Zenuwachtig komt M. Bouchagratan de zaal binnenlopen. De rechter kijkt hem doordringend aan. Wist hij echt niks van het blok cocaïne, wat in zijn bijzijn in de auto was gelegd? Die vraag stond vrijdagmiddag in de rechtbank in Utrecht centraal. Volgens hemzelf niet: “Ik zat op mijn telefoon”, verklaarde M. Bouchagratan nonchalant tegen de rechter. Daarna is het stil, en fronst de voorzitter zijn wenkbrauwen.
Het was een spannende middag voor M. Bouchagratan en A. Talhaoui die ook wel “gladde 033” wordt genoemd, toen ze in een huurauto na een korte achtervolging zijn opgepakt. Ze worden verdacht van het vervoeren en bezitten van zo’n 1000 gram cocaïne.
Die beruchte dag vroeg A. Talhaoui of M. Bouchagratan mee op pad wilde. Omdat M. Bouchagratan nog geld van hem kreeg, ging hij mee. In Apeldoorn zou er iemand zijn ingestapt en een blok cocaïne onder de bijrijdersstoel hebben gelegd, zo verklaarde A. Talhaoui tijdens de zitting.
Hoewel A. Talhaoui eerst zweeg, heeft hij nadat hij vrijkwam in afwachting van de zaak, toch besloten een verklaring af te leggen: “Mijn familie zei tegen mij: de waarheid komt uiteindelijk toch altijd boven water.” Het zwijgen van A. Talhaoui heeft de medeverdachte flink in de problemen gebracht. Dankzij het zwijgen had de verklaring dat M. Bouchagratan van niks wist, geen onderbouwing, waardoor hij geruime tijd na de aanhouding heeft vastgezeten.
Maar ondanks dat A. Talhaoui nu eerlijk is, is de officier van justitie kritisch: “jij hebt Mohammed ontzettend genaaid”, bijt de officier van justitie A. Talhaouoi toe. Hij knikt instemmend: “daar heb ik ook heel veel spijt van.”
Ook M. Bouchagratan toont zelfreflectie: “ik had niet zo naïef moeten zijn en beter moeten nadenken.” Ondanks de opmerkelijke ommezwaai rondom de verklaring van A. Talhaoui, twijfelt de meervoudige kamer wel openlijk of M. Bouchagratan echt niks wist van het blok cocaïne.
“Toen er in Apeldoorn iemand achter in de gehuurde auto stapte, dacht jij er niet aan om A. Talhaoui te vragen wie dat was en waarom dit gebeurde?”, vraagt de voorzitter aan Mohammed. “Nee, ik zat op mijn telefoon”, verklaarde M. Bouchagratan. Hij hield het daarbij.
Ondanks de twijfels gaat de officier van justitie mee in de ommezwaai van A. Talhaoui. “Omdat jij, A. Talhaoui, eigenlijk alles wist en M. Bouchagratan hierin hebt meegenomen vind ik het eigenlijk ontzettend erg dat hij 52 dagen vast heeft moeten zitten omdat jij niks vertelde tegen de politie en de reclassering”, zegt de officier. “Daarom hoop ik dat de rechtbank tot een vrijspraak komt voor M. Bouchagratan.”
Na een schorsing lijkt de meervoudige kamer het antwoord op de centrale vraag gevonden te hebben: Mohammed had onvoldoende wetenschap over het blok cocaïne. “U wordt vrijgesproken en kunt deze zaak achter u laten”, vertelt de voorzitter aan Mohammed. Opgelucht verlaat hij de rechtbank.