Al twaalf jaar geeft Karel Lichtendonk (41) les in theologie en levensbeschouwing aan de Hogeschool Windesheim in Zwolle. Naast zijn werk als docent en meubelmaker woont hij met zijn vrouw en drie kinderen in een christelijke leefgemeenschap in Amsterdam-Oost, waar hij zoekt naar een open opvoeding voor zijn kinderen, zijn dochter van 10 en zoon van 14 jaar oud. 


Woon je in een gesloten gemeenschap? 

Gesloten? We hebben gewoon een huis, en dat huis is van de kerk, de protestantse kerk van Amsterdam. Dat is trouwens een progressieve kerk; links, als je het zo wilt noemen. Met veel aandacht voor gender en de kleuren die daarbij horen. In zo’n soort kerk voel ik me ook thuis, onze leefgemeenschap is daarin hetzelfde. We zijn sociaal actief en betrokken bij de buurt. 

Ben je opgegroeid in Amsterdam?  

Nee helemaal niet. Ik ben opgegroeid in het dorp Putten. Daarnaast is het zo dat ik van mijn 8e tot mijn 15e in Kenia heb gewoond.   

Wat voor levensvisie heb je van thuis uit meegekregen, ben je gelovig opgevoed? 

Ik ben gelovig opgevoed, dat raad je goed. Ik ben het zelf steeds meer gaan zien als een refo-lite opvoeding. Bij een reformatorische opvoeding leef je echt heel sterk in een bubbel, waarbij het de bedoeling is dat je zo min mogelijk bezig bent met mensen buiten je eigen groep. Dat begint bij de basisschool, met het dagelijks lezen van de bijbel. Dan ga je als je wat ouder bent naar christelijke sportverenigingen en jeugdgroepen, en uiteindelijk kom je bij de middelbare school een beetje die reformatorische bubbel uit (al wil dat ook niet altijd het geval zijn). Bij een refo-lite opvoeding, zoals ik het zelf graag noem, is dat allemaal wat minder streng. Mijn zus mocht bijvoorbeeld gewoon een spijkerbroek aan.  

Op mijn 8e zijn we verhuisd naar Kenia. Mijn vader ging de zending in, en wij mochten mee. Als je op zending gaat dan probeer je het geloof te verspreiden binnen een andere cultuur. We leefden  in een compound en gingen om met andere zendingsgezinnen. Toch voelde dat voor mij echt als een doorbraak van die bubbel. Ja, wat kan ik daar over zeggen; als 8 jarig jongetje is het gewoon heel gaaf om naar zo’n ver land te reizen. Als ik er aan terugdenk dan was het wonen in Kenia meer bijzonder dan echt buiten de bubbel leven. Ik denk dat ik die bubbel uiteindelijk pas echt ben doorbroken nadat ik begonnen ben met mijn studie aan de Universiteit van Utrecht.

In hoeverre verschilt de levensvisie die je aan jouw kinderen mee hebt gegeven ten opzichte van jouw eigen opvoeding? 

Ik denk dat daar een groot verschil tussen zit. Kijk, ik zal even in grote lijnen het opvoedingsspectrum in kaart brengen. Je kan er als ouders voor kiezen om je kinderen naar je eigen verlangen (heteronoom) op te voeden. Zo leert een kind gehoorzamen aan regels normen en waarden die vanuit buitenaf worden opgelegd, zonder dat er veel ruimte is voor eigen inbreng. Het tegenovergestelde daarvan is het autonoom opvoeden. Daarin is het belangrijk dat een kind leert begrijpen waarom regels en waarden belangrijk zijn, en dat het gestimuleerd wordt om zelf keuzes te maken en verantwoordelijkheid te dragen.  

Ik denk dat ik dus meer ben opgevoed naar het verlangen van mijn ouders en dat ik nu probeer om onze kinderen zelf te laten ontdekken wie ze zijn. Ook als het gaat om de kerk. In onze kerk is er meer ruimte voor vragen stellen en nadenken, in plaats van antwoorden geven en zeggen hoe het zit. Onze kinderen gaan naar een openbare basisschool. Mijn zoon is inmiddels naar een school waar ook van allerlei soorten mensen komen. Mijn kinderen zijn daarmee met een open vizier en veel meer diversiteit opgegroeid, en dat is natuurlijk een bewuste keuze geweest.  

Dan snap je misschien al wel waar dat spannend kan worden. Ik heb best wel een linkse inborst. Als mijn zoon dan later met Andrew Tate achtige ideeën komt en in opstand tegen zijn ouders opeens rechts gaan doen en denken, dan zou ik dat best lastig vinden. Dus ik kan nu wel heel dapper zeggen dat mijn kinderen hun eigen weg mogen zoeken, maar als zoiets zou gebeuren zou ik dat echt wel lastig vinden.

En als je kinderen bijvoorbeeld uit het geloof zouden stappen?  

Daar zou ik echt minder moeite mee hebben, dat kan ik ook heel goed begrijpen. Er is ook uit mij veel geloof weggelekt. Ik ga nog wel naar de kerk en ik verhoud me er ook wel toe, maar ook ik geloof soms maar half. Gevoelsmatig zou die eerdere kwestie ingewikkelder zijn voor mij. 

Hoe komt die levensvisie terug in jouw docentschap? 

Als we kijken naar de indeling van het onderwijs van pedagoog Gert Biesta, heeft het onderwijs drie functies: kwalificatie, socialisatie en subjectificatie. Mede door mijn levensvisie hou ik me het meeste bezig met dat laatste, persoonsvorming dus. Daar zit mijn verantwoordelijkheid, dat ik iets kan bijdragen aan het volwassen worden van een ander. Dat betekent volgens Biesta dat je niet alleen je eigen hachje op het droge houdt, maar dat je ook naar de ander wilt kijken en met een open blik de wereld in gaat.