Tijdens de Week van de Psychiatrie is er aandacht voor alle mensen die zich inzetten voor de mensen met psychische of psychiatrische problemen. In een recent NRC-artikel noemt Willem Keizer (42) de psychiatrie: “Het afvalputje van de maatschappij.” Zijn boek Waanzin en Sneeuw, gaat over zijn werk in de acute psychiatrie. “Ik voel me op mijn gemak bij mensen die het leven niet snappen”, vertelt hij.
De aanname dat mensen uit de psychiatrie hun leven lang in het systeem blijven, doorbreekt Jeanieke van Klaveren (26). Even geleden sprak ik haar over haar verleden in de psychiatrie. “Daar is het gewoon flink misgelopen”, is één van de eerste zinnen die ze uitspreekt. Ze heeft haar leven weer opgepakt, maar dat is niet vanzelf gegaan.
Het begin van een rollercoaster
“Ik heb in 2021 PTSS ontwikkelt door mijn werk. Daar heb ik lange tijd mee doorgewerkt, tot ik overliep. In eerste instantie dachten hulpverleners dat ik psychotisch was, ik kwam in een instelling terecht en ben daar continu in en uit gehaald” , vertelt van Klaveren. Uiteindelijk kwam de hulpverlening tot de conclusie dat ze leed onder PTSS in plaats van psychotische klachten. PTSS, ook wel posttraumatische stressstoornis genoemd, ontwikkelt zich door traumatische gebeurtenissen en zorgt onder andere voor nachtmerries.
De opnames liepen voor van Klaveren verschillend: “De eerste keer was het vooral nieuw, ik kwam op een afdeling terecht voor mensen die ernstig ziek waren, ik hoorde daar niet op mijn plek. Vervolgens kwam ik op een andere afdeling terecht met mensen die minder ziek zijn, maar toch relatief veel hulp nodig hebben.”

De dood komt dichtbij
Ze vertelt dat er heftige dingen zijn gebeurd in de psychiatrie: “Zo heeft iemand zich opgehangen op zijn kamer. Op een open afdeling waar ik een tijdje zat had ik een groepsgenoot die even naar de Action ging, maar uiteindelijk haar polsen doorsneed. Ik heb haar op mijn scooter getrokken en naar de huisartsenpost gebracht. Ook werd er, op een open afdeling waar ik zat, meiden verkracht en aangerand door een groepsgenoot. Ook ik werd aangerand. Toen ik dit bij het personeel meldde, werd het in de doofpot gestopt.”
“Het klinkt stom, maar het went nooit. En natuurlijk doet het zeer, maar aan de andere kant wilde diegene het graag. Nu denk ik: zonde” , antwoord van Klaveren op de vraag over wat het met haar deed. “Ik vind dat de hulpverlening waar ik in zorg was slecht luisterde. Van de twintig mensen wordt er misschien één geholpen. Want eerlijk, iemand die twintig pillen slikt is twintig keer een recept. Dat brengt geld op.”

Toch weer doorgaan
Ondanks dit verleden heeft van Klaveren zichzelf naar boven getild. Door positief te blijven denken is zij verder gekomen dan ze dacht: “Tools inzetten die ik heb geleerd van het traumacentrum, zoals dingen tellen en ondernemen, hebben mij geholpen. Ik heb een uitkijkpunt nodig. Zo had ik de wens om naar Parijs te gaan. Afgelopen oktober heb ik dit waargemaakt, het maakt me trots en het geeft een gevoel van vrijheid. Ik heb regie over mijn eigen leven.”
Nadat we een tijdje hebben gepraat over wat haar hoop brengt, begint ze over Davina Michelle, een Nederlandse artiest. Van Klaveren begint over haar tatoeage met de tekst ‘no one said it was easy’, die ze als eerbetoon heeft aan een overleden vriendin uit tijd van opname: “De tekst heeft Davina geschreven. Ik heb haar één keer gezien, maar dit betekent enorm veel voor me. Ik leef op vooruitkijken. Want als er niets is, ga ik terugvallen. Dat wil ik ten diepste niet.”
Voldoening in het leven is iets belangrijks voor van Klaveren: “Ik doe nu vrijwilligerswerk waarin ik gehandicapte mensen help in het openbaar vervoer.” Ook doet van Klaveren vrijwilligerswerk als zorgoppas voor kinderen, hier krijgt ze een lach van: “Omdat ik hun gevoel aanvoel. Waar zij error krijgen en zichzelf niet snappen, kan ik ze helpen. Dat geeft mij steun.”