‘Wie biedt er meer dan drie euro voor dit kalf?’, ‘Ja!’, ‘Vijf euro, wie biedt er meer dan vijf euro?’, ‘Eenmaal, andermaal, verkocht!’. Jonge slachtkalfjes van net twee weken oud worden geveild voor slechts vijf euro. De reis die kalveren moeten afleggen na zo’n veiling, is een groot probleem. “De kalfjes reizen soms dertig uur voordat ze bij hun eerste rustmoment aankomen. Terwijl ze om de twaalf uur moeten kunnen drinken.”
Export op recordniveau
De export van jonge kalveren van Ierland naar Nederland lag in 2023 op een recordniveau. Het overzicht van Bord Bia, de dienst voor voedingspromotie en -export, toont aan dat Ierland vorig jaar 322.679 levende runderen exporteerde. Dit aantal lag 13% hoger dan in 2022 en zelfs 30,4% hoger dan het jaar daarvoor. De stijging is voornamelijk toe te schrijven aan de export van kalveren, waarvan er 208.000 naar het buitenland gingen, een toename van 21% ten opzichte van voorgaande jaren.
Dier&Recht start rechtzaak
Hoewel de stijging opvallend is, blijkt de reis die de kalveren van Ierland naar Nederland afleggen, tegen de wet in te gaan. Organisatie Dier&Recht spant een rechtszaak aan tegen het vervoer van de jonge kalfjes. Frederieke Schouten is dierenarts en directeur van deze vereniging. “We spannen een rechtszaak aan omdat er een duidelijke regel wordt overtreden. Het gaat om het transport van kalveren van Ierland naar Nederland, waarbij ze tot wel 50 uur onderweg zijn zonder rust. Onderzoek van Eyes of Animals heeft laten zien dat deze kalveren soms wel 26 tot 30 uur moeten wachten voordat ze kunnen rusten. Dit is in strijd met de wet, die voorschrijft dat kalveren na 9 uur moeten kunnen drinken en elke 12 uur moeten worden gevoed. De boottocht alleen al van Ierland naar Nederland duurt 18 uur. “In feite is die hele boottocht dan al niet mogelijk met die jonge dieren”, aldus Schouten.
De Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteiten (NVWA) is verantwoordelijk voor het toezicht zodra het transport de Nederlandse grens passeert. Er wordt steekproefsgewijs gecontroleerd of de verplaatsing correct gebeurt. De inspecties worden uitgevoerd om te beoordelen of de dierenwelzijnseisen, onder andere de transport- en rusttijden en het drenken, worden nageleefd. Saïda Ahyad is woordvoerder van de NVWA en geeft aan dat elke vorm van overtreding onaanvaardbaar is. “Wij willen benadrukken dat wij iedere vorm van dierenmishandeling veroordelen”, zegt Ahyad. “Eventuele gebreken en overtredingen tijdens het transport, worden gemeld aan de autoriteit in het land van herkomst. Uit de inspecties van de kalvertransporten vanuit Ierland is gebleken dat de geconstateerde overtredingen met name betrekking hebben op de drinkwatersystemen.” Toch ligt er ook een stukje verantwoordelijkheid bij de Ierse autoriteiten volgens de NVWA. “De betreffende autoriteit in het land van vertrek controleert bij export of de dieren en het vervoermiddel aan de vereisten van de Transportverordening voldoen voordat het transport plaatsvindt.”
Op de bepalingen van de EU-Transportverordening wordt door de NVWA toegezien. “Waar nodig wordt handhavend opgetreden. Daarbij werkt de NVWA samen met de sector, het Ministerie van LNV, andere lidstaten, deskundigen en dierenwelzijnsorganisaties om het dierenwelzijn tijdens transport te bevorderen.” Op dit moment vindt er een inspectie plaats vanuit de Europese Commissie naar de controles die de NVWA uitvoert met betrekking tot dit onderwerp.
Transporteur en kalvenslachterij verantwoordelijk
“Er wordt niets gedaan tegen deze overtreding”, benadrukt Frederieke Schouten. “Daarom vinden wij dat de transporteur en de kalvenslachterij die hieraan verdienen, verantwoordelijk moeten worden gehouden. Natuurlijk is er veel meer mis in de kalvenslachterij, maar hier zien we dat de wet overdeden wordt. Daardoor hebben we een houvast om een rechtszaak te kunnen beginnen.”
Volgens Bord Bia bracht het verhandelen van levende dieren 190 miljoen euro op.
Er was een toename van meer dan 20% in de verkoop van kalveren, omdat Ierse dieren een goede reputatie hebben. Er is veel vraag van klanten op de markt en daardoor lijkt het vooruitzicht goed. Maar door het dierenwelzijn is het op lange termijn onzeker. Er zijn plannen om de regels voor dierentransport in de EU te veranderen, wat gevolgen kan hebben voor de handel in kalveren.
Specialisatie in de kalvenexport
Een aantal grote bedrijven zoals van Drie Group hebben zich in de kalvenexport gespecialiseerd. “De kalfjes worden gefokt voor de melkproductie van de koe” , zegt Frederieke Schouten. “De stierkalfjes die worden geboren worden soms voor nog geen vijf euro geveild. In Ierland weten ze ook niet meer wat ze aan moeten met al die stierkalfjes, daarom krijg je ze bijna gratis en is de export daarin zo groot. Blijkbaar is het economisch nog de moeite waard om die spotgoedkope kalfjes uit het buitenland te halen, ze hier in de stallen vet te mesten, te slachten en vervolgens het kalfsvlees weer te exporten. Het is een gek soort specialisatie.”
De Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV) geeft aan dat er politiek gezien wel degelijk druk staat op het transport van jonge kalfjes. “De veehouderij ligt natuurlijk al onder hoge druk op allerlei gebieden, zoals milieu en dierenwelzijn”, begint Secretaris Public Affairs Robin de Bruine. “Het dier wordt vanuit Ierland hier naartoe gehaald, consumeert in zijn voer en heeft een mestproductie, wat weer voor uitstoot zorgt. Vervolgens wordt 90 procent van de kalveren weer een exportproduct. Dat is allemaal geen geheim, maar daardoor willen we wel kijken hoe het duurzamer kan, zowel naar dierenwelzijn toe, als naar milieu uitstoot.” Hoe ze dat gaan doen lijkt lastig, maar er zijn zeker mogelijkheden volgens de Bruine. “Bijvoorbeeld door de kalfjes op latere leeftijd te vervoeren.”
Dier&Recht hoopt dat de rechter beslist dat het transport op deze manier niet meer mag. “Het kan zijn dat de kalfjes dan worden vervoerd als ze drie maanden oud zijn, maar logischer is om ze in Ierland te houden en daar te slachten. En als ze moeten worden vervoerd, dan volgens de regels.” Ook hoopt Schouten dat er een andere beweging ontstaat in Ierland. Dat de kalfjes op het bedrijf blijven waar ze worden geboren en bij de moeder opgroeien. “Dat zal het grote verschil maken”, sluit Schouten af.