ZWOLLE- Dat steeds minder mensen bij een gelovig zijn en naar de kerk gaan is niets nieuws maar hoe zit dit bij hedendaagse jongeren? Van de 18- tot 25-jarigen behoorde 28 procent in 2022 tot een religieuze stroming. In 2010 waren de verschillen tussen de leeftijdsgroepen minder groot. Toen hoorden van alle leeftijdsgroepen tussen 18 tot 25 jaar bijna de helft tot een religieuze groep. Anna Hoek (21) is nu ongeveer een jaar gelovig, ze vertelt over hoe deze verandering haar leven heeft veranderd: “Mijn ouders zijn totaal niet gelovig, juist verre van. Het ging bij ons niet over vergiffenis of liefde en ik was altijd snel boos. Ik voelde me meer aangetrokken tot de duivel dan tot God. Ik ben niet trots op deze periode in mijn leven. Toen ik bij de kerk en de christenengroep Youth For Christ ging voelde ik me verwelkomd en geliefd.”
Volgens Anna is het belangrijk dat ouders een ondersteunende rol op zich nemen in het proces van toetreding tot een geloof: “Ondanks hun eigen kijk op het geloof respecteren mijn ouders mijn keuze voor God wel. Ik vind het heel fijn dat ze mij m’n gang laten gaan en niet oordelen.” Volgens Dirk de Bree (42), predikant van de Nieuwe Kerk in Utrecht en bekend als spreker van de Bijbelpodcast Eerst Dit, is het ondersteunen van je kind bij het afstand nemen van de kerk ook erg belangrijk. “Het is belangrijk dat je als volwassene open staat voor geloofstwijfels en vragen hierover. Het is goed als je weet wat je gelooft en dat je je oefent in het verwoorden daarvan maar het is voor jongeren net zo waardevol en nodig dat ze antwoorden te horen krijgen als ze naar ons toekomen met geloofstwijfels.”
Rama Alkatib (20) is recentelijk begonnen met het dragen van een hijab: “Ik zie het dragen van een hijab als een aanbidding aan Allah. Het dragen wordt een ‘fahred’ genoemd, dit betekent verplichting maar het is je eigen keuze of je een hoofddoek draagt of niet.” Rama vond dat ze oud genoeg was om deze beslissing te maken en ook te snappen waarom ze deze keuze maakt: “Het is een persoonlijke relatie met Allah. Het niet dragen van een hoofddoek maakt jou geen slechte moslim.”
De rol van de ouders in dit proces zou volgens Rama moeten zijn om uit te leggen waarom het dragen van een hoofddoek bij het geloof hoort en vragen beantwoorden. Dirk Den Bree is het hiermee eens. Hij denkt dat als ouders een liefdevolle en onbevooroordeelde rol aanneemt de ontkerkelijking onder jongeren tegen wordt gegaan: “Laten we als volwassenen tevoorschijn komen en erkennen dat ónze manier van denken en (niet-)spreken mede de oorzaak is van hún vervreemding.”