‘’Ik heb in de pauze met een student van de Politieacademie gesproken, die mij heeft uitgelegd hoe Snapchat werkt.’’ De zaal kijkt verbaasd naar de officier van justitie (OvJ) wanneer zij deze uitspraak doet. Een scherpe blik wordt door de vriendin van een van de verdachten gericht op de studenten achter haar. ‘Als blikken konden doden…’
Dong-Soo Kampjes Zaterdag 29 februari 2025
Op vrijdag 28 februari staan de heren Anouar B. en Zacharia B. terecht in de Rechtbank van Amsterdam. De twee jonge mannen worden verdacht van meerdere drugsgerelateerde misdrijven. Zacharia is aangeklaagd voor vijf strafbare feiten, waaronder het voorbereiden en bereiden van cocaïne. Anouar wordt daarnaast beschuldigd van het bezit van vuurwapens en heeft daarmee zes strafbare feiten op zijn naam staan. Beiden staan terecht in verband met een opsporingsoperatie van de politie tegen drugs, waarbij hun namen naar voren komen.
Tijdens het samenvatten van de tenlastelegging door de voorzitter komt al snel naar voren dat de chatapplicatie Snapchat een grote rol speelt in de zaak. Beide verdachten zouden via Snapchat gecommuniceerd hebben over illegale praktijken. Anouar deelt een account met anderen, waarop foto’s en video’s van cocaïne en wapens te zien zijn. “Ik heb deze foto’s niet gemaakt, ik heb ze alleen opgeslagen voor de stoerdoenerij,” houdt hij stellig vol. De man vertelt over de werking van de app en wijst erop dat iedereen met toegang de foto’s had kunnen maken.
In de pauze vraagt de OvJ een journalistiekstudent naar de werking van Snapchat, met de belofte dat haar hulp niet in het dossier komt. De OvJ breekt deze belofte echter tijdens de zitting, al vergist zij zich in de opleiding. Na de pauze komt advocaat Tuip van Anouar in zijn pleidooi terug op de woorden van de OvJ: “Ik vind het ronduit belachelijk dat de OvJ een student van de Politieacademie vraagt naar de werking van Snapchat.” Hij dreigt protest aan te tekenen tegen de manier van handelen, die volgens hem het vertrouwen in het politieonderzoek ondermijnt.
Tuip betwist de bevindingen van de OvJ, omdat haar uitleg over de app in tegenspraak is met Anouar’s verklaring, wat zou kunnen leiden tot (on)terechte beschuldigingen. Tijdens de zitting appt Tuip met een collega om de werking van de app te achterhalen. Er ontstaat een discussie tussen de OvJ, Tuip en de rechters, die allemaal duidelijk geen kennis van Snapchat hebben.
Ondanks de verwarring over de werking van Snapchat en de vraag of Anouar zelf de beelden heeft gemaakt, eist de officier van justitie negen jaar cel voor hem. ‘’Ik heb enorme spijt. Voor het vuurwapen neem ik verantwoordelijkheid, maar niet voor de rest van de beschuldigingen,’’ zegt de jonge man in zijn laatste woorden. Voor Zacharia ligt de eis iets lager: zes jaar gevangenisstraf. Het vonnis wordt op 14 maart uitgesproken in de Rechtbank van Amsterdam, waar beide heren aanwezig zullen zijn.
Kampjes, D. (2025, maart 14). Rechtbank van Amsterdam [afbeelding].
Jelle Romkes