Minder verspilling zorgt voor meer problemen bij voedselbanken

Door: Eline Kosse

De dalende voedselstroom naar voedselbanken wordt een steeds groter probleem voor de voedselbanken in Nederland. Door bedrijven die steeds meer nadenk over minder verspilling blijft er minder over voor de voedselbanken. Supermarkten maken gebruik van afprijzen en productieoverschotten komen minder voor. De voedselbank zet zich hard in om toch voedsel binnen te krijgen voor mensen die het hard nodig hebben.

Elke woensdag staat er in Jumbo Ommen een lading voor de voedselbank klaar. Meerdere kratten met alles wat ze over hebben. “Van cosmetica, tot brood, groente en houdbare etenswaren. Alles wat we zelf niet meer kunnen gebruiken gaat naar de voedselbank”, vertelt Jacqueline van der Vegt die als leidinggevende bij de Jumbo werkt. De dingen die naar de voedselbank toe gaan variëren dus enorm, maar niet alles kan mee. “We geven ze alles mee waarvan wij denken dat het nog goed is en dan kunnen zij nog een keer extra controleren”, aldus Jacqueline van der Vegt. 

Volgens het Voedingscentrum was er in 2015 nog sprake van 43,3 kilo voedselverspilling per persoon per jaar. In 2022 was dit 33,4 kilo en het doel is om in 2030 nog maar op 21,6 kilo per persoon per jaar te zitten. Er zijn meerdere campagnes gestart om de verspilling tegen te gaan. Daarnaast maken supermarkten gebruik van dynamisch afprijzen. Ze verkopen producten die de THT hebben bereikt voor een lagere prijs en zo blijft er weinig voedsel over voor de voedselbank. Vorig jaar hielp de voedselbank 144.750 personen. Als ze deze hulp willen behouden moet er wat veranderen, want de normale voedselstroom wordt alleen maar minder. 

Door het hele land zijn er bedrijven gevestigd die voedsel doneren aan de voedselbank. Toch ontstaat er door het minder verspillen een groot probleem voor de voedselbanken in heel Nederland. “Wij merken binnen de voedselbanken heel erg veel van de minder verspilling van winkelketens”, vertelt de vrijwilliger van de voedselbank die over het beheer van de voorraden gaat. Het doel om in 2030 fors minder verspilling te hebben zorgt voor problemen. “Het is nu al een probleem en dit wordt alleen nog maar groter”, volgens de vrijwilliger.  

Naast dat er in Nederland veel minder wordt verspild spelen er ook nog andere factoren mee. Door de prijsstijgingen kopen mensen nu minder producten om te doneren, omdat de boodschappen voor hun eigen huishouden al duur genoeg zijn. “De acties die we doen brengen nu minder voedsel op dan een paar jaar geleden. De mensen kochten toen drie pakken melk waar je er nu één voor kan kopen”, vertelt de vrijwilliger van de voedselbank. Naast de prijsstijgingen hebben veel bedrijven de productie ook beter onder controle. “We krijgen minder vlees binnen, omdat ze geen overschotten meer produceren”, aldus de vrijwilliger. Daarnaast is de schijf van vijf ook moeilijk om aan te bieden. “Dingen als kaas en eieren zijn zo duur geworden dat we geen leverancier kunnen vinden die dat wil doneren”, zegt de vrijwilliger. 

Door deze ontwikkelingen is het tijd om op andere manieren voedsel binnen te halen vindt Milco Aarts. Hij bedacht samen met de voedselbank Soupalicious. Het is een bedrijf dat soep maakt van reststromen groente en het doneert aan de voedselbank. Reststromen verwerken is duurder dan gewone inkoop, maar toch werkt het bij Soupalicious. “Het is zeker rendabel als er maar genoeg volume is”, aldus Milco Aarts. Soupalicious maakt gebruik van het concept ‘1 for 1’. Bij elke soep die ze verkopen doneren ze er een aan de voedselbank. Op die manier hebben ze al 5 miljoen kommen soep kunnen doneren. 

Aan groente is er bij Soupalicious niet tekort. “Er is zeker geen tekort aan reststromen groente. We zouden nog veel meer soepen kunnen maken, maar daar verkopen we niet genoeg voor”, vertelt Milco Aarts. De reststromen die ze binnenkrijgen komen van telers en kwekers en die hebben niet hetzelfde verdienmodel als de supermarkt met bijvoorbeeld afprijzen. Alles wat die kwekers dan over hebben kunnen ze bij Soupalicious gebruiken. 

De voedselbank is dus druk op zoek naar alternatieven. “We proberen voedselbanken aan te sporen om het voedsel bij lokale winkels weg te halen. Daar hebben ze meer gevoel bij dan als voedselbank Nederland het vraagt”, zegt de vrijwilliger. Landelijks hebben ze 10 distributiecentra die het voedsel over heel Nederland verdelen, maar om genoeg voedsel te werven moeten ze het ook lokaal proberen. 

Op dit moment krijgt de voedselbank ook geld vanuit Europees sociaal fonds. “We krijgen nu geld tot en met 2027 en we kunnen daarna nog een verlenging aanvragen”, vertelt de vrijwilliger van de voedselbank. Op dit moment redden ze het nog wel, maar om in de toekomst te zorgen dat er nog genoeg voedselstroom binnenkomt moeten er wel dingen veranderen. “Soupalicious is op lange termijn een goede oplossing, want er is zeker een markt in”, aldus Milco Aarts. 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *