7 juni 2025

‘’Als u bang bent, loopt u toch niet achter hem aan?’’

Foto: iStock

Door: Lynn de Vries

LEEUWARDEN – ”Als ik me nu uitkleed, ben ik helemaal bloot, zo is het letterlijk.” Klinkt boos uit de mond van meneer F. in de rechtbank van Leeuwarden. Hij gaat in hoger beroep tegen de uitspraak die in het najaar van 2023 is gedaan. De verdachte is toen veroordeeld voor het beroven van een leven door middel van een baksteen. Er werden vorderingen toegekend die oplopen tot bijna anderhalve ton. Hij is veroordeeld tot zeven jaar celstraf en behandeling in een tbs-kliniek.

De rechter vertelt over de aangetroffen situatie op het strand bij een recreatiepark in Erm, waar veel arbeidsmigranten verblijven. Er zijn breuken gevonden in de schedel en het aangezicht. Dit is veroorzaakt door plotselinge stompen op het hoofd. Het slachtoffer is om het leven gekomen na het oplopen van een hersenstoornis die is opgelopen door de plotselinge stompen. Meneer F. kocht diezelfde avond nog een fles wodka. De officier van justitie noemt de situatie ‘gewoon een hele slechte film’.

”Ik wilde iets oplossen, praten en wodka drinken”, verklaart de verdachte zelf. Hij zegt een gesprek te hebben gehoord tussen het slachtoffer en een vrouw. De verdachte vertelt dat hij de kamer is ingegaan en vervolgens is uitgescholden door het slachtoffer. ”Uit eerste ingeving heb ik hem met de fles op het hoofd geslagen.” Hij vertelt dat het slachtoffer lichtjes bloedde en naar de wasbak liep. ”Hij heeft een baksteen naar mijn arm gegooid. Ik pakte de baksteen en sloeg hem op zijn hoofd.” De verdachte zegt twee keer met de ambulance te hebben gebeld, maar kon niet communiceren wat er aan de hand was. ”Ik ben naar huis gegaan, heb schoongemaakt en ben gaan slapen.”

De weduwe van het slachtoffer leest met verdriet de slachtofferverklaring voor, in het Pools. Ook legt ze een slachtofferverklaring af namens haar inmiddels 19-jarige zoon; ze praat veel sneller dan bij haar eigen slachtofferverklaring. De vrouw vertelt over haar FaceTime-gesprek dat ze die avond met haar man had. Er wordt aangeklopt, en haar man roept: ”Wil je dat? Kom dan!” Voor anderhalve minuut lang ziet de vrouw niks op het beeldscherm. Als haar beeldscherm weer gevuld wordt door haar echtgenoot, zegt hij: ”Schatje, zie je mijn handen? Die zitten helemaal onder het bloed. Hij heeft mijn hoofd kapotgeslagen!”

”Als u bang bent, loopt u toch niet achter hem aan?”, vraagt een van de rechters aan meneer F. De rechter vraagt zich hardop af wat er nu met de verdachte moet gebeuren, als ze de persoonlijke omstandigheden van meneer F. doorloopt. Het Pieter Baan-centrum heeft vastgesteld dat de verdachte chronisch schizofreen is. Ook blijkt hij niet medicatiegetrouw en vertoont meneer F. paranoïde gedrag.

Deze advocaat van de verdachte gebruikt deze diagnoses om het gedrag van de verdachte te verklaren: ”Er is sprake van psychische overmacht; in dat geval moeten we de verdachte in mindere mate toerekenen.” De advocaat van meneer F. geeft ook aan dat de verdachte voorkeur heeft om langer naar de tbs-kliniek te moeten als vervanging voor een aantal jaar gevangenisstraf. Daarbij heeft meneer F. de voorkeur om zijn straf in Nederland uit te zitten. De verdachte spreekt ook de laatste woorden voordat de zitting wordt afgesloten, dit keer een stuk zachter dan voorheen: ”We kunnen de tijd niet terugdraaien, wat kan ik nog zeggen? Ik wil niet terug naar Polen, de armoede is daar verschrikkelijk.”

Related Post

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *