7 juni 2025

Evelien over het personeelstekort bij de kinderopvang: ‘Er is heel veel dat op mij neerkomt’

Foto: Evelien Wielink

Door: Anouk den Teuling                                                                      5 juni 2025

‘’We hebben heel veel dat op mij neerkomt, heel veel dat ik moet doen. Dan heb je toch dat er iets minder geknutseld gaat worden met de kinderen, omdat de invallers de kinderen nog niet kennen. Maar je kan niet alles wat je moet doen alleen doen.’’ Er is de afgelopen jaren door de overheid veel ingezet op de kinderopvangsector. Toch kampt de sector nog met grote tekorten en moeten veel ouders lang op een plek voor hun kind wachten. De overheid wil dit jaar al veranderingen gaan doorvoeren door de prijzen voor de opvang te verlagen. Evelien Wielink werkt al drie jaar bij IKC de Groene Borg, de kinderopvang in Westerbork. Ze vertelt dat ook deze kinderopvang kampt met personeelswisselingen- en tekorten.

‘’Dan heb ik op maandagmorgen een invaller naast me en op maandagmiddag weer een andere invaller en op donderdag net zo’’, vertelt Evelien. Ze vertelt dat het lastig is als er zoveel invallers zijn en je niet met je eigen team bent, omdat je dan niet van elkaar weet wat de ander doet. Zo noemt ze dit onoverzichtelijk en soms zelfs frustrerend. De kinderen merken hier echter weinig van. ‘’ Ik heb een babygroep van nul tot twee jaar . Sommige kinderen hebben wel zoiets van ‘oh die was er vanmorgen niet toen ik naar bed ging’. Verder valt het wel mee hoeveel de kinderen er zelf van merken.’’

Mogelijke oplossingen van de overheid voor dit probleem zijn een subsidieregeling, wat kinderopvangorganisaties zal stimuleren om meer uren te werken, en een salarisverhoging. Hiernaast wil de overheid de kinderopvang per 2026 voor een grote groep ouders gratis maken. Voor dit laatste zijn er wel zorgen vanuit de kinderopvang Westerbork. ‘’Als de kinderopvang gratis wordt, krijgen wij natuurlijk veel meer kinderen erbij. Al die kinderen kunnen we nooit kwijt en dat vind ik best zorgwekkend. Dan mag je wel een gebouw erbij hebben. Want ik bedoel, op de BSO hebben we soms ’s middags wel een groep van 40.’’

Wat betreft de twee oplossingen is Evelien hier nog neutraal over. ‘’ Ik weet niet of het echt een goede keuze zal zijn. Dat moet dan natuurlijk ook nog blijken, want het is nog niet van toepassing. Een salarisverhoging, ja, dat zou iedereen wel willen. Maar je hoeft niet ieder jaar een salarisverhoging, vind ik.’’ Ze benoemt wel dat jongere werknemers waarschijnlijk wel graag een salarisverhoging zouden willen. ‘’Maar goed, ik ben dan nog van de oude stempel en jongere werknemers denken misschien ‘kom maar op met die salarisverhoging.’ Ik en mijn man verdienen genoeg om van rond te komen, dus ik hoef niet per se een hoger salaris.’’

‘’Ik werk er nu drie jaar, maar in het begin was het personeelstekort erger dan nu. Maar ja, nu gaan er weer een paar weg, dus dan moet je weer nieuw personeel werven.’’ Evelien is ook erg positief over de organisatie. Zo vertelt ze dat er een pedagogische coach is opgesteld die meehelpt waar nodig. ‘’Ik vind het erg fijn dat er meegedacht wordt en dat we zelf ook veel inspraak hebben. Het is een hele prettige manier van werken.’’

Ook deelt ze dat er binnen de organisatie wel zorgen zijn over de vraag of er voldoende tijd overblijft voor de kinderen wanneer het personeel zoveel extra taken toegeschoven krijgt. Zo deelt ze dat ze bij de organisatie soms wel bang zijn dat de kinderopvang een ‘’verkapte oppas’’ gaat worden. Ook zijn ze druk bezig met de vraag hoe de kinderen dit zullen ervaren en of ze de opvang dan wel net zo leuk zullen vinden als nu. ‘’Er zijn natuurlijk kinderen die het gewend zijn van baby af aan en je ziet gewoon, spelende wijze doen die van alles bij ons. Die vinden het allemaal leuk en ze vinden het leuk om naar de opvang te komen. Maar kinderen die het niet gewend zijn, nou dat is denk ik best wel een grote stap.’’

Deze angst ontstaat vooral uit het feit dat Evelien en haar collega’s het vak zelf erg leuk vinden en dit niet ten nadele willen zien veranderen. ‘’Ik ben zelf oma en heb vier kleinkinderen. Ik moet er niet aan denken dat de kinderopvang zo ver achteruitgaat in kwaliteit dat er niet goed voor ze gezorgd wordt of dat er geen aandacht voor ze is. Ik maak me daar regelmatig zorgen over. Ik hoop maar dat deze zorgen voor niets zijn.’’

Related Post

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *