De Davis Cup staat bekend als een waar instituut in de sportwereld. Het mondiale tennistoernooi voor landenteams kent een rijke historie en wordt alom beschouwd als een van de kroonjuwelen op de tenniskalender. Desondanks worstelt het evenement al enige tijd met een gebrek aan publieke belangstelling, terugtrekkende sponsoren en heerst er bovendien veel verdeeldheid over het huidige competitieformat. Is de Davis Cup zijn leven nog wel zeker?
Dankzij de aanwezigheid van wereldtoppers als Richard Krajicek, Paul Haarhuis, Jacco Eltingh en consorten werd tennisminnend Nederland in de jaren ´90 en beginjaren 2000 veelvuldig getrakteerd op heroïsche Davis Cup-ontmoetingen. Een halvefinaleplaats in 2001 geldt nog steeds als het beste resultaat in de Nederlandse Davis Cup-historie. Er ontstond destijds een heuse oranjegekte. KNLTB-directeur en ITF-bestuurder, Roger Davids, kijkt met groot genoegen terug op die tijd. “Dankzij die gouden generatie is het balletje echt gaan rollen. Het begon eerst met twintig studenten op de tribune in het buitenland, later is dat gecultiveerd naar een geweldige ambiance.”
Hoewel Nederland vandaag de dag opnieuw tegen de wereldtop aanschurkt, de voorbije twee jaar was de kwartfinale telkens het eindstation, hebben een aantal beleidskenteringen ervoor gezorgd dat de beleving van de Davis Cup aanzienlijk is veranderd. Het welbekende uit- en thuissysteem behoort inmiddels grotendeels tot het verleden. De belangrijkste wedstrijden worden tegenwoordig afgewerkt op neutraal terrein.
Het grote geld lonkt
De verandering van de toernooiopzet werd in gang gezet toen investeringsmaatschappij Kosmos haar intrede deed in 2018. Deze Spaanse organisatie sloot, onder aanvoering van oud-voetballer Gerard Pique, het grootste sponsorcontract af in de geschiedenis van de tennissport. Kosmos zou gedurende een looptijd van liefst vijfentwintig jaar garant staan voor ruim 3 miljard dollar.
De baanbrekende samenwerking ging gepaard met de nodige wijzigingen. Zo werd er onder meer een eindtoernooi ingevoerd, ter vervanging van de meeste uit- en thuiswedstrijden, en in plaats van best-of-five, werd er voortaan best-of-three sets gespeeld. Deze omslag zorgt al sinds de aankondiging voor de nodige gefronste wenkbrauwen, maar Davids is van mening dat de positieve aspecten van het nieuwe beleid zwaarder wegen dan de kritiekpunten. “Het nieuwe format komt tennis en de Davis Cup vooral in de breedte ten goede. Er gaat meer geld in om waardoor meer landen mee kunnen doen. Veel mensen vergeten vaak dat er in totaal 155 landen deelnemen aan de Davis Cup, de afgelopen vijf jaar zijn er 40 á 50 landen bijgekomen. Voorheen was het zo dat een flink aantal kleinere landen deelname aan de Davis Cup niet kon veroorloven, dat is nu wel anders. Zodoende is er meer wereldwijde promotie voor de tennissport.”
Lege hallen
Er zitten echter ook keerzijdes aan het nieuwe karakter van het toernooi dat in 1900 haar vuurdoop kende. Het feit dat alle wedstrijden vanaf de laatste 16 (eerst een groepsfase in september, gevolgd door een knock-outsysteem met acht teams in november) op neutraal terrein worden gespeeld, zorgt ervoor dat de publieke belangstelling soms achterblijft. Vooral tijdens de groepsfase is dit een pijnpunt gebleken wanneer twee niet-thuisspelende landen het tegen elkaar opnamen. “Sommige wedstrijden staan echt onder druk wat publieke belangstelling betreft”, beaamt Davids. “Het is aan ons om daar een adequate oplossing voor te bedenken, ik vind zelf ook dat er bij tijd en wijle veel te weinig mensen op de tribune zitten. Er wordt regelmatig over gesproken binnen de ITF, maar vooralsnog zijn er geen concrete plannen gemaakt. Maar het is zeker een probleem waar we iets aan moeten doen”, aldus de bestuurder.
