20 juli 2025

17 jaar en Pfeiffer, het overkwam Caro: “Ik kende het wel van verhalen, maar ik had geen idee dat het zó heftig kon zijn” 

Door: Brechtje Bos

In Nederland krijgen jaarlijks zo’n 45.000 tot 50.000 mensen te maken met Pfeiffer, waarvan een groot deel scholieren en studenten. Een klein percentage houdt langdurige klachten, zoals chronische vermoeidheid, concentratieproblemen en uitval op school of werk. Caro lindeboom, een 17-jarig meisje uit Hengelo, kampt al dik een jaar met het Pfeiffer virus. Ze zit op de middelbare school en leidde tot voor kort een heel normaal leven. Totdat ze de ziekte van het virus kreeg. Wat eerst leek op ‘gewoon moe zijn’, bleek een langdurige strijd tegen vermoeidheid, concentratieproblemen en frustratie. In dit interview vertelt ze hoe Pfeiffer haar dagelijks leven beïnvloedde, van school en sport tot hoe ze nu omgaat met de ziekte.  

Hoe kwam je erachter dat je de ziekte van Pfeiffer had? 

“Ik was al weken echt supermoe, op een hele rare manier. In het begin dacht ik: oké, drukke schoolweek, beetje weinig geslapen, komt wel goed. Maar het bleef maar doorgaan. Zelfs als ik een hele dag op de bank lag, voelde ik me uitgeput. Toen ik ineens ook opgezette klieren kreeg en m’n keel superveel pijn deed, dacht m’n moeder dat ik misschien Pfeiffer kon hebben. Dus we gingen naar de huisarts en na een bloedtest kreeg ik het te horen. Ik kende het wel van verhalen, maar ik had geen idee dat het zó heftig kon zijn.” 

Wat merkte je als eerste aan je lichaam? 
“Dat ik echt nergens meer energie voor had. M’n benen voelden zwaar, ik kon me amper concentreren en zelfs de trap op gaan voelde alsof ik een marathon had gelopen. Alsof m’n lijf ineens zei: “en nu stop jij even.” En ik had ook constant keelpijn en hoofdpijn, beetje alsof ik steeds een griepje had, maar dan zonder einde. Dat vond ik echt raar, want ik was juist altijd actief en gezond.” 

Hoe voel je je op een gemiddelde dag sinds je ziek bent? 
“Pff… anders. Een gewone dag is nu een soort puzzel. Ik word wakker en voel meteen of het een ‘goede dag’ is of niet. Soms kan ik even naar school of chillen met vriendinnen, maar daarna ben ik echt op. Dan moet ik slapen of gewoon liggen. Het is irritant, want mijn hoofd wil van alles, maar mijn lichaam zegt de hele tijd: rustig aan. En als ik per ongeluk iets te veel doe, dan voel ik dat meteen de volgende dag.” 

Wat voor sport(en) deed je voordat je ziek werd? 
“Ik was echt een sportschoolmeisje haha. Ik deed veel krachttraining en een paar keer per week deed ik HIIT-lessen. Ik vond het heerlijk om gewoon met m’n oortjes in, keihard te trainen. Gewoon knallen. Soms ging ik ook met vriendinnen, maar meestal ging ik alleen want dat was echt m’n momentje van de dag.” 

Hoe belangrijk was sporten voor jou? 
“Heel belangrijk. Niet alleen omdat ik het leuk vond, maar ook omdat het me hielp met stress en m’n hoofd leegmaken. School kan best druk zijn, en thuis is het ook niet altijd chill, dus sporten was echt m’n uitlaatklep. En ik voelde me sterk, letterlijk en figuurlijk. Ik vond het ook gewoon fijn om aan m’n lichaam te werken, weet je? Het gaf me zelfvertrouwen. ” 

Kun je beschrijven hoe het was om te beseffen dat je (tijdelijk) moest stoppen met sporten? 
“Dat was echt moeilijk. Eerst dacht ik: ik neem een weekje rust, dan ben ik vast weer beter. Maar toen dat niet zo was, en ik na elke poging om te trainen nóg vermoeider werd, begon het echt binnen te komen. Het voelde alsof ik iets kwijt was wat bij mij hoorde. Ik voelde me opeens niet meer ‘die sportieve Caro’. En ik moest leren om mezelf niet steeds te pushen, wat echt lastig was, want dat zat zo in me. Het was een soort rouwproces, hoe stom dat misschien klinkt.” 

Wat mis je het meest aan sporten? 
“Zoveel dingen. Dat gevoel na een goede training, je weet wel, als je helemaal kapot bent maar zó trots. De structuur in mijn week. Het gevoel dat ik sterker werd. En ja, ook hoe m’n lichaam eruitzag. Nu voel ik me soms slap en onzeker, en dat vind ik lastig. Maar het allermeest mis ik dat sporten m’n hoofd leeg maakte. Zonder dat momentje voel ik me sneller overwhelmed.” 

Bron: Caro Lindeboom

Related Post

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *