Mascha Holtrup is studentendecaan op Windesheim in Zwolle. Als belastingadviseur vond ze weinig voldoening in het werken met een oudere en vermogende doelgroep. Inmiddels vervult ze al zeventien jaar de rol van studentendecaan, en die past haar veel beter. In dit interview hebben we het over haar werk. Hoe is het nou om studentendecaan te zijn?
Hoe ben je precies in dit werk terechtgekomen?
”Er is geen opleiding voor studentendecaan, dus je kan er zo inrollen eigenlijk. Er zijn wel een paar eisen zoals een Hbo-opleiding, en je moet een beetje interesse hebben in wet- en regelgeving. Daarnaast moet je sociaal ingesteld zijn, je praat natuurlijk met studenten die zich in een moeilijke tijd bevinden, of die dat net achter de rug hebben, dus een beetje inlevingsgevoel is wel nodig.”
En waarom dan specifiek studenten, en geen ouderen bijvoorbeeld?
”Dat is een persoonlijke voorkeur, maar het heeft ook te maken met mijn vorige beroep. Ik ben hiervoor belastingadviseur geweest, en toen werkte ik vooral met een wat oudere doelgroep, ook een doelgroep met wat meer vermogen. Daar werd ik totaal niet warm van, dus toen heb ik gekozen voor het tegenovergestelde, namelijk werken met studenten met financiële problemen. Hier word ik echt gelukkig van.”
Financiële problemen dus, begeleid je ook studenten met andere problemen?
Jazeker. Er komen studenten met problemen over hun concentratie tijdens het studeren, problemen thuis, studievertraging, en dus ook financiële problemen. Daar ligt wel mijn kracht. Ik help veel studenten die vragen hebben over hun studiefinanciering. Heb ik hier nog wel recht op? Ik krijg te weinig, dat soort dingen. Het is een groot palet aan problemen. Dat maakt dit werk wel echt een uitdaging.”
Heb je nog een bijzondere situatie die je echt is bijgebleven?
‘’Elke situatie is natuurlijk bijzonder, maar eentje die er uitspringt is toch wel een studente geweest die in een huis woonde wat eigenlijk van haar vriend is. Relatie ging uit, maar haar vriend die heeft haar gezegd dat ze heel snel het huis uit moet, terwijl hij er zelf al uit was. Dat meisje kwam uit Giethoorn. Ze had weinig contact met haar familie, geen geld, niemand die haar dus kon helpen. Dat was zeker een ingrijpende situatie. Gelukkig is het allemaal goed gekomen en is zij gewoon afgestudeerd.’’
Even over jou, wat leer je zelf eigenlijk van het werk?
‘’Dat is een hele goede. Ik leer vooral dat ik nog lang niet alles weet. Zelfs na zeventien jaar. Soms komen er vraagstukken waar ik het antwoord gewoon niet op kan geven. Wat ik dan meestal doe is vragen aan collega’s of zij het antwoord weten, en vaak weet iemand wel iets. Ik leer dan ook dat het helemaal niet erg is om iets niet te weten. Je moet juist blijven leren en je moet juist fouten maken, want dan word je alleen maar beter in je werk. Dat probeer ik ook aan de studenten mee te geven. Niet alles loopt altijd op rolletjes.’’
Denk je dat er in de toekomst alleen nog maar meer studenten langskomen?
‘’Ja, dat denk ik zeker. Maar het is voor een student natuurlijk wel lastig om hier überhaupt langs te komen. Zeker als het gaat om het financiële kwesties. Het taboe rondom het financiële gedeelte zou ik graag willen doorbreken. Maar om even terug te komen op je vraag: we merken nu dat er al meer studenten langskomen. Ongeveer 3000 studenten. Dat zijn er echt veel.’’
En waarom nu steeds meer, waarom niet vroeger al zo veel studenten?
‘’Het simpele antwoord daarop is natuurlijk de professionalisering in de loop der jaren. Maar we hebben ook een vermoeden dat het ligt aan de diversiteit van nu en vroeger. De studentenwereld was vroeger een redelijk kleine wereld, en die wordt natuurlijk steeds groter. De computers kwamen net ter sprake toen ik op het HBO zat. Ook de mentaliteit van ouders speelt een grote rol. Studenten ervaren nu meer druk van ouders dan vroeger, en ouders krijgen ook veel meer inzage in bijvoorbeeld cijfers van de studenten. Dus dan is het heel logisch dat je enige prestatiedruk voelt.’’
Wat zou jij willen veranderen binnen dit vakgebied?
‘’Laten we het vakgebied even verkleinen tot het financiële gebied. Daar moet ik wel even over nadenken. Het eerste wat mij binnenschiet is toch dat financiële educatie al vanaf de basisschool wordt aangeboden. Jongeren krijgen als ze achttien worden vaak een brief van de gemeente met wat ze moeten doen, bijvoorbeeld het afsluiten van een zorgverzekering, maar daar blijft het dan ook wel bij. Ik zou graag willen dat er tijdens de lessen economie of rekenen ook wordt gekeken naar hoe je een belastingformulier moet invullen, of naar hoe je een zorgverzekering afsluit. Want niet elke achttienjarige heeft een ouder die daar zomaar bij komt helpen. Dus dat moet veranderen, maar daarvoor moet ik eerst de minister van financiën worden.’’
Tot slot, nog een boodschap voor studenten met financiële problemen?
‘’Denk niet dat je de enige bent. Misschien heel cliché, maar het is wel zo. Durf er voor uit te komen, alleen dan kunnen mensen je helpen. Zoek iemand op in je omgeving die je vertrouwt, zodat het balletje kan gaan rollen, maar trek uiteindelijk wel die ‘stoute’ schoen aan om naar voren te stappen. Dat je problemen hebt staat immers niet op je voorhoofd.’’
Foto: Pexels