16 oktober 2025
Zwolle
Na jaren van lage prijzen om gebruikers te winnen, gaan streamingdiensten steeds vaker over tot het tonen van reclame. Films en series worden steeds vaker onderbroken door niet doorspoelbare reclames, tenzij de kijker extra betaalt. Deze nieuwe realiteit betekent dat consumenten vaker moeten kiezen tussen een goedkoper abonnement met reclame of een duurder abonnement zonder. Dit zorgt voor veel irritatie onder abonnees. Hoever mogen streamingdiensten gaan in hun verdienmodel, voordat hun werkwijze als misleiding van de consument wordt gezien?
Sinds 26 augustus zijn reclames bij het standaard Prime Video-abonnement van €4,99 per maand verplicht voor Nederlandse gebruikers. Wie reclamevrij wil kijken, moet 3 euro extra per maand betalen, waardoor het abonnement van 4,99 naar ongeveer 8 euro per maand gaat. Prime Video geeft aan dat advertenties nodig zijn om te blijven investeren in nieuwe content.
Deze verandering past in een bredere trend: streamingdiensten zoals Netflix, Disney+, HBO Max en Videoland bieden al langer abonnementen met reclame aan, vaak als goedkopere optie, maar het verdienmodel verschuift. Waar vroeger lage prijzen het doel waren om klanten te winnen, ligt nu de focus op het genereren van meer inkomsten, ook via advertenties. Netflix verwacht bijvoorbeeld dat hun advertentie-inkomsten in 2024 zullen verdubbelen tot ongeveer 1 miljard dollar. Deze verandering komt doordat streamingdiensten na jaren van lage prijzen nu meer inkomsten willen genereren, mede door inflatie en stijgende kosten. Reclame-inkomsten worden een belangrijke bron. Voor gebruikers betekent dit dat gratis of goedkoop streamen steeds vaker gepaard gaat met reclame, en dat reclamevrij kijken een duurdere optie wordt.
Ondanks de groeiende irritatie onder kijkers is het tonen van reclame naast een betaald abonnement volgens prof. dr. Marco Loos, hoogleraar Europees consumentenrecht aan de Universiteit van Amsterdam, op zichzelf nog geen misleiding. Dat wordt het pas wanneer streamingdiensten de indruk hebben gewekt dat hun aanbod volledig reclamevrij zou zijn, of als programma’s onverwachts worden onderbroken terwijl anders is gesuggereerd. Subtielere vormen, zoals product placement of sluikreclame, zijn lastiger te beoordelen. Zolang deze geen afbreuk doen aan de inhoud van het programma, is er juridisch gezien geen sprake van misleiding, al kunnen ze wel in strijd zijn met reclameregels, aldus Loos. Voor consumenten resteert in dat geval vooral de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij de Reclame Code Commissie. Zolang kijkers dus maar duidelijk geïnformeerd worden over wat ze mogen verwachten, zullen ze uiteindelijk moeten kiezen: reclame erbij nemen of dieper in de buidel tasten voor een reclamevrije ervaring.
Bron: Broadcast Magazine

