Foto: Pixabay
AMSTERDAM – Twee jonge Amsterdammers, de 23-jarige Anouar B. en de 20-jarige Zakaria B., stonden op 28 februari 2025 terecht voor het produceren van cocaïne. Zij gingen hierbij genadeloos te werk. Ze zouden kwetsbare bewoners hebben gedwongen hun woningen af te staan voor de productie van drugs. In sommige gevallen werden deze bewoners zelfs opgesloten in hun eigen slaapkamers. Tegen de verdachten zijn straffen geëist van zes en negen jaar cel.
Volgens de officier van justitie ging het in deze zaak niet alleen om de productie van drugs, maar vooral ook over hóe dat gebeurde. “De verdachten tonen totaal geen mededogen met anderen, ze gebruiken kwetsbare individuen voor hun drugsgerelateerde zaken en handelen vanuit brutaliteit en een gevoel van superioriteit. Het is een schande voor de samenleving”, verklaarde de officier van justitie. De drugslabs bevonden zich in huizen van kwetsbare mensen die onder druk werden gezet om hun woning te laten ombouwen tot een drugslab.
De officier van justitie stelde dat de politie overtuigend bewijs heeft verzameld. Zo zijn in meerdere labs DNA-sporen van de verdachten gevonden, onder andere op beschermende maskers en energydrankblikjes. Ook zijn de jongens meermaals op camerabeelden gezien, terwijl ze in de buurt waren van de verdachte panden.
De gegevens op de telefoon van Zakaria B. vormen belangrijk bewijs voor zijn betrokkenheid bij de drugslabs. De politie vond op de telefoon drugsgerelateerde chats. Ook vond de politie videobeelden en foto’s van Zakaria B. terwijl hij naast cocaïneblokken stond met vuurwapens. Zakaria B. ontkende dat deze beelden van hem waren. Hij stelde niks te maken te hebben met deze chats en video’s. “Ik zit op een snapchataccount met andere mensen, zij versturen en ontvangen die chats en videobeelden, ik heb al die chats dus niet verstuurd.”. Volgens de officier van justitie was er echter geen enkel bewijs dat het snapchataccount door meerdere mensen werd gebruikt. Daarnaast zijn er afgeluisterde telefoongesprekken als bewijs tegen Zakaria B. In een afgeluisterd belgesprek vroeg Zakaria B. bijvoorbeeld aan zijn moeder om een vuurwapen uit de badkamer weg te gooien. Dit vuurwapen werd later door de politie teruggevonden in een container vlakbij de woning van de moeder.
Ook tegen Anouar B. heeft de politie hard bewijs verzameld. Zo was hij op camerabeelden te zien in een lift op weg naar een verdacht pand. Hij beweerde op dit adres alleen vapes en eten te hebben bezorgd. “Het huis zat onder de hondenpoep, ik ben snel weggegaan.”, verklaarde hij.
De verdachten kwamen aarzelend de rechtszaal binnen. Anouar B. lette goed op zijn stappen om op een professionele manier over te komen. De jongens leken zelfverzekerd, ook maakten ze een kalme indruk in de rechtszaal. Zakaria B. droeg een rode hoodie en Anouar B. een donkergroen trainingspak. Aan het begin van de zaak keken de verdachten vaak naar hun advocaten. Hieruit bleek dat ze bang waren om de verkeerde dingen te zeggen.
Gezien het vele en overtuigende bewijs tegen de verdachten, zoals de observaties van de politie en de chatgesprekken op de telefoons, was er echter weinig reden voor een zelfverzekerde houding. De rechter buigt zich op dit moment over de verschillende bewijsstukken. Over twee weken volgt de uitspraak.
Dong-Soo Kampjes 
jayhoogeveen