Dirk van Beek (56) is vader van vijf, opa van drie en ondernemer. Hij groeide op in een gezin van zestien kinderen, waarin het geloof een belangrijke rol speelde. Toch raakte hij zijn geloof op redelijk jonge leeftijd kwijt. Pas later vond hij deze terug en geeft hij dit ook aan zijn eigen kinderen weer mee. “Mijn kinderen blijven altijd mijn kinderen en vanuit de liefde van mijn hart gun ik hun het beste, welke keuze over het geloof ze ook maken.”

Heeft het geloof altijd dezelfde rol gespeeld in uw leven?

“Nee, dat is best wel een verandering geweest over de tijd. Wel is het een verandering die ik niet helemaal langs een randje kan knippen. Ik ben opgevoed in een gezin met 16 kinderen. We hadden bepaalde normen en waarden en een gelovige opvoeding paste daarbij. Maar toen ik ongeveer veertien was, begon er een bepaalde afstand tot het geloof te ontstaan. Dat was denk ik een combinatie van de leeftijd en gewoon de interesse die ik verloor. Dat resulteerde erin dat ik op mijn zeventiende uit huis ben gegaan en niet meer gelovig ben geweest voor een periode. Sinds ik zelf vader ben, besef ik eigenlijk pas wat voor grote stap ik toen heb genomen. Ik kijk nu naar mijn eigen kinderen en zie dat zeventien echt jong is om zo’n grote beslissing te maken.”

Wat was de reden dat u afstand heeft genomen van het geloof?

“Het raakte mij niet meer. Ik verlangde naar vrijheid en zelfstandigheid. Ik vond het saai worden en dan is het best lastig om twee keer op zondag een hele kerkdienst uit te zitten. Als je niet intrinsiek geïnteresseerd bent, is het heel lastig om dat te blijven volhouden, vooral als de rest van je familie daar zo mee bezig is.”

Hoe heeft u het geloof weer teruggevonden?

“Mijn vrouw heeft daar een grote rol in gespeeld. Nadat ik uit huis ging ben ik ongeveer 5 jaar niet gelovig geweest. Toen heb ik mijn vrouw leren kennen, die toen nog niet mijn vrouw was, omdat we bij dezelfde werkgever werkten. In het begin van die relatie ben ik nog steeds ongelovig gebleven, maar daar is langzamerhand de behoefte en interesse gekomen om me weer verder te verdiepen in het geloof, omdat zij dat wel was. Ik ben opgevoed aan de redelijk traditionele kant. Uiterlijke dingen speelden heel erg een rol en er waren veel regels. Ik wil er niet in te veel negativiteit op terug kijken, maar mijn vrouw was lid van een kerk waar minder nadruk op lag. Daardoor was de stap denk ik ook makkelijk om weer een keer mee te gaan naar de kerk.”

Wat vond uw vrouw ervan dat u aan het begin van jullie relatie niet geloofde en zij wel?

“Zij vond dat best lastig, al moet ik zeggen dat dat vooral lastig werd gemaakt door haar ouders. Zij vertelden haar dat het toch geen toekomst had als ik met haar samen zou komen. Dat was voor mij vooral frustrerend: om te zien hoe er druk op haar werd uitgeoefend. Ik vond dat eigenlijk manipulatie. Haar ouders lieten haar kiezen tussen hen en de liefde. Wij hebben dat samen veel besproken, maar op een gegeven moment heb ik dat ook met haar ouders besproken. Zij voelde zich daardoor ook echt onzeker over onze relatie en dat is het moment dat ik echt tegen mijn schoonvader ben ingegaan. Ik heb een keer zeer stevig op zijn bureau geslagen om te vertellen dat hij zijn vrouw tot de orde moest roepen en dat ik dat anders zou doen. Onze ouders zijn heel belangrijk voor ons, maar niet zo belangrijk dat ze onze toekomst bepalen, dat doen we namelijk zelf. Voor mij stond dit wel los van mijn zoektocht naar het geloof. Voor mijn gevoel heb ik bewust de keuze gemaakt om me daarin te verdiepen.”

Dus het was meer toeval dat u het geloof terugvond toen u met uw vrouw samenkwam?

“Nou ik geloof niet zo in toeval. Ik geloof dat er in ieder mens een zoektocht zit naar wat de zin van het leven is. Het geloof terugvinden gaf voor mij op heel veel vragen een antwoord. Ik geloof niet dat dat toeval is, maar dat mijn leven op die manier geleid is, door God.”

Ik neem aan dat het een bewuste keuze was om je kinderen ook gelovig op te voeden, hoe kwamen jullie tot dit besluit?

“Ik geloof niet dat daar nou echt een gesprek over geweest is. Dat deden we gewoon. Hoe ik alles hiervoor besloten heb, waren echt rationele keuzes. Daar komt veel nadenken en veel overwegingen bij kijken. Dit was totdat God echt voor mij ging leven, totdat ik echt een relatie kreeg met God. Het is net als in bijvoorbeeld bij het ontstaan van een liefdesrelatie. Dan is dat niet een relatie die ontstaat op basis van verstandige keuzes, maar springt een vonkje over. En dat is ook bij mij gebeurd. Op dat moment ontstond er een verdieping. In mijn opvoeding bleef het geloof wat abstract voor mij. Het moment dat het me echt ging raken ging heel geleidelijk. Ik zocht God en hij zocht mij en we vonden elkaar.  Dat ervaar je als het allerbelangrijkste in je leven en dat gun ik mijn kinderen ook. Daarom hadden wij geen twijfel om hen ook gelovig op te voeden.”

Stel een van uw kinderen maakt de keuze om niet meer te kiezen voor het geloof, zoals u zelf ook heeft gedaan, hoe kijkt u daar dan tegenaan?

“Ik weet dat mijn ouders dat ook heel lastig hebben gevonden en ik ga nu niet zeggen dat ik dat heel makkelijk vind. Maar doordat ik die stap zelf ook gemaakt heb begrijp ik het wel, al is het verstandig vinden weer wat anders. Als een van mijn kinderen bepaalde keuzes maakt waar ik niet achter sta dan kan ik daar iets van zeggen in een gesprek als volwassenen onder elkaar. Als ik of een van broers of zussen keuzes maakten waar mijn ouders niet achter stonden, dan zeiden ze dat we niet meer bij hen thuis hoefden te komen. Die keuze zou ik nooit maken. Mijn kinderen zijn altijd bij mij welkom en blijven altijd mijn kinderen. Vanuit de liefde van mijn hart wens ik hun het beste.”