Door: Juliette Droin
DEN HAAG – “Het is pesterij door aliens, kabouters en ambtenaren”, verklaart 58-jarige Mehmet T. uit Den Haag, wanneer hij woensdag 8 mei 2025 met knikkende knieën voor de rechter verschijnt. Hij wordt ervan verdacht een jaar lang dagelijks tientallen keren zorgmedewerkers te hebben lastiggevallen met hijgende en seksueel getinte telefoontjes. De officier van justitie eist 190 dagen celstraf, waarvan 161 voorwaardelijk, 100 uur taakstraf, 3 jaar proeftijd en psychologische hulp.
Zorgmedewerkers van de Haagse zorginstelling WZH en Florance Landsteden voelden zich door het overmatige bellen angstig en de telefoonlijn werd overbelast. “Door het bellen hield T. de lijn bezet, waardoor spoedoproepen lastig doorkwamen”, aldus woordvoerder Langerdijk van WZH Den Haag. WZH eist dan ook een symbolische schadevergoeding van één euro.
Mehmet T. ontkent de feiten waarvan hij beschuldigd wordt. Hij beweert gehackt te zijn. Op de vraag van de rechter waarom hij onschuldig zou zijn, kwam T. meerdere malen twijfelend met het antwoord: “Het kan kloppen dat het vanaf mijn telefoon gebeurd is, maar ik was het niet.” Toch wijzen alle technische sporen en het onderzoek van de politie in de richting van Mehmet T., namelijk: WZH registreerde het nummer van T. en de zendmast die de telefoonsignalen opving is dicht bij het huis van T. gesignaleerd.
De rechter wijst er ook op dat er geen enkele aanwijzing werd gevonden voor hacking. “Als u beweert dat er sprake van pesterij is, waarom werkte u dan niet mee aan het politieonderzoek door uw toegangscode af te geven?”, vroeg de rechter fel, met een lichte ergernis in zijn stem. T. mompelt iets onverstaanbaars met trillende handen en angst in zijn ogen, maar geeft hier geen duidelijk antwoord op. “De verdachte geeft geen concreet tegengas en blijft stellen dat hij gehackt is, maar geeft hier geen duidelijke verklaring voor. Na het onderzoek kan er dus vastgesteld worden dat verdachte schuldig is.” Oordeelt de rechter, die zijn lach duidelijk onderdrukken moet. De sfeer in de zaal slaat om, een spanning vult alle hoeken van de rechtszaal.
De advocaat van Mehmet T. staat direct op zodra hij het woord krijgt; hij oogt zelfverzekerd. Hij stelt dat het gedrag eerder ‘buitengewoon irritant is’ dan strafbaar en spreekt zich uit tegen de aanklacht van stalking: “Stalking vereist dat een specifiek persoon geraakt wordt. In deze zaak is er geen sprake van directe inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van één individu. Geen enkele medewerker heeft individueel aangifte gedaan op die grond.” De straf vindt hij te hoog. Een taakstraf zal volgens de advocaat geen constructieve bijdrage leveren, aangezien T. al in ambulante reclassering gaat. Een ambulante behandeling via de reclassering betekent dat iemand psychologische hulp krijgt zonder dat hij wordt opgenomen in een kliniek. “Een proeftijd van drie jaar vind ik uitzonderlijk zwaar; twee jaar is gebruikelijk. Drie jaar zou juist voor meer spanningen zorgen”, aldus de advocaat.
De advocaat sloot met een hoopvolle blik af met de woorden: “Ik wil laten zien dat de munt niet maar twee, maar veel meer kanten heeft. Ik hoop dat jullie mijn betoog in overweging nemen.”
De rechtbank doet uitspraak op 22 mei 2025 om 13.30 uur.