Het is woensdagmiddag en druk in de Douglas in Assen. Medewerkers lopen vlug door de winkel om ronddwalende mensen van advies te voorzien. Tegelijkertijd kijken ze controlerend rond. Zo proberen ze in de gaten te houden of de nieuwe Charlotte Tilbury lipstick of een Chanel parfum daadwerkelijk langs de kassa gaat voordat het in de tas beland. Marit Vermolen is store manager bij de Douglas en houdt vooral jonge meiden goed in de gaten. “Laatst is een collega van mij gewoon achter een meisje aanblijven lopen. Uiteindelijk bleek dat ze een fles parfum in haar tas had gestopt. Toen ze haar hiermee confronteerde en het afpakte. Liet ze niet merken dat het haar speet, ze was alleen benieuwd of ze niet in de problemen kwam als ze het teruggaf.’’

“Het is multifunctioneel en supercompact.” “Ik vind dit helemaal leuk.” “Waanzinnig product.” “Ik ben echt van al hun producten helemaal fan.’’ Een greep kreten van influencer Monica Geuze over haar nieuwe Gucci Make-up palet. Tijdens een TikTok waarin ze laat zien welke make-up ze elke dag opdoet prijst ze het product aan. Het desbetreffende make-up product heeft een waarde van rond de honderd euro. De influencer heeft vooral jonge meiden onder haar volgers. Voor veel van die meiden is zo’n make-up product onbereikbaar. Maar ze zien influencers als Monica Geuze als rolmodel en willen graag op haar lijken. Hoe komen ze dan toch aan die producten?

Sociale media is de norm

Dr. Inge Wissink, gespecialiseerd in jeugdcriminaliteit, ziet sociale media als een belangrijke factor in het gedrag van jongeren. “Social media beïnvloeden wat jongeren als ‘de norm’ of als ‘normaal gedrag’ zien,” stelt zij. “Hoe vaker zij bepaald gedrag zien of horen dat dit wordt goedgekeurd of goedgepraat, hoe meer zij gaan denken dat dat gedrag normaal is.”

Volgens Wissink zijn sociale media onderdeel van wat in het model van Bronfenbrenner het exo- of macrosysteem wordt genoemd: invloeden van buitenaf die via herhaling en zichtbaarheid het wereldbeeld van jongeren vormen. “Als influencers bepaalde producten aanprijzen, dan kan dat iets worden wat jongeren ook willen. Het wordt een doel. En als jongeren dat doel niet via legale wegen kunnen bereiken, kan dat leiden tot ‘strain’.”

Die ‘strain’, spanning of frustratie omdat men iets wil wat buiten bereik ligt, is een belangrijk begrip uit de zogenaamde general strain theory. Wissink: “Als jongeren doelen niet via normale wegen kunnen bereiken, gaan ze zoeken naar andere manieren. En dat vergroot de kans op criminaliteit.”

“Dat doet mijn kind niet”

Volgens het CBS waren er in 2022 in totaal 6,2 duizend minderjarige verdachten van winkeldiefstal. Dat zijn er 2,2 duizend meer dan in 2021 en ook meer dan in de afgelopen tien jaar. Er is dus zeker sprake van een stijging. Jeugdagent Sannemarijn Nijmeijer merkt die stijging in de praktijk nog niet maar ziet vooral groepsdruk als risicofactor: “Stoer willen doen, groepsdruk en onwetendheid spelen mee. Ze wijst ook op de rol van ouders: “Ouders kunnen soms ontkennend reageren of het gedrag bagatelliseren. ‘Dat doet mijn kind niet’ of ‘Zo erg is het niet.’. Dit is natuurlijk geen wenselijk gedrag, winkeldiefstal is ook gewoon stelen en dus hartstikke strafbaar. Gelukkig zien wij dat de meeste ouders het wel heel serieus nemen en is de straf die ze thuiskrijgen vaak erger dan die ze van ons krijgen.”

Wars van gezag

Niels van Os is directeur bij schadevergoedingsbedrijf So-da, dat met winkeliers samenwerkt rond de afhandeling van winkeldiefstal. Hij ziet vooral een veranderende houding onder jongeren. “Je ziet wel dat het lastiger is om winkeldiefstallen af te handelen als dat jongeren betreft. Ze zijn vaak harder richting gezag. En dan zie je in de afhandeling van de winkeldiefstallen dat het lastiger wordt om dat met de jongeren te bespreken.”

So-da is veel in contact met winkeliers. “Ik heb eerder gehoord dat er winkeliers inderdaad het idee hebben of meemaken dat er door influencers ineens andere of duurdere producten worden gestolen.” En dat gebeurt volgens hem sneller dan mensen denken: “Als iemand anders het ook doet, ja, waarom zou jij het dan niet doen?”

Wat kunnen we doen?

Wissink benadrukt de rol van ouders en influencers. “Influencers moeten zich realiseren wat voor enorme impact zij hebben op jongeren,” zegt ze. “Een eerlijk verhaal geven is superbelangrijk. Ook als je zelf geld verdient met social media, laat zien dat dat uitzonderlijk is en hard werken vraagt.”

Ouders moeten volgens haar betrokken blijven bij wat hun kinderen online zien. “Praat met je kind over wat ze zien en voeg nuanceringen toe. Geef aan dat niet alles wat online glimt, de werkelijkheid is.” Daarnaast pleit Wissink al jaren voor betere digitale geletterdheid op scholen. “We kunnen deze generatie niet zonder zijwieltjes op de digitale snelweg laten fietsen,” zegt ze. “Digitale geletterdheid is een essentiële vaardigheid. Gelukkig komt het in de nieuwe kerndoelen van het onderwijs, maar dan moeten beleidsmakers en scholen het ook echt gaan waarmaken.

Ondertussen probeert de Douglas in Assen zelf diefstal tegen te gaan. “Wij proberen heel goed op te letten. En als het wat kouder is laten we een deur dicht. Zo hebben we iets meer overzicht in de linkerhoek van de winkel. We hebben geen beveiliging in de winkel maar gelukkig wel in de stad. Maar toch blijft het continu alert blijven ongelofelijk irritant.”

Slotvraag

Is er meer winkeldiefstal onder jongeren vanwege influencers? Een direct verband is lastig te bewijzen, maar de signalen zijn sterk. Jongeren worden beïnvloed door wat ze online zien. Als producten of gedrag daar genormaliseerd worden, wordt de drempel om die producten te willen en soms te stelen lager. De uitdaging ligt in opvoeding, onderwijs én een eerlijke boodschap vanuit influencers zelf.

Leave comment

Your email address will not be published. Required fields are marked with *.