ZWOLLE – Kinderen worden steeds slechter in taal. Dat is uit een onderzoek gebleken van PISA Nederland. Nederland scoort ook lager dan leerlingen uit andere landen die deelnamen aan het onderzoek. “Volgens Stichting Lezen en de Leescoalitie onderstrepen de uitkomsten de urgentie van structurele aandacht voor leesbevordering en duurzame investeringen in effectief leesonderwijs”, zegt Marijke Bos, specialist voor- en vroegschoolse periode bij Stichting Lezen. “De campagne levert hier een bijdrage aan maar er is meer nodig om kinderen en jongeren leesvaardiger te maken.”
De Nationale Voorleesdagen zijn naast de Kinderboekenweek opgericht voor kinderen die zelf nog niet kunnen lezen of net geleerd hebben om te lezen. Op deze manier kunnen kleuters en peuters alsnog in contact komen met lezen. De Nationale Voorleesdagen zijn een project van Stichting Lezen, een organisatie die zich inzet om kinderen het plezier in lezen te laten ontdekken. “De Voorleesdagen zijn er om voorlezen breed onder de aandacht te brengen. Voorlezen is voor kinderen ongelooflijk belangrijk. Het helpt kinderen bij hun taalontwikkeling. Daarnaast leren ze over hun eigen en andere culturen, gaan ze verbanden begrijpen en ervaren ze plezier te hebben met boeken”, zegt Marijke Bos. “Via het voorlezen ontwikkelen kinderen naast een goede woordenschat ook hun mondelinge taalvaardigheid en maken zij kennis met ‘boekentaal’, taal die afwijkt van de dagelijkse omgangstaal.”
Driekwart van de ouders met kinderen van nul tot en met zes jaar in Nederland lezen hun kinderen dagelijks voor. Volgens Marijke Bos zou dit enorm helpen met de woordenschat van peuters en kleuters: “Van de kinderen die niet worden voorgelezen, heeft 30% voldoende woordenschat voor een goede start op school. Van de peuters en kleuters die wel zijn voorgelezen, heeft bijna 70% voldoende woordenschat.” Zo ook Johannes Vlietstra, vader van drie kinderen van nul, vier en zes jaar oud: “Wij lezen elke avond voor aan de kinderen. Soms met plaatjes en soms zonder. Nu willen ze zelf ook elke avond voorgelezen worden. Dan mogen ze later op bed.” Hij is echter niet van mening dat de Nationale Voorleesdagen veel invloed hebben. “Ze hebben op school een schoolbibliotheek. Daar mogen ze twee boeken uitzoeken en dan is de vraag vanuit school of de ouders die boeken dan willen voorlezen. Op die manier heb je structuur. Ik denk niet dat de Voorleesdagen daar veel invloed op hebben, omdat het maar een aantal dagen per jaar zijn. Daarna vergeten ze het weer.”
“Het is belangrijk om kinderen vanaf jongs af aan te laten ervaren hoe leuk voorlezen is. Een positieve attitude tegenover lezen is belangrijk voor later zelf willen leren lezen. De Nationale Voorleesdagen stimuleren ouders, pedagogische medewerkers en leerkrachten om dit te doen”, aldus Marijke Bos. De Nationale Voorleesdagen worden van 24 januari tot en met 3 februari gehouden. De prijs voor ‘Prentenboek van het Jaar 2024’ gaat dit jaar naar Miriam Bos, schrijfster en illustrator van ‘Help! Een verrassing!’.