28 juni 2025

Mike (20) werkt bij defensie in tijden van oorlog: “Ik wil mijn land kunnen helpen” 

Oorlog is voor veel mensen nog nooit zo dichtbij geweest als nu. Met de oorlog tussen Rusland en Oekraïne ‘om de hoek’, zijn vele ogen momenteel gericht op de Nederlandse defensie. Er wordt flink opgeschaald en ook in de Tweede Kamer is het een hoofdpijndossier.  
Mike Luider (20) uit Klazienaveen is sinds afgelopen december werkzaam bij defensie op de kazerne in Assen. Hij vertelt hoe het is om als jongvolwassene op dit moment bij defensie te werken. 

“Ik wil Nederland graag helpen”, zegt Mike stellig wanneer aan hem gevraagd wordt waarom hij bij defensie wilde werken. “Vooral met wat er de laatste jaren gebeurt in de wereld, maar niet alleen dat. Ik wil Nederland kunnen ondersteunen als bijvoorbeeld morgen de dijken breken. Als er wat gebeurt, wil ik mijn land kunnen ondersteunen.” 

Mike is onderdeel van de geneeskundige dienst. Momenteel is hij bezig met een gewondenhulpopleiding, om gewonde mensen te kunnen helpen, ook wanneer hij onder vuur ligt. Hij geeft aan dat als er nu iets zou gebeuren, dat hij waarschijnlijk nog zal achterblijven in Nederland. “Over een jaar is dat heel anders. Je bereidt je voor op het ergste: het gevechtsscenario.” 

Defensie gaat een half jaar op uitzending naar Litouwen, het land dat grenst aan Rusland, naar het oefenterrein van de NAVO.  Dat het zo dicht bij Rusland is, vindt Mike niet eng. “Daar zijn wij niet mee bezig. We zijn daar in vredesgebied bezig met een oefening, we hebben niks met Rusland te maken.”  Hij snapt het gevoel dat in Nederland heerst, dat de oorlog nu dichtbij komt, maar ervaart dat persoonlijk anders. “Tien jaar geleden moesten militairen naar Afghanistan om te vechten. Dat was veel heftiger, eigenlijk. Toen kwamen militairen niet weer thuis. Dat gebeurt nu niet meer.” 

Tijdens het gesprek lijkt Mike niet erg onder de indruk van hoe de situatie is op dit moment. Hij vertelt: “Dit is waarvoor je bij defensie gaat, vind ik. Ik word geen militair om thuis te blijven.”  Toch lijkt dit gevoel iets te veranderen wanneer het gaat om zijn naaste omgeving.  

“Mijn vader zei dat ik moet doen wat ik leuk vind, maar natuurlijk is het spannend. Als er wat gebeurt en ik moet weg, dan is het maar de vraag of ik terugkom.” Om de sfeer niet te negatief te laten worden, verbetert hij zich snel: “Dat kom ik natuurlijk wel. De vraag is alleen hoe.” Tijdens dat laatste kijkt hij stiekem naar zijn vriendin Isa, die naast hem zit en aandachtig luistert.  

“Ik heb het er verder niet vaak over met andere mensen. Praten over mijn werk doe ik sowieso niet graag. Ik kan ook niet over alles praten, op veel dingen die ik meemaak zit een geheimhoudingsplicht. Dus als ik thuiskom en mijn ouders vragen naar mijn dag, dan antwoord ik: “Ja prima hoor”, en dat was het dan.” 

Toch voelt het niet alsof dat de enige reden is dat Mike niet over zijn werk praat. Uiteindelijk vertelt hij: “Het heeft voor mij ook geen nut om over mijn werk te praten. Andere mensen snappen toch niet wat ik meemaak. Die weten niet hoe het is. Als er iets is om over te praten, dan doe ik dat wel op mijn werk. De mensen thuis die weten niet wat het is om militair te zijn.” 

Mike heeft een duidelijk doel voor ogen in de toekomst. “Ik hoop dat ik een uitzending mag draaien. Daarvoor zit ik tenslotte bij defensie. Nu nog naar Litouwen, maar misschien in de toekomst wel naar Irak of Afghanistan. Wie weet!”  

Door Julia Kiel

Related Post

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *