ZWOLLE – Het Deventer museum EICAS, gespecialiseerd in Europese concrete en abstracte kunst, reageert met onbegrip en teleurstelling op het besluit van de gemeente Deventer om de subsidie voor het museum stop te zetten. Het museum, dat 4 jaar geleden haar deuren opende, is een unieke wind voor de culturele diversiteit in de stad, aldus de organisatie.
Koos Hoogland, oprichter van museum EICAS, reageert met onbegrip op het besluit van de gemeenteraad. Hij snapt niet waar de plotselinge stopzetting van de subsidie vandaan komt. ‘We zijn een nieuw en origineel museum dat alleen maar aan het groeien is,’ zegt hij. Volgens Hoogland heeft EICAS in korte tijd al veel bereikt en biedt het iets unieks voor Deventer en de regio. ‘Wij zijn het enige museum in Deventer dat zich richt op moderne en abstracte kunst. Daarmee vervullen we een belangrijke culturele rol die in de stad ontbreekt.’ Hij wijst erop dat het museum niet alleen aantrekkelijk is voor de lokale bevolking, maar ook bezoekers uit heel Nederland en daarbuiten trekt. ‘We zetten Deventer op de kaart als een stad met een breed cultuuraanbod, en dat zou toch gekoesterd moeten worden.’
De gemeenteraad besloot tot de subsidiestop vanwege gebrek aan financiële mogelijkheden binnen de begroting. Sam Hoogenbergen, voorzitter van de fractie die voor de stopzetting stemde, licht het besluit toe: ‘Wij zien de meerwaarde van EICAS, maar op dit moment is er onvoldoende bewijs dat het museum structureel zelfstandig kan draaien. Als gemeente moeten we prioriteiten stellen.’ Volgens Hoogenbergen mogen de inwoners van Deventer blij zijn dat er geen grote bezuinigingen nodig zijn, maar dat dit wel betekent dat er keuzes gemaakt moeten worden. ‘Welke bezuinigingen wegen op tegen de baten van EICAS? Dat is een hele moeilijke vraag.’
Hoogenbergen benadrukt dat het besluit niet zonder discussie is genomen en dat het museum zeker potentie heeft. Toch vindt hij de jaarlijkse subsidie van €150.000 te hoog. ‘Ik vind het ontzettend zonde dat zo’n museum hier de dupe van moet zijn, maar dit bedrag zit niet meer in de begroting.’