werkt echter alleen onder strikte voorwaarden. “Het moet werken als een verlichting en niet als extra last,” zegt Zijlstra. Zijn voorstel zou zijn om met meerdere scholen samen een cursus te geven voor de assistenten. Hij zou mensen die moeilijk aan werk komen inzetten, iemand met een lichamelijke beperking die graag wil werken kan volgens hem prima aan de slag als onderwijsassistent. Van Dijk is daar nog wat sceptisch over. “Het moet niet zo zijn dat ik straks een extra leerling in de klas heb in plaats van hulp.”
Strijker zou ook graag voor elke klas een onderwijsassistent willen inzetten. Op de vraag wat daar voor nodig is volgt het eerlijke antwoord: “Geld, heel veel geld.”
Duidelijke afspraken
Wanneer de bel gaat en het plein weer volstroomt met ouders, is de werkdag voor Van Dijk nog lang niet voorbij. “Op dit moment zouden extra handen heel fijn zijn, maar wel de juiste handen,” zegt Van Dijk. Ook vertelt ze dat duidelijke communicatie met ouders stress verminderend zou helpen. Van Dijk legt licht gefrustreerd uit hoe ze het zou willen hebben: “Het is niet, u vraagt wij draaien. Dit is het op school en daar heb je naar te schikken. En zo niet, zoek een andere school.”
Ook Strijker pleit voor duidelijke communicatie met ouders. Beleidsmatig wil zij dat de school sterk in haar schoenen staat en realistische verwachtingen schept, bijvoorbeeld door een open en eerlijke voorlichting. Van Dijk benadrukt dat het loslaten van onrealistische verwachtingen ook stress kan verminderen: “Ik wil aan het einde van de dag kunnen denken: ik heb genoeg gegeven aan de kinderen vandaag.”

Foto: Loes van Dijk