Foto: symbool van gerechtigheid

Op 28 februari vindt in de rechtbank in Zwolle een zitting plaats. De zaal is vrijwel leeg, behalve een jonge vrouw die rechtsachter de verdachte plaatsneemt. De advocaat neemt naast de cliënt plaats en geeft haar een vriendelijke blik. Alle aandacht is gericht op de verdachte: de 25-jarige Lakischa uit den Boogaard uit Deventer. De jonge vrouw wordt verdacht van meerdere keren aangehouden voor het rijden zonder rijbewijs, dat was ingetrokken vanwege rijden onder invloed. De rechter vraagt Lakischa naar haar persoonlijke omstandigheden. De verdachte geeft aan dat ze vaak in haar auto slaapt, haar vader er niet meer is en dat ze een losse band heeft met haar moeder. ‘Voor slapen in de auto heb je geen rijbewijs nodig,’ antwoordt de rechter van de Zwolse rechtbank. Haar gezicht is ernstig maar ze klinkt niet onvriendelijk. Tranen stromen over het gezicht van de verdachte. ‘Hier zit een gevangenisstraf aan vast, wist je dat?’ vraagt de rechter. Lakischa zegt dit niet te weten, maar reageert laconiek: ‘dan heb ik gratis eten. Mij helpt u er mee als ik eerlijk ben.’ Er valt een stilte. ‘Het raakt u, maar mij ook,’ is de reactie van de rechter. De verdachte snikt, haar schouders zijn gespannen en haar hoofd is lichtjes gezakt naar voren. De officier van justitie vertelt dat de verdachte een week eerder is staande gehouden voor het rijden onder invloed, waarbij ze niet wilde meewerken met de ademtest. ‘Voor verdenking van rijden onder invloed betekent dit het innemen van het rijbewijs,’ aldus de officier. ‘Lak aan de regels’ zijn haar precieze woorden. De officier van justitie weet ook dat gevangenis geen oplossing is vanwege haar persoonlijke omstandigheden. De heer Gijsen, advocaat van de verdachte, zegt dat hij blij is dat de persoonlijke omstandigheden in beeld zijn gebracht en benadrukt zijn zorg voor problemen bij het uitvoeren van een taakstraf, waardoor het Openbaar Ministerie kan besluiten om de taakstraf te vervangen voor een gevangenisstraf. De rechter vraagt de verdachte of ze serieus was toen ze zei best naar de gevangenis te willen. ‘Of toch liever niet?’. ’Nee, tuurlijk niet’, reageert de verdachte. De rechter geeft aan dat er aan de strafbare feiten wel consequenties zijn verbonden, maar wil de persoonlijke omstandigheden van Lakischa meewegen. Gevangenisstraf is geen reële optie. Uiteindelijk is de uitspraak: een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken met een proeftijd van drie jaar waarnaast de verdacht haar reclassering voortzet. ‘Ik probeer het de goeie kant op te sturen en niet te verdrukken, ik hoop dat er ergens een lichtpuntje is,’ zegt de rechter. ‘Dat hoop ik ook,’ reageert de verdachte. |