Twee dierenorganisaties waren het niet eens met het afschieten van de wolf. Ze maakten daarom bezwaar bij de provincie. Maar omdat zo’n bezwarenprocedure lang duurt, dienden de organisaties ook een voorlopige voorziening in bij de rechter. Dat betekent dat de rechter in afwachting van het bezwaar moet beoordelen of er al geschoten mag worden of niet. Het besluit: de wolf mag niet gedood worden. De rechter vindt dat de provincie de vergunning voor het doodschieten van de wolf onvoldoende heeft onderbouwd. Wolven zijn beschermde dieren en daarom moet de provincie eerst alternatieven onderzoeken.