De 58-jarige Hagenaar is aangeklaagd voor bijna 2000 ‘hijgtelefoontjes’ die hij zou hebben gepleegd tussen 10 februari 2024 en 23 februari 2025. Bijna dagelijks zou hij hebben gebeld naar de twee Haagse verzorgingstehuizen. Volgens de rechtbank deed hij dit als wraakactie na aanvaring met politie tijdens een bezoek bij zijn moeder. “Iemand kan gebeld hebben met mijn toestel op afstand”, stelt de heer T. Terwijl hij gespannen voorover zit, en fluisterend in de microfoon spreekt. Dit verhaal wordt met argwaan en irritatieontvangen door de rechters omdat de aangeklaagde geen onderbouwing heeft voor de mogelijke hacking. De heer T. omschrijft dit als: “pesterij van ambtenaren”.
“U twijfelt erg veel, maar u kunt uw eigen verhaal nauwelijks handen en voeten geven”. Merkt de rechter op in reactie op het wantrouwen dat de heer T. in de zaak uitspreekt. Zo vraagt hij zich hardop af waarom het zo lang duurde voordat hij werd opgepakt. Meneer T. noemt het: “gezonde argwaan”, met een hese stem. Tijdens het gesprek met de reclassering zegt de heer T. grappend dat hij pestgedrag ervaart van kabouters, aliens en ambtenaren. Ook zijn buren zouden hem pesten, aldus T. Bij de vraag waarom ambtenaren of buren hem zouden pesten, antwoordt T alleen het volgende: “Zij hebben de toegang tot mijn apparatuur”.
De telefoon van de verdachte is tijdens een politieonderzoek uitgelezen. Hieruit blijkt dat het telefoonnummer, de locatie en het IMEI-nummer direct naar zijn toestel te herleiden zijn. “Verder dan deze uitleg komt de verdachte niet, daarom kan worden vastgesteld dat de verdachte schuldig is,” concludeert de officier van justitie. Er wordt een straf geëist van negentien dagen onvoorwaardelijk en 161 dagen voorwaardelijke gevangenisstraf, honderd uur taakstraf en verplichte ambulante reclassering.
De advocaat van meneer T. benadrukt dat stalking in dit geval een onjuist begrip is. “Blijf ook door de oogharen kijken bij dit soort zaken. Natuurlijk is bellen buitengewoon irritant,” zegt hij. Hij legt uit dat voor stalking sprake moet zijn van opzettelijke inbreuk op iemands persoonlijke levenssfeer, terwijl het in deze zaak om meerdere personen gaat en de twee telefoonnummers openbaar vindbaar zijn. “De munt heeft niet twee kanten, maar veel meer. Iets wat op papier staat, kan op meerdere manieren bekeken worden”, zegt de advocaat. Hij pleit voor ambulante hulp en twee jaar proeftijd.
“Medewerkers voelden zich onzeker, belaagd en bespuugd. Ze wisten niet wie hij was”, verklaren de medewerkers van WHZ; Langendijk en Smids. Ze vertellen dat ze elk telefoontje twijfelden of het om een serieuze melding ging of om de inmiddels bekende beller. Door de vele telefoontjes raakten de telefoonlijnen van de zorginstellingen overbelast, waardoor noodmeldingen en oproepen van artsen niet meer konden doorkomen. De heer T. wordt er dan ook van verdacht de telefoonlijnen te hebben gesaboteerd. “Dat had tot gevaarlijke situaties kunnen leiden. Een seconde zonder bereik had al een leven kunnen kosten”, zegt de officier van justitie.
De rechtbank doet uitspraak op 22 mei 2025 om 13:30. Meneer T. heeft aangegeven hierbij aanwezig te zijn.
Geschreven door: Feline Cladder
foto bron: Pexels.nl