De alteraties moesten er tevens voor zorgen dat meer wereldtoppers meededen aan de Davis Cup-wedstrijden. Sommige spelers kiezen ervoor om niet voor hun land uit te komen wegens de bomvolle kalender. Met een fikse kapitaalinjectie op alle fronten, hoopte de organisatie het toernooi aantrekkelijker te maken voor de grote namen. In de praktijk werpt deze gedachtegang niet altijd zijn vruchten af. Volgens Davids heeft dat ook te maken met een bepaalde mate van overmacht. “De groepsfase is sinds de hervorming bijvoorbeeld steeds in september gehouden, net na de US Open. Het is onhandig om het zo vlak na een grand slam te organiseren, dat is ook iets waar de bonden niet heel blij mee zijn. Maar de ATP plant haar toernooien in, en daarna blijft er weinig ruimte over op de kalender. Er is wel sprake van afstemming tussen de ITF en ATP, maar ik denk niet dat er snel iets zal veranderen qua data. Dan kan het zijn dat spelers afzeggen.”
Een aantal toonaangevende spelers hebben zich in het recente verleden ook al uitgesproken over de hervormingen van de Davis Cup. “Vijf jaar geleden is er verandering aangebracht in het format. Je moet natuurlijk nieuwe dingen proberen, dat is logisch. Maar het lijkt me evident dat dit niet de juiste manier is, het is een verschrikking”, stelde drievoudig grand slam-kampioen Stanislas Wawrinka tijdens een persconferentie voorafgaand de groepsfase dit jaar. Djokovic blijkt ook geen fan te zijn van de nieuwe gang van zaken. “Het best mogelijke format zit tussen het oude en nieuwe in. Maar dit is in elk geval niet de beste manier voorwaarts. Servië heeft al vijf jaar niet thuisgespeeld, dat is jammer. Hopelijk kan dat teruggebracht worden”, zei hij afgelopen september.
Het is overigens niet allemaal kommer en kwijl wat betreft de Davis Cup. De play-offs, een speelronde waarmee landen een plekje in de groepsfase kunnen bemachtigen, wordt nog wel via het ‘oude’ systeem gespeeld. Met uit- en thuiswedstrijden dus. Afgelopen februari trad de Nederlandse tennisequipe aan tegen Slowakije in een bomvol Martiniplaza in Groningen. Uitzinnige fans schreeuwden de Nederlanders gedurende twee dagen naar een 4-0 overwinning. “De sfeer die daar hing was fantastisch. Misschien wel beter dan ooit tevoren”, zegt Davids.
De huidige captain van het Nederlandse Davis Cup-team, Paul Haarhuis, is eveneens zeer begaan met het lot van de competitie waarin hij 47 partijen speelde. Hij heeft dan ook een uitgesproken mening. “De Davis Cup is een ontzettend gaaf evenement en moet koste wat kost behouden blijven voor de sport. Maar mijn voorkeur gaat uiteraard ook uit naar het uit- en thuisformat, dat is het allermooiste en dat bleek ook wel in Groningen. Hopelijk mogen we in de toekomst nog veel vaker genieten van zo’n ambiance.”
Kosmos trekt zich terug
Het gebrek aan toeschouwers en de voortdurende kritiek heeft er uiteindelijk toe geleid dat de ITF en Kosmos na goed overleg dit jaar het contract beëindigde. In 2024 zal de competitie nog in huidige vorm worden georganiseerd, de knock-out fase is voor het vierde jaar aaneen toegezegd aan Malaga. De drie speelsteden voor de groepsfase worden in de loop van volgend jaar bekendgemaakt. Maar na 2024 is er nog veel onduidelijk.
Volgens Davids zijn er een aantal pijlers van groot belang om het voortbestaan van de Davis Cup te waarborgen. “Om te beginnen is het belangrijk om een format te kiezen waar we langere tijd mee verder kunnen. Volgens mij heeft het huidige format getoond dat er wel degelijk potentie inzit. Bij de groepsfase, dat moment in september, moeten we nog wel een stap maken. Maar die finaleronde, de laatste acht, is dit jaar een succes gebleken met overwegend volle tribunes. Daarnaast is het belangrijk om van alle betrokken partijen volledige commitment te krijgen en ervoor te zorgen dat de alle neuzen dezelfde kant opstaan. Bovendien is het belangrijk om een structurele sponsorpartij te vinden voor de toekomst, zodat we dit toernooi in deze hoedanigheid, met zoveel deelnemende landen, kunnen blijven organiseren.”
Als we deze factoren op orde krijgen, dan weet ik zeker dat er een mooie toekomst in het verschiet ligt voor de Davis Cup. Het is een waardevol evenement met grote promotionele waarde voor de tennissport”, besluit Davids.