Verdachte A. Ali Hammad wordt beschuldigd van het verkrachten, mishandelen en het beroven van de vrijheid van zijn echtgenote op 8 en 9 juni 2024. Volgens het slachtoffer werd ze meerdere malen verkracht en mishandeld, waarna ze is opgesloten in de slaapkamer en uit het raam sprong. Hammad geeft toe dat er een aantal onenigheden waren, maar ontkent alle beschuldigingen. Het OM eist een gevangenisstraf van zes jaar.
‘Ik wilde een huis en een leuk leven bouwen, helaas heb je op één nacht en een dag alles verpest, mijn leven veranderd en mij vernietigd’, zo vertelt de advocaat namens het slachtoffer tijdens de rechtszaak op woensdag 5 maart 2025. Tijdens de rechtszaak wordt besproken wat er is gebeurd op 8 en 9 juni 2024. Er worden twee totaal verschillende verhalen verteld. Zo was 8 juni 2024 volgens verdachte A. Ali Hammad een normale dag, maar vond er volgens het slachtoffer een hevige verkrachting plaats: ‘Hij wilde tegen mijn wil in hoe dan ook seks hebben. Daarna bleef hij me slaan, uitschelden en beledigen.’
Ook over de gebeurtenis van 9 juni worden verschillende versies verteld. Volgens Hammad had het slachtoffer stiekem een relatie met een andere man, hij zou namelijk verdachte foto’s en berichtjes hebben gezien op haar telefoon. Na een discussie over deze ontdekking ging het slachtoffer naar haar kamer. ‘Toen hoorde ik geschreeuw, keek ik uit het raam en rende naar beneden. Ik was verbaasd want ik zag niemand’, aldus de verdachte. Volgens het slachtoffer is het anders gegaan. Het paar had inderdaad een discussie, waarna Hammad haar had opgesloten in de slaapkamer en een bank voor de deur had neergezet. ‘Ik wilde naar buiten, ik had het idee dat hij mij misschien zou gaan vermoorden’, aldus het slachtoffer.
De voorzitter vertelt gedetailleerd over het letsel van het slachtoffer dat na forensisch onderzoek in een rapport is opgesteld. Het betrof huidverkleuringen, huidbeschadigingen en breuken op diverse plaatsen op het lichaam. Hammad ontkent dat het letsel door fysiek geweld tot stand is gekomen en zegt: ‘Tuurlijk komt dat door de sprong uit het raam.’ De voorzitter vertelt dat deskundigen het letsel meer vinden passen bij verkrachting en mishandeling dan bij een sprong uit het raam.
Volgens de advocaat van de verdachte, advocaat Van Elp, kon niet bewezen worden dat het slachtoffer opgesloten was; ze heeft nooit gecheckt of de deur open kon. Tevens deugde het hang- en sluitwerk van de deur niet en is er volgens de advocaat geen sprake geweest van dreiging. ‘Het letsel bij de liezen zou ook gebeurd kunnen zijn tijdens de vrijwillige seks van het echtpaar‘, aldus de advocaat.
Het Openbaar Ministerie (OM) acht mishandeling en vrijheidsberoving bewezen en eist vier tot zes jaar gevangenisstraf en eist voor de verkrachting een schadevergoeding van in totaal €10.595. Daarnaast is er een verzoek voor een contact- en locatieverbod in de hele provincie Groningen. De voorzitter vraagt bedenktijd. De definitieve uitspraak zal plaatsvinden op 19 maart om 13.00 uur in de rechtbank van Lelystad.