7 juni 2025

Man uit Tiel verdacht van aanranding minderjarig meisje

FOTO: JOB PRIEM

ARNHEM- Op vrijdag 16 mei vond in de rechtbank van Arnhem een inhoudelijke zitting plaats tegen een 42-jarige man uit Tiel. Hij wordt ervan beschuldigd een destijds 16-jarig meisje te hebben gezoend, haar ongewenst te hebben betast en haar geprobeerd te tongzoenen. Het Openbaar Ministerie eist tegen de man een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaar, een taakstraf van vijftig uur, een contact- en straatverbod van vijfhonderd meter en een geldboete van 2.500 euro.

‘’Ik heb niks gedaan! Ik heb zelf ook een dochter, ik zou nooit zoiets doen”, zegt de man al via zijn tolk voordat de rechters hun eerste vraag hebben gesteld. Verdachte is van Marokkaanse afkomst en spreekt niet goed Nederlands, toch hoor je aan zijn trillende stem dat hij vol spanning en emotie zit. Naast de verdachte zit een tolk die voor hem zijn verhaal kan doen.

Op 8 maart 2024 werd de politie gebeld door een man vanuit een woning in Tiel. Deze man is de broer van het slachtoffer. Hij geeft vol emotie aan dat zijn zusje is aangerand door deze 42-jarige man. Het slachtoffer was onderweg naar huis vanaf haar stageplek, tot ze plots klem werd gereden door het werkbusje van de verdachte, vertelt de vertegenwoordiger van de familie van het slachtoffer. Zij zijn namelijk niet aanwezig bij deze zitting. Het is zichtbaar dat het haar ook raakt; ze zoekt goed naar woorden en heeft een verdrietige, maar volledig geconcentreerde blik op haar gezicht.   ‘’Hij wilde met mij praten. Ik heb hem een aantal keer in het echt gezien. Hij vroeg mij de laatste keer dat ik hem zag om mijn telefoonnummer en wij hebben wat geappt. Tot hij heel boos en dreigend deed, toen heb ik hem geblokkeerd.’’ Nadat de verdachte haar had klemgereden, liepen ze samen naar een steegje in de buurt van de Albert Heijn in Tiel. ‘’Om te praten’’, aldus de verdachte. ‘’Toen probeerde hij mij ineens meermaals te zoenen en te tongzoenen. Ik stribbelde tegen, maar hij was te sterk. Ook betastte hij mij bij mijn borsten en billen.’’

Camerabeelden tonen dat de twee in gesprek zijn voordat ze samen uit beeld verdwijnen. De verdachte vertelt kalm dat hij inderdaad met het slachtoffer aan het praten was. ‘’Ik kwam haar toevallig tegen nadat ik klaar was met boodschappen doen. Ik wilde even met haar praten over waarom ze niet meer reageerde op de app, maar ik heb haar niks aangedaan.’’ De verdachte beweert dat het slachtoffer op een gegeven moment tijdens het gesprek agressief werd: “Ik heb haar alleen aangeraakt toen ze mij wilde aanvallen. Ik heb haar weggeduwd en ben toen weggegaan.”

Tijdens het politieonderzoek is er echter DNA van de man aangetroffen op de mond en heupen van het slachtoffer. ‘’Dat is niet mogelijk’’, vertelt de verdachte huilend. Hierop reageert de rechter ietwat geïrriteerd: “Meneer, dit DNA-onderzoek liegt niet. Hoe is uw DNA hier terechtgekomen?” Hierop reageert de verdachte niet; hij blijft stil naar de grond staren.   

De zitting wordt afgesloten met het slotwoord van de officier van justitie en de verdachte. De officier van justitie geeft aan dat ze de verdachte niet geloofwaardig vindt. Ook met het ondersteunende bewijs en de verklaring van het slachtoffer komt ze tot de veronderstelling dat de man schuldig moet worden bevonden. De officier vertelt haar strafeis en vervolgens heeft de verdachte de kans om hierop te reageren. Hij wil dit echter niet; hij blijft huilend naar de grond kijken en schudt nee tegen zijn tolk en raadsman.

De uitspraak is op 20 mei 2025.

Related Post

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *