Door: Lenthe Bilstra
LEEUWARDEN – “Ik wil niet terug naar Polen, daar is het verschrikkelijk armoedig”, klinken verslagen de laatste woorden van de verdachte. De inmiddels 48-jarige Poolse meneer F. neemt op donderdag 15 mei 2025 plaats in het gerechtshof in Leeuwarden voor drie vrouwelijke rechters. Na de uitspraak in 2023 is meneer F. in hoger beroep gegaan. Hij was het niet eens met de destijdse uitspraak van de rechter uit Assen. Hij zou een celstraf hebben opgelegd gekregen van 7 jaar en tbs met dwangverpleging. Of gaat het meneer F. toch om de ‘te hoge’ schadevergoeding van €149.600,94? De emoties lopen tijdens de zitting hoog op.
De kwestie rondom F. draait om een voorval uit augustus 2023. In die maand kreeg de politie een melding van een persoon met ernstig hoofdletsel op het strand van het Drentse recreatiepark in Erm. Voordat de politie werd gebeld, heeft het slachtoffer zijn vrouw in Polen gebeld. De rechter leest krachtig voor uit het proces-verbaal wat er op de dag van het incident heeft plaatsgevonden. “Schatje, zie je mijn handen? Ze zitten onder het bloed. Bel de ambulance, hij heeft mijn hoofd geraakt”, aldus het slachtoffer, nadat hij met een fles wodka tegen het hoofd is geslagen. Kort daarna liep het uit de hand. De verdachte zou het slachtoffer met een baksteen op het hoofd hebben geslagen. Wat de uiteindelijke oorzaak is geweest van zijn overlijden.
Tijdens de rechtszaak begint de verdachte op meerdere momenten over de te betalen schadevergoeding. “U moet de schadevergoeding even loslaten, dat is nu niet belangrijk”, zegt de rechter. Waarop de verdachte gefrustreerd reageert met: “De schadevergoeding is juist heel belangrijk.” De rechter geeft lichtelijk geïrriteerd aan dat dit inmiddels wel duidelijk is. De verdachte valt vaak in herhaling, wat later wordt vertaald door de tolk die aan zijn linkerkant zit. “Als zij wil dat ik nooit meer vrij kom, kan zij mij beter doodmaken, het geld pakken en weggaan”, reageert de verdachte op de slachtofferverklaring van de echtgenoot, nogmaals terugkomend op het geldbedrag. Het publiek bestaat uit nabestaanden van het slachtoffer. Twee zoons die opgroeien zonder vader. De een reageert door teleurgesteld zijn hoofd te schudden en de ander hangt zijn hoofd verdrietig in zijn handen. Er ontstaat een sombere sfeer in het gerechtshof.
“Ik heb niks meer”, wordt voorgelezen uit de verklaring van de verdachte. “Nee, de familie van het slachtoffer heeft niks meer”, reageert de advocaat-generaal met een frons op zijn gezicht. Ook de nabestaanden reageren met ongeloof na deze uitspraak. De rechter leest kort daarna het rapport voor van het Pieter Baan Centrum. Zij verklaren dat hoge beveiliging en behandeling nodig is, omdat meneer F. zelf niet in staat is om goed te handelen als het misgaat. Ook de advocaat-generaal sluit zich hierbij aan. “Dit scenario, gewoon een hele slechte film, moeten wij voorkomen in de toekomst.”
De uitspraak van deze rechtszaak zal over twee weken plaatsvinden, een dag vervroegd in verband met Hemelvaartsdag. Het ziet ernaar uit dat de straf niet veel zou afwijken van het eerdere besluit vanuit de eerste rechtszaak. De advocaat van de verdachte pleit voor een kortere gevangenisstraf, zodat meneer F. eerder de hulp kan krijgen die hij nodig heeft. “Zo voorkom je dat degene die juist hulp nodig heeft nog langer de hulp niet krijgt.” Verder wordt verwacht dat de geldsom van €149.600,94 zal blijven staan, waarop de verdachte teleurgesteld reageert en alle hoop lijkt op te geven. “De vordering is voor een miljonair om te betalen, dat ben ik niet.”
foto bron: Pexels