Door: Luna Raap
Door de toenemende intolerantie richting de LHBTI+ gemeenschap, vooral onder jongeren in Nederland, is Coming-Outdag nog belangrijker dan in voorgaande jaren. Coming-Outdag wordt jaarlijks gevierd op 11 oktober om aandacht te vragen voor de zichtbaarheid en acceptatie van de LHBTI+ gemeenschap.
Uit onderzoek van de GGD blijkt dat de acceptatie van homoseksualiteit onder jongeren sterk is afgenomen. Slechts 43 procent van de jongeren accepteert homoseksualiteit, terwijl dit in 2022 nog 69 procent was. Bovendien geeft 47 procent van de 2.655 ondervraagden in een opiniepeiling aan tevreden te zijn met de acceptatie van LHBTI’ers in Nederland. In 2020 lag dit percentage nog op 62 procent.
“Dagen zoals Coming-Outdag zijn niet alleen belangrijk voor de LHBTI+ gemeenschap zelf, maar ook voor mensen die niet tot de gemeenschap behoren,” vertelt Petra Luik, voorzitter van LHBTI+ organisatie BI+. “Het is essentieel dat mensen zich bewust worden van het feit dat wij als gemeenschap bondgenoten, of ‘allies’ zoals wij ze noemen, nodig hebben om onze rechten te behouden en te strijden voor een inclusievere samenleving.”
Ondanks de stappen die de LHBTI+ gemeenschap de afgelopen jaren heeft gezet, is het volgens Luik nog steeds van groot belang om te blijven vechten voor de verworven rechten en acceptatie. “Met dagen zoals Coming-Outdag kunnen we aandacht vestigen op de belangen van de gemeenschap en laten zien dat we er als community voor elkaar zijn.”
Ter gelegenheid van Coming-Outdag worden op meerdere plekken in het land regenboogvlaggen gehesen, onder andere bij gemeentehuizen en scholen, om solidariteit en zichtbaarheid te tonen.