Door: Nathan Groenenberg
Voor wie wel eens in Zwolle is geweest is de kolossale Sint-Michaëlskerk een herkenbaar stukje architectuur. Dit cultureel centrum én eeuwenoud Rijksmonument tekent sinds de 15e eeuw de Zwolse skyline. In 2019 begon de ingrijpende restauratie, en sindsdien heet de Sint-Michaëlskerk Het Academiehuis. De restauraties namen (mede dankzij de lockdown) vijf jaar in beslag. Nu het gebouw weer volop in gebruik is, spelen niet alleen het monument en de programmering een rol, maar ook de mensen die er dagelijks rondlopen. Eén van die mensen is Gert van Harten. Ik heb hem gesproken over zijn achtergrond, zijn levensverhaal en wat werken in Het Academiehuis voor hem betekent.
De gepensioneerde Gert van Harten werkt sinds twee jaar in de kerk. Voordat hij als vrijwilliger begon was Van Harten directeur van het Advies en Meldpunt Kindermishandeling in Gelderland. Een baan die veel indruk achterliet op hem, erover praten hielp: “Het was in de aanwezigheid van collega’s, en dan praatte ik erover. Als het me raakte, dan deed ik dat.” Als directeur heeft Van Harten van alles voorbij zien komen. Dingen als nazorg voor slachtoffers en het personeelstekort, maar ook zware en emotionele zaken kwamen vaak aan bod. “Je leest dingen, je ziet dingen, daar dacht je het liefst niet over na. Het kippenvel stond je vaak genoeg op de rug. Toch neemt het voldane gevoel de overhand, we zorgden dat kinderen een veilige thuissituatie kregen.”
Na zijn pensioen greep Van Harten zijn rust. Toch begon dat uitrusten aan hem te knagen. Volgens Van Harten is de ‘sociale dreun’ die je leven ondergaat onderschat. “Stilzitten en naar buiten kijken is niks voor mij. Ik heb altijd gewerkt met mensen, en dat wilde ik blijven doen. Er is genoeg te doen in de wereld, en als je kunt helpen, waarom niet?” Het werken in de kerk helpt hem dan ook om fit en onder de mensen te blijven. Praten met bezoekers en toeristen, zorgen dat Het Academiehuis netjes blijft en ondersteunen waar mogelijk behoort tot zijn takenpakket. Van Harten: “Ik ben vooral ondersteunend. Anderen doen het geloofswerk, ik zorg ervoor dat het gebouw er netjes bij staat.”
De kerk is niet het enige goede doel waar Gert zich voor inzet. Hij is vrijwilliger in de palliatieve zorg, dat is (thuis)zorg en ondersteuning voor mensen waarbij geen genezing mogelijk is. Onder andere waken over de patiënt tijdens de nacht en ondersteuning voor de familie zit in het zware en emotionele takenpakket. “It’s all in the game, hè? Je moet het echt rationeel benaderen”, reageerde Gert nuchter op een vraag over de emotionele kant van het nobele werk. “Het is heel goed om de familie de gelegenheid te geven om een beetje bij te slapen. Mensen zijn altijd zo verschrikkelijk dankbaar met wat we doen.”
Hoewel hij zelf niet gelovig is, ziet ook hij de schoonheid van het eeuwenoude gebouw en de religieuze stukken. “Het afgelopen jaar hebben ze de preekstoel (verhoging waarvan de geestelijke speekt) gerestaureerd, en bij de oplevering daarvan hebben ze een voordracht gehouden voor de medewerkers.” De restaurateur vertelde dat tijdens de restauratie allerlei dingen werden gedemonteerd. Ze vonden veel verborgen dingen die je niet van buitenaf ziet: houtsnijwerk, beeldjes en andere decoratie die de maker heeft ‘verstopt’. “het gaat gewoon door op de plekken waar je dingen niet kan zien. Dat is het plezier van de maker”, vult hij aan.
Van Harten hoopt nog een tijdje te kunnen ‘rondsjokken in de kerk’, zoals hij het zelf liefkozend noemt. “Ik heb mijn hobby’s en dagelijkse bezigheden hoor. Ik interesseer me in geschiedenis en ik wandel graag. Ik wil ook graag iets teruggeven, daar krijg ik meer energie van dan thuis televisie kijken.”