Ze lijken op het eerste gezicht grappig, sexy en misschien wel zelfbewust: de nieuwe campagnes van Sydney Sweeney, de albumcover van Sabrina Carpenter en het concept van Bonnie Blue. Maar onder de laag van ironie en zelfspot ligt een zorgwekkende ondertoon. In alle drie de gevallen spelen de vrouwen bewust met het idee van ‘dom, afhankelijk en verleidelijk’. Daarmee raken ze een gevoelige snaar bij feministen én jonge vrouwen: zijn we terug bij af? Hebben vrouwen eindelijk vrijheid gekregen om te zijn wie ze willen, en kiezen ze nu weer voor de rol van het ‘hulpeloze’ meisje? De vraag is: is deze nieuwe vorm van zelfrepresentatie een bewuste keuze, of eerder een commerciële valkuil?
“Ik denk dat reclames, magazines, tv-programma’s, eigenlijk de hele maatschappij, een bepaald beeld van vrouwen schetsen,” zegt beïnvloedingspsycholoog Wendy Oude Veldhuis. “Ze denken aan één ding, en dat is het verkopen van wat ze denken dat de maatschappij mooi vindt. En de mensen die dat kopen, gaan daar ook in geloven.” Volgens haar is de zeepreclame met Sweeney bewust gericht op een mannelijk publiek, waarbij doelgericht gefocust is op een bepaalde groep, om daar zoveel mogelijk uit te halen. Dit zonder na te denken over de kritiek die het oplevert van vrouwen.
Afgelopen week kwam ook Bonnie Blue onder vuur te liggen met haar ‘project’. Journalist en feminist Tessel ten Zwege noemt dat ronduit schadelijk. “Verkeerde representatie kan heel slecht zijn. Wat Bonnie Blue doet, is gewoon verkeerd: het actief op zoek zijn naar, laten we zeggen net volwassen jongens, om daar een nieuw project op te storten.” Toch nuanceert ze dat niet alles op één hoop gegooid moet worden. “We moeten niet meteen denken dat artiesten als Sweeney en Carpenter de rechten van de vrouw willen afpakken. Ze doen dit vanuit hun eigen, artistieke, keuze, en dat is ook belangrijk.”
De kern blijft echter ongemakkelijk: als vrouwelijke sterren zichzelf klein maken om te entertainen of te verkopen, welk beeld blijft er dan hangen? Eén waarin vrouwen zichzelf mogen zijn, of zichzelf juist weer moeten verlagen? “Het probleem is,” zegt Oude Veldhuis, “dat de norm vaak wordt bepaald door wat verkoopt, niet door wat goed doet.”