
Door: Nynke Bijlsma
LONNEKER – Op eerste paasdag werd aan de Vliegveldweg in Lonneker het traditionele paasvuur ontstoken. De traditie wordt al zo’n 100 jaar georganiseerd door de Vereniging Koninginnedag Lonneker. Dit jaar mocht het vuur hier, ondanks de droogte, wel doorgaan.
Het aansteken van paasvuren is in het oosten van Nederland een traditie die al zo’n 450 jaar oud is. Elk jaar wordt op eerste paasdag een grote stapel hout in brand gestoken. Oorspronkelijk was dit een heidens ritueel, maar met de opkomst van het Christendom kreeg het een nieuwe betekenis: het vieren van de wederopstanding van Jezus. Tegenwoordig draait het vooral om sfeer en samenzijn. Dit is te zien aan de mensen die er op afkomen: bijna allemaal een biertje in de hand. Sommigen hebben ook een muziek box mee.
Omdat in grote delen van het land paasvuren werden afgelast vanwege de droogte, was het extra druk in Lonneker. “Hier komen jaarlijks ongeveer 700 mensen op af. Dit jaar zijn het er wat meer, omdat in de omgeving veel vuren zijn afgelast,” zegt Raimond Dalenoort, voorzitter van de Vereniging Koninginnendag Lonneker. Deze organisatie organiseert het paasvuur al zo’n 100 jaar.
Toch is de traditie niet onomstreden. Bij droogte is het risico op natuurbrand groot, en ook de milieubelasting roept vragen op. Bij het verbranden van het hout komen rook, roet en fijnstof vrij. Dit is schadelijk voor mensen en dieren die het inademen. Dalenoort zegt daar zelf geen last van te hebben. “De rook gaat omhoog, hè?”