10 mei 2025

Nederlandse jazzscene mist aansluiting bij Internationale Jazzdag

Op 30 april viert de wereld de Internationale Dag van de Jazz. Deze dag werd in 2011 ingesteld door UNESCO, om het bewustzijn te vergroten van de voordelen van jazz als educatief instrument en als een motor voor empathie, dialoog en verbeterde samenwerking tussen mensen wereldwijd.

Ook in Nederland wordt deze dag onder de aandacht gebracht, ook al gaat dat soms wat lastig. Marieke Brugman van UNESCO legt uit hoe dat werkt: “Wij organiseren de evenementen niet zelf, maar het staat organisaties vrij om zelf dat initiatief te nemen,” vertelt ze. “In het verleden heeft Nort Sea Jazz er wel eens aandacht aan besteed. Maar voor Nederland was het lang een lastige datum, omdat het tegelijk viel met Koninginnedag.”

Sinds de verschuiving van Koninginnedag naar Koningsdag is er meer ruimte ontstaan om op 30 april stil te staan bij jazz. Brugman ziet dan ook volop mogelijkheden: “organisaties en podia kunnen activiteiten organiseren in het kader van de International Jazz Day en eventueel patronage aanvragen voor hun event, dan mogen ze het logo van Unesco gebruiken. Dat kan zowel nationaal of internationaal.”

Toch lijkt het Nederlandse jazzlandschap niet in staat om die kansen volledig te benutten. De infrastructuur waarop de Nederlandse jazz leunt, is fragiel geworden. Pieter Schoonderwoerd, voorzitter van de Vereniging Nederlandse Jazzpodia en Jazzfestivals (VNJJ), maakt zich zorgen: “Je hebt dus eigenlijk een soort van humuslaag in de jazz, die superbelangrijk is. En die is enorm afgenomen. Dat zijn de podia zoals Paradox, LantarenVenster en het Bimhuis, maar ook kleinere initiatieven die niet fulltime jazz programmeren, maar af en toe. En die zijn enorm onder druk komen te staan.” Aldus Schoonderwoerd.

“Als zulke initiatieven niet structureel worden ondersteund door gemeenten of provincies, hangen ze af van de inzet van één of twee mensen. Als die wegvallen, houdt het op. Dat is het kwetsbare, terwijl die plekken juist cruciaal zijn voor jonge makers.”

Nederland mist volgens Schoonderwoerd ook een duidelijke internationale jazzidentiteit. “Wat ons altijd heeft onderscheiden is de vrije improvisatie. Dat was echt ons uithangbord. Maar dat is inmiddels overal. En nu hebben we heel veel goede makers, maar niet per se één stijl of één geluid waar we om bekend staan. Misschien is die veelzijdigheid dan wel ons ding, maar dat is weer moeilijk te marketen. Je kunt moeilijk zeggen: ‘Kom naar Nederland, want wij zijn van alles een beetje.’”

Toch is jazz volgens hem ook buiten de muziek relevant: “Improvisatie is niet alleen iets muzikaals. Het is ook een manier van denken. Jazzmuzikanten zijn gewend om te luisteren, te reageren, samen te bouwen aan iets nieuws. Dat zijn vaardigheden die in veel sectoren van waarde zijn — in het onderwijs, in het bedrijfsleven en in de zorg”

Related Post

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *