Door Nils van der Leest

Bron: David Paagman
Al bijna 70 jaar kunnen studenten die klimmen een warm hart toedragen terecht bij de Groninger Studenten Alpen Club (GSAC). David Paagman, die sterrenkunde studeert aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), is weekendcommissaris bij de GSAC en deelt enkele van zijn klimervaringen. ” Het allerlaatste wat je bij klimmen moet doen is in paniek raken.”
Waar komt je interesse voor de klimsport eigenlijk vandaan?
”Op de basisschool vond ik het al leuk om even met mijn vrienden een boompje in te klimmen. Daarna heb ik echter voor een lange tijd niets meer met klimmen gedaan. Toen ik doorging met mijn studie heb ik enkele sporten uitgeprobeerd. Nadat ik bij de ACLO een ”Toprope-cursus” had gedaan, besloot ik om lid te worden van GSAC. Daar heb ik echt mijn plek gevonden. Niet alleen vind ik het leuk om te klimmen, maar ook de andere mensen die lid zijn, zijn leuk.”
Wat voor gevoel komt er bij je vrij tijdens het klimmen?
”Dat is lastig te beschrijven. Het geeft een gaaf gevoel om met vrienden op een rots van 40 meter hoog te staan. Soms is het ook best eng. Afgelopen weekend nog was ik in Zuid-België, waar we aan het multipitchen waren. Normaal staat de zekeraar op de grond, waarna je gewoon omhoog en weer naar beneden kan klimmen, maar bij multipitchen kun je je zekeraar mee omhoog nemen, zodat je als een soort van trap omhooggaan. Toen ik op 40 meter hoogte bij mijn eerste pitch was, trok ik een rots los, waardoor die naar beneden viel. Ik zag een persoon op de grond staan, dus ik schreeuwde heel hard van ”Rots! Er valt een rots naar beneden!” De rots viel bijna op de man die daar beneden stond. Op zulke momenten denk ik wel echt van: ”Het is wel echt een gevaarlijke sport. Er kan zo iets misgaan.”
Hoe heb je geleerd om je zenuwen onder controle te krijgen als je klimt?
”Meestal is het niet heel erg. Vaak komt het neer op blijven ademen en rustig nadenken. Het allerlaatste wat je bij klimmen moet doen is in paniek raken. Dan ga je domme dingen doen, en domme dingen doen resulteert in ernstige gevolgen. Zelf ben ik nooit echt in paniek geraakt, maar het gebeurt weleens dat je hoofd niet helemaal ”clear” meer is, waardoor je gaat denken: Wat moet ik nu ook alweer doen? Gelukkig zijn er altijd instructeurs mee op onze klimweekenden die verantwoordelijk zijn voor de deelnemers en supergoed weten wat ze moeten doen, dus je kunt altijd wel op iemand terugvallen tijdens GSAC-weekenden.”
Is klimmen voor jou een manier om je af te zetten van het dagelijks leven?
”Op een bepaalde manier wel, ja. Ik ga nooit klimmen met de gedachte dat ik eventjes dingen moet vergeten, maar het klopt zeker dat het dagelijks leven soms naar de achtergrond raakt. Zo ben ik op dit moment bezig met mijn scriptie, maar omdat ik vaak bezig ben met klimmen, loop ik een beetje achter. Tijdens een klimweekend kun je gewoon twee dagen compleet vergeten dat je scriptie bestaat. Het is misschien niet heel verstandig als je werkt aan een scriptie, maar klimmen blijft gewoon te leuk om er minder tijd aan te besteden.”
Hoe sta je er nu voor qua klimervaring ten opzichte van het begin?
”In de anderhalf jaar dat ik lid ben van de GSAC, heb ik echt wel veel ervaring opgedaan. Zelfs in het binnenklimmen ben ik een stuk beter geworden. Aan het begin weet je natuurlijk niet wat je te wachten staat, dus het is heel leuk om daarop terug te kijken als je bovenaan een berg staat. Ik wist niet dat dit mogelijk was toen ik mij bij de vereniging aansloot.”