ARGENTINIË- in het Andesgebergte is afgelopen donderdag het skelet van een nieuwe dinosaurussoort opgegraven. De botten van de Huayracursor Jaguensis, zoals de dino is genoemd, blijken 225 tot 230 miljoen jaar oud te zijn.
De naam Jaguensis komt van een dorp genaamd Jagüe, dat dicht bij de plek van de vondst ligt. Deze plaats in de Andes, ligt op ongeveer 3000 meter hoogte in de provincie La Rioja.
Grote vondst
Het skelet is door wetenschappers voor een groot deel opgegraven. Zo zijn de schedel, een deel van de staart, een groot deel van de romp en het meeste van de poten gevonden. De dinosaurus blijft in Argentinië in het paleontologisch laboratorium Crilar.
Evolutie complexer dan gedacht
Paleontoloog Melanie During verteld dat de nieuwe dinosauriër een Sauropodomorpha is. Dit zijn de voorouders van de langnek-dino’s. Alleen is deze soort verder ontwikkeld dan zijn andere sauropodemorpha-tijdgenoten. Volgens During geloven velen dat evolutie in stappen werkt. Het ene dier evolueert langzaamaan tot een net ander beest. Deze dinosauriër is hét voorbeeld dat het niet helemaal zo werkt. “Dit beest is verder gevorderd, heeft al een langere nek, is al meer een langnek-dino. En deze leeft tegelijkertijd met groepsgenoten met nog een kort nekje, die ook voorouders lijken te zijn van die langnekken. Evolutie loopt niet lineair”, spreekt de paleontoloog. Met dit nieuwe bewijsstuk voor de theorie, concludeert During enthousiast: “Evolutie: wederom, complexer dan wij dachten en daarom zo leuk.”

