Terwijl conflicten in Oekraine en Gaza in het nieuws domineren, blijft de crisis in Zuid- Soedan grotendeels onzichtbaar. Journalist Arne Doornebal (42) kent het land als geen ander. Hij woonde er tijdens de eerste jaren van onafhankelijkheid en zag van dichtbij hoe de hoop omsloeg in angst. ‘’wat ik daar heb meegemaakt draag ik voor altijd mee.’’
Hoop op een nieuw begin Op een warme dag in 2011 staat journalist Arne Doornebal tussen duizenden mensen op het drukke plein in Juba. De vlag van Soedan wordt neergehaald en voor het eerst wappert de vlag van Zuid- Soedan. Militaire parades trekken voorbij en het gejuich van de menigte klinkt oorverdovend. ‘’De geboorte van een land maak je niet vaak mee. De hoop was bijna tastbaar.’’
Van Oeganda naar Zuid- Soedan Arne Doornebal werkte al jaren in Oeganda als freelancejournalist, tot hij besloot een sprong in het diepe te wagen. Hij wil dichter bij een plek zijn waar meer zal gebeuren, Zuid- Soedan. Zuid- Soedan is een nieuw, vruchtbaar en hoopvol land volgens Doornebal. Volgens hem was dat de plek waar het zou gaan gebeuren. De eerste maanden ervaarde Arne als opwindend. ’’Juba groeide snel en mensen uit heel Afrika trokken massaal naar de jonge stad. Tegelijkertijd waren er steeds meer spanningen die op liepen.’’ Aldus Arne. Hij herinnert zich enkele momenten nog erg goed. Op een avond reed Arne terug naar zijn accommodatie toen hij plots oog in oog stond met een paar dronken soldaten. Hun Kalasjnikovs waren op hem gericht. Hij stopte, hief zijn handen langzaam op en probeerde kalm te blijven. Een verkeerde beweging kon genoeg zijn. ‘’ In zo’n moment heb je niets aan je Nederlandse gevoel voor rechtvaardigheid,’’ zegt hij. ‘’Je leert hoe dun de grens is tussen spanning en geweld.’’
Verslag aan de frontlinie
De situatie in Zuid- Soedan bleef gespannen. Ondanks de onafhankelijkheid waren er nog steeds gewapende conflicten tussen het noorden en zuiden. De strijd draaide niet alleen om politieke acht, maar ook om de verdeling van olie- inkomsten, toegang tot vruchtbare grond en etnische spanningen. Arne besloot niet aan de zijlijn te blijven staan. Als correspondent reisde hij af naar de conflictgebieden om de verhalen te vertellen. Samen met een aantal andere journalisten trok hij naar het noorden om verslag te doen van de gevechten. ‘’Dan kom je ineens bij de frontlinie, met kuilen om je heen.’’ Hij valt even stil en kijkt naar buiten. ‘’We doken met journalisten in een kuil, terwijl er op ons werd geschoten. Je hoort kogels en voelt de angst van iedereen om je heen. Op het moment dat het even rustig was, zijn we als gekken gaan rennen naar de auto’s.’’ Arne’s werk draaide niet alleen om adrenaline maar vooral om de verantwoordelijkheid om te laten zien wat er in de realiteit gebeurt. Zijn reportages werden gepubliceerd in Nederlandse kranten om aandacht te vragen voor de crisis.
Een journalist met lef Michel, een oud- collega uit Oeganda herinnert zich Arne als een journalist met lef en een opvallende open houding. Waar veel correspondenten hun terrein voor zichzelf houden, zocht Arne de samenwerking op. ‘’Arne voelde dat we elkaar aanvulden. Hij is gul en tegelijkertijd erg dapper.’’ Vriend, genaamd Ronald, kan zich goed vinden in de woorden van Michel. Hij voegt toe hoe de ervaringen Arne blijvend hebben gevormd. ‘’ Wie een humanitaire crisis als die in Zuid- Soedan heeft gezien, maakt zich in Nederland niet meer druk om kleine dingen. Arne heeft leren te relativeren. Hij weet zich aan te passen in onverwachte situaties.’’
De stilte van Nederlandse media Wanneer ik Arne vraag hoe hij kijkt naar de berichtgeving in Nederland, klinkt er een cynische lach, ‘’welke berichtgeving?’’ vraagt hij zich hardop af. ‘’ De laatste keer dat ik iets las over Zuid- Soedan is misschien wel langer dan een jaar geleden.’’ Het land, dat al veertien jaar onafhankelijk is, zit nog altijd in diepe crisis. Doornebal begrijpt waarom dat zo is: nieuws draait om nabijheid- niet alleen geografisch maar ook emotioneel. Conflicten in Oekraïne of Gaza raken Europa directer, doordat er politieke en economische belangen spelen. Toch stoort het de journalist dat er miljoenen mensen lijden, zonder iemand op kijkt. ‘’Ik zou willen dat er meer journalisten de moeite nemen om ernaartoe te gaan, juist nu het nauwelijks gebeurt.’’
Hoop ondanks alles Arne is nog dagelijks bezig met de situatie in Zuid- Soedan, ook al richt hij zich tegenwoordig op andere projecten. Het land laat hem niet los. De jaren die hij daar doorbracht, hebben hem gevormd- als journalist, maar ook als mens. ‘’Wat ik daar heb meegemaakt draag ik altijd mee.’’ Zegt hij. Soms denkt hij terug aan de plekken waar hoop en wanhoop zo dicht naast elkaar bestonden. Toch overheerst bij hem geen wantrouwen, maar hoop. ‘’ Zuid- Soedan is vruchtbaar, ze hebben de nijl. Er zijn genoeg redenen om te geloven dat het goed gaat komen. De hoop moeten we altijd vasthouden.’’