Onderzoek ’Marie-Curie’, onder leiding van geneeskundige Jeanine Roeters van Lennep, werkt samen met ziekenhuizen van Amsterdam, Rotterdam en Utrecht en is gesubsidieerd vanuit de Hartstichting. Sinds september zoeken zij uit waarom vrouwen minder vaak meedoen aan wetenschappelijk onderzoek voor hart- en vaatziekten.
De aanleiding tot het onderzoek is dat Roeters van Lennep vaker bijwerkingen door medicijnen merkte bij haar vrouwelijke patiënten. Ze stelde zichzelf de vraag: ‘’Zijn de resultaten (van onderzoeken) wel even betrouwbaar en effectief voor vrouwen als voor mannen?’’ Volgens Roeters van Lennep is maar 15 procent van de onderzochte groep een vrouw. Van Lennep: ‘’Dit is niet representatief voor de grote populatie die hart- en vaatziekten heeft.’’ De eerste maand van het onderzoek zit erop. Ze zijn in het eerste stadium waar voorbereidingen worden gedaan, onderzoekers worden aangenomen en er teruggekeken wordt naar eerdere onderzoeken. Dit om in kaart te brengen wat vrouwen belemmert om mee te doen als proefpersoon.
De plannen voor de komende 3,5 jaar is proefpersoon-informatie samenstellen voor vrouwen waar, naast risico’s, ook voordelen in staan. Ook wordt er getest hoe vrouwen reageren op situaties als proefpersoon, met ingehuurde acteurs. Roeters van Lennep hoopt uiteindelijk een oplossing te bieden waardoor, bij toekomstige hart- en vaatziekten onderzoeken, de man-vrouw verdeling beter de werkelijkheid weergeeft. De eerste resultaten zullen over ongeveer een jaar bekend worden gemaakt.