Marjolein van der Kaay over klein wonen, groot denken en het lef om anders te leven
Marjolein (43) werkt als zelfstandige in de aanvullende mantelzorg en is daarnaast zangeres en illustrator. Na jaren in de Randstad besloot ze haar leven drastisch te veranderen. Geen hypotheek meer, geen fulltimebaan om het allemaal te bekostigen. “Ik wil niet veertig uur per week werken voor een huis waar ik nauwelijks ben,” zegt ze. “Dat vond ik op een gegeven moment zo absurd. We werken om te kunnen wonen, maar wanneer leven we dan eigenlijk?”
In Gorredijk, op het bouwterrein van de kleinste straat van het dorp, de ‘Tinysinneblom’, praat Marjolein over haar droom. Een klein huisje met een puntdakje, zoals ze het als kind tekende. Niet groot, niet luxe, maar van hout, zelfvoorzienend en vrij van schulden.
“Dat beeld heb ik al sinds ik klein was,” zegt ze. “Ik wilde gewoon wonen in een huisje zoals je hem tekent. Een klein huisje met een grote tuin”
Een droom die botst met regels
Tien jaar geleden begon ze met haar zoektocht naar een tiny house. De stap leek eenvoudig: kleiner wonen, minder bezit, meer vrijheid. In de praktijk bleek het een gevecht tegen regels en verwachtingen.
“Het idee is prachtig,” zegt ze, “maar in Nederland is klein wonen nog steeds ingewikkeld. Je moet grond vinden, vergunningen aanvragen, bestemmingsplannen afwachten en dat gaat lastig want ambtenaren zijn zo traag als soep.”
Toch zette ze door. Na jaren zoeken kwam ze via de tiny house beweging in contact met initiatiefnemers van het duurzame woonproject ‘Tiny Sinneblom’ in Gorredijk. Daar, op een stuk grond aan de rand van het dorp, komt binnenkort haar huisje. “Toen ik hoorde dat ze nog iemand zochten, dacht ik, ik doe het, het maakt mij ook niet zo veel meer uit waar.”
De stad die niet meer thuis voelde
Voordat ze naar Friesland terugkeerde, woonde Marjolein in Amsterdam. Ze had alles wat volgens de norm succes is: een goede baan, een groot huis, een mooie tuin, een goed inkomen. Toch voelde ze zich niet thuis.
“Ik had een mooie keuken, maar ik kookte nooit. Een tuin, maar ik was er nooit. Ik was altijd aan het werk. Ik zag dat ook bij andere leeftijdsgenoten, en dat vond ik zo leeg.”
Haar vader, Kees, herinnert zich dat ze op een dag opeens zei dat ze het anders wilde doen. “Marjolein heeft altijd sterk geweten wat ze wilde,” zegt hij. “Ze is iemand die nadenkt over waarom dingen gaan zoals ze gaan. Toen ze zei dat ze kleiner wilde wonen, dacht ik: ja, dat past bij haar. Ze zoekt rust, maar ook betekenis.”
Hij vertelde haar bezig te gaan in de tuin, gewoon met de handen in de aarde. “Dat vond ze prachtig,” zegt hij. “Misschien begon het daar: het besef dat je niet veel nodig hebt om gelukkig te zijn.”
Minder spullen, meer ruimte
In de afgelopen jaren leerde Marjolein om met minder te leven. Dat voelt niet als inleveren, maar juist als vrijheid. “Ik heb al jaren geen oven,” zegt ze met een glimlach. “Iedereen vraagt: wat doe je dan? Nou, dan bak ik niet, of ik verzin iets anders. Je wordt creatiever als je minder hebt.”
Vóór de zoektocht naar een klein huis, verkocht Marjolein haar huis in de randstad en is ze naar Roemenië gegaan, tijdens dat verblijf zag ze wat eenvoud werkelijk betekent. “Daar ging het om hout verzamelen, water drinken en eten, de basis. Hier spoelen we onze wc’s door met drinkwater. Dat is toch bizar? Daar leer je relativeren. Wij hebben alles, maar raken de essentie kwijt.”
Voor haar is klein wonen niet alleen een praktische keuze, maar een maatschappelijk statement. “We zijn vergeten wat genoeg is. We willen steeds meer, groter, nieuwer. Maar waar stopt dat? We vullen onze huizen met spullen en huren dan opslagboxen omdat het niet meer past. Dat zegt toch alles?”
De kracht van gemeenschap
In Gorredijk vindt ze gelijkgestemden. Een van hen is Elles, die ook in een tiny house gaat wonen. “Mensen denken vaak dat klein wonen betekent dat je iets mist,” zegt ze. “Maar het tegenovergestelde is waar. Je leeft bewuster en hebt meer contact met anderen. Marjolein brengt daar veel energie in. Ze denkt na, stelt vragen, maar vooral: ze dóet.”
Volgens Elles is de tiny house-gemeenschap meer dan een woonvorm. “We oefenen eigenlijk met een andere manier van samenleven. Minder bezit, meer delen. Dat vraagt soms wat aanpassing, maar het levert vrijheid op.”
Marjolein deelt de mening van haar toekomstige buurtbewoner. “We hebben het altijd over duurzaamheid alsof het iets technisch is,” zegt ze. “Maar het gaat over mensen. Over durven leven op een manier die klopt met wat je belangrijk vindt.”
Liefde, verwachtingen en lef
Klein wonen betekent ook afstand nemen van verwachtingen. Vooral die over wat een vrouw van in de veertig “zou moeten” doen. “Iedereen verwacht dat je kinderen krijgt, een man, een groot huis. Maar ik wil dat niet. Ik wil niet dat mijn leven pas compleet is als ik in dat plaatje pas.”
Ze heeft relaties gehad, maar vaak liepen die stuk op botsende wereldbeelden. “Veel mannen willen zekerheid, status, succes. Zei hebben het idee alsof zei de hoeder moeten zijn. Maar ik verdien mijn eigen geld, en ik red mijzelf.
De paradox van klein wonen
Marjolein ergert zich soms aan de manier waarop klein wonen wordt geframed. “Ik vind dat Tiny house de norm moet worden, mensen kijken er nu naar alsof het iets heel aparts en speciaals is. Ik vind het woord Tiny House ook stom, ik zeg toch ook geen Big House?”
Ze haalt de schouders op. “We wonen in een land waar mensen honderden vierkante meters willen, terwijl anderen geen dak boven hun hoofd hebben. Dat voelt gewoon scheef.”
Volgens haar is de oplossing niet technisch, maar mentaal. “We moeten anders leren denken over wat we nodig hebben. Een huis is geen statussymbool, het is een plek om te leven. En dat hoeft niet groot te zijn om rijk te voelen.”
Anders durven zijn
Binnenkort staat haar huisje in Gorredijk van nog geen veertig vierkante meter groot, maar met precies genoeg ruimte. Ze wil er mensen ontvangen, gesprekken voeren, muziek maken, tekenen.
“We nodigen straks bestuurders en studenten uit om te laten zien wat er kan,” zegt ze. “Niet om te preken, maar om te inspireren. We klagen veel in Nederland, maar er gebeurt pas iets als mensen gewoon beginnen.”
Ze kijkt even naar voren en zegt: “We moeten stoppen met groter willen. Geluk zit niet in vierkante meters, maar in wat er buiten die muren gebeurt. In de zon die opkomt, de was die wappert, iemand die langsfietst en denkt: hé, hier gebeurt iets moois.”
Dan glimlacht ze. “Ja, ik geloof hier echt in. En misschien moet je een beetje gek of anders zijn om dat te durven.”

