BINNENLAND- De onderwijsinspectie moet kunnen ingrijpen bij misstanden op informele scholen, vindt het kabinet. Vorige week werd een conceptwetsvoorstel gepubliceerd door staatsecretaris Mariëlle Paul. Het kabinet zegt leerlingen te willen beschermen tegen lessen over haat, geweld en discriminatie.
Informeel onderwijs omvat alle scholen en verenigingen waarbij kinderen en jongeren iets leren, naast het reguliere onderwijs. Informele scholen staan op dit moment volledig los van de Nederlandse overheid. Met een nieuwe wet wil het kabinet het mogelijk maken voor de onderwijsinspectie om wél in te kunnen grijpen op deze scholen. Staatsecretaris Paul, die met het wetsvoorstel kwam, zegt kinderen te willen beschermen tegen onderwijs dat schadelijk is voor hun ontwikkeling. De onderwijsinspectie zou bij een nieuwe wet moeten kunnen ingrijpen wanneer er een ‘redelijk vermoeden’ is dat er een misstand plaatsvindt.
Een voorbeeld van een informele school is een zondagsschool. Bij de Hervormde Zondagscholenbond hebben ze hun zorgen bij het nieuwe wetsvoorstel. “Het is alsof je met een kanon op een mug schiet,” aldus de heer Van Blijderveen, voorzitter van de Hervormde zondagscholenbond. Van Blijderveen geeft aan de zorgen van het kabinet te begrijpen, maar denkt niet dat deze wet een gepaste oplossing is. “Deze wet is zo groot dat het zijn doel voorbijschiet. Het brengt de scheiding tussen kerk en staat in gevaar.”
Professor Hansko Broeksteeg van de Radboud Universiteit is gespecialiseerd in staatsrecht. Hij begrijpt de zorgen vanuit de scholen. “Je moet je afvragen of deze wet in verhouding staat met wat je er mee wilt bereiken. Het controleren van informeel onderwijs is in strijd met het grondrecht vrijheid van vereniging. Dit is een grote maatregel voor een in verhouding niet vaak voorkomend probleem.” Broeksteeg vraagt zich ook af hoe noodzakelijk deze wet is. De rechter kan nu namelijk ook al ingrijpen bij strafbare feiten.
De wet komt voort uit het hoofdlijnenakkoord van Kabinet Schoof. Verschillende oppositie partijen zijn niet blij met het voorstel. “Partijen als de SGP en DENK zullen niet blij zijn als dit wetsvoorstel wordt ingevoerd. Dit kan problemen opleveren voor latere samenwerking met de coalitie partijen”, aldus Broeksteeg. Daarnaast heeft de coalitie geen meerderheid in de eerste kamer en kan daar dus op nog meer weerstand rekenen.
Tot 7 januari kunnen mensen nog reageren op het conceptwetsvoorstel. Daarna zal duidelijk worden hoe de wet eruit zal zien en hoe de Kamer erop zal reageren.
Foto: Arthur Krijgsman (Pexels